Viking Eggeling Hans Richter Walter Ruttmann Louis Delluc Carl Dreyer Fernand Léger Satie en Francis Picabia René Clair Jean Vigo Luis Bunuel |
AVANT GARDE |
Rond 1920 ontstonden verschillende avant-garde stromingen in de marge van de commerciële filmindustrie. In Duitsland kwamen schilders, voornamelijk uit de Dada-beweging, tot korte filmische experimenten met ritme en beweging van abstracte vlakken en lijnen. Dit uit onvrede met de beperkingen van de statische schilderkunst. Hun werk kon gezien worden als een soort optische muziek gezien ook de titels die zij hun films gaven. | |
Grondleggers van de zogenaamde abstracte films waren Viking Eggeling met films als 'Horizontal-Vertikal Orchestre'(1919) en 'Diagonal Symphonie' (1925) |
|
Hans Richter met zijn 'Film ist Rhythmus' (1921), 'Rhythmus 23' (1923),'Rhythmus 25' (1925) en 'Filmstudie' (1926). Richter, die ook op andere kunstgebieden actief bleef, maakte in latere films gebruik van mensen en dingen. Hoogtepunt vormde zijn Dada-komedie 'Vormittagsspuk' (1928), waarin voorwerpen in opstand komen tegen de dagelijkse sleur. De film werd gemaakt voor het Duitse Kamermuziek Festival in Baden-Baden en werd begeleid door speciaal hiervoor gecomponeerde muziek van Paul Hindemith. Deze speelde zelf ook een rol in de film, evenals Darius Milhaud. | |
Walter Ruttmann werkte meteen in combinatie met muziek. Voor zijn reeks 'Opus 1, 11, 111 en IV' (1921-1924) werd begeleidende muziek geschreven door Max Butting. Ruttmann ontwikkelde zich tot documentair en reclamefilmer met een belangrijke voorkeur voor de absolute film, waarin de beelden geheel afhankelijk blijven van ritme en beweging. Als zijn belangrijkste werk geldt nog altijd 'Berlin, die Symphonie einer Grossstadt' (1927), naar een idee van Carl Mayer. De montage was in een symfonische vorm en de begeleidende muziek van Edmund Meisel vormde hier een integraal element. Meisel, één der belangrijkste componisten van filmmuziek in de twintiger jaren, was vooral bekend door zijn partituren voor Eisensteins 'Potemkin' (1925) en 'Oktober' (1928). Ook de eerste lange geluidsfilm in Duitsland, 'Melodie der Welt' (1929), werd door Ruttmann gemaakt en bezit een speciale gestructureerde samenhang van beeld en geluid. De muziek hierbij was van Wolfgang Zeller. |
|
Experimental animation directed by Walter Ruttmann |
|
In Frankrijk ontstond de avant-garde beweging eveneens rond 1920. Voor een belangrijk deel was dit te danken aan de jong gestorven filmcriticus en -theoreticus Louis Delluc. De Franse film bevond zich op een dieptepunt. Heel anders dan de Duitse avant-gardisten probeerden de Fransen in hun films een psychologische atmosfeer te creëren onder meer door beeldassociaties, vage en dubbele beelden. De eerste belangrijke films dateren uit 1924 en werden alle met speciaal gecomponeerde muzikale begeleiding vertoond:
|
|
|
Trailer for the DVD of the great Surrealist film
by
Luis Bunuel and Salvador Dali. Highlights the film plus bonus features. |
Tot de latere hoogtepunten behoren onder meer Germaine Dulacs Freudiaanse 'La coquille et Ie ciergyman' (1928), Jean Epsteins 'La chute de la maison Usher' (1928), Man Ray's 'L'etolle de mer' (1929), Luis Bunuels 'Un chien Andalou' (1928) |
|
Geheel apart stond eigenlijk Carl Dreyer. Deze Deense regisseur maakte twee films in Frankrijk, waarvan 'La passion de Jeanne d'Arc' (1928) de beroemdste is. Hij maakte hier vooral gebruik van indringende close-ups van hoofdrolspeelster Renée Falconetti |
|
René Clair, wiens 'Un
chapeau de paille d'ltalie' (1927) met muziek van Jacques Ibert vormde de
start van een reeks elegante komedies. Ook met zijn eerste geluidsfilm,
'Sous les toits de Paris' (1930),
eveneens met André Prejean, schoot bij midden in de roos, onder andere door
zijn toepassing van achtergrondgeluid. Hier ook een min of meer
experimentele toepassing van muziek van de hand van Raoul Moretti en Armand
Bernard. Na nog enkele films waaronder 'A nous la liberté'(1932). met muziek
van Georges Auric vertrok Clair naar Engeland.
Voor Jean Vigo's anarchistische en tot 1945 verboden kostschoolfilmpje 'Zéro de conduite'(1933) en zijn grote speelfilm L'Atalante'(1934) met Michel Simon, schreef Maurice Jaubert de muziek. |
|
Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak KUNST/ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven 12-11-2014 last update digischool ckv 2/3 |