DE DANDY

uit: Charles Baudelaire

"De schilder van het moderne leven"

DE RIJKE MAN ZONDER BEROEP die, ook al is hij blasé, geen andere bezigheid heeft dan het geluk na te jagen, de man die in luxe is opgevoed en van jongs af aan gewend aan de gehoorzaamheid van andere mensen, degene tenslotte wiens enige beroep daaruit bestaat elegant te zijn, zal zich altijd, in alle perioden, onderscheiden door een geheel uniek voorkomen. Het dandyisme is een moeilijk te omschrijven instelling, even eigenaardig als het duel; een heel oude instelling, want Caesar, Catilina en Alcibiades zijn er opvallende voorbeelden van; en wijd verbreid, want Chateaubriand trof hem aan in de wouden en langs de oevers van de meren van de Nieuwe Wereld." Het dandyisme, dat als instelling buiten de wet staat, stelt zelf strenge wetten waaraan al zijn onderdanen onvoorwaardelijk zijn onderworpen, hoe onstuimig en onafhankelijk van karakter ze ook mogen zijn.

De Engelsen hebben meer dan wie ook de roman van het high lïfe gecultiveerd en de Fransen die zich, zoals Custine, vooral op liefdesromans hebben toegelegd, waren zo verstandig om hun personages eerst van een fortuin te voorzien dat groot genoeg was om zich ongehinderd alle grillen te kunnen veroorloven en ze vervolgens vrij te stellen van elk soort beroep. Deze wezens hebben geen andere taak dan het idee van schoonheid in hun persoon te cultiveren, hun hartstochten te bevredigen, te voelen en te denken. Daarom staat tijd en geld hun naar believen en in ruime mate ter beschikking, waarzonder fantasieën vluchtige mijmeringen blijven die niet in daden kunnen worden omgezet. Het is helaas maar al te waar dat zonder geld en vrije tijd de liefde niet meer kan zijn dan een kleinburgerlijke uitspatting of de vervulling van een echtelijke plicht. In plaats van een vurige of poëtische gril dient hij een weerzinwekkend nut.

Als ik naar aanleiding van het dandyisme de liefde ter sprake breng, dan doe ik dat omdat liefde het natuurlijke tijdverdrijf is van mensen die niets te doen hebben. Toch kiest de dandy de liefde niet als een specifiek doel. Over geld heb ik het alleen gehad, omdat geld onontbeerlijk is voor degenen die hun hartstocht tot eredienst verheffen. Maar de dandy streeft niet naar geld als naar iets wezenlijks, die platte hartstocht laat hij over aan de gewone stervelingen; hij zou volmaakt tevreden zijn met een onbeperkt krediet. Het dandyisme bestaat zelfs niet uit een mateloze,voorliefde voor uiterlijk voorkomen en stoffelijke elegantie, zoals veel onnadenkende lieden schijnen te menen. Voor de volmaakte dandy zijn die zaken niet meer dan symbolen voor de aristocratische superioriteit van zijn geest. In zijn ogen, die vooral gecharmeerd zijn van distinctie, ligt de volmaaktheid van kleding in absolute eenvoud en dat is inderdaad de beste manier om zich te onderscheiden. Wat is dat voor hartstocht die, tot leerstelling verheven, school heeft gemaakt onder heersers; wat is dat.voor ongeschreven instelling die een zo hautaine kaste heeft voortgebracht? Dat is vooral de vurige behoefte om binnen de grenzen van het betamelijke een eigen oorspronkelijkheid te ontwikkelen. Het is een soort ik-cultus die de zoektocht overleeft naar een geluk dat in anderen, bijvoorbeeld vrouwen, te vinden zou zijn; die zelfs datgene overleeft wat men illusies noemt. Het is het plezier om verbazing te wekken en het trotse genoegen zelf nooit verbaasd te staan. Een dandy kan blasé zijn; hij kan zelfs pijn lijden, maar in dat laatste geval zal hij glimlachen als de Spartaan die door de vos gebeten wordt.

Zoals men ziet, grenst het dandyisme in bepaalde opzichten aan spiritualisme en stoïcisme. Maar een dandy kan nooit een gewone man zijn. Als hij een misdaad begaat, leidt dat misschien niet tot zijn ondergang, maar als die misdaad aan een plat motief ontspringt is de schande onherstelbaar; Laat de lezer geen aanstoot nemen aan de ernst waarmee ik deze lichtzinnige materie behandel en bedenken dat in elke dwaasheid iets groots, in elke buitensporigheid iets energieks schuilt. Eigenaardige spiritualiteit! Voor diegenen die er zowel de priesters als de slachtoffers van zijn, betekenen alle ingewikkelde materiële leefregels waaraan ze zich onderwerpen, van de kleding die op elk uur van de dag en de nacht onberispelijk dient te zijn tot aan de gevaarlijkste sportieve verrichtingen, niet meer dan een gymnastiek die tot doel heèft de wil te stalen en de ziel te disciplineren. Ik had waarachtig niet helemaal ongelijk toen ik het dandyisme bestempelde als een soort godsdienst. De strengste kloosterregel, het onverbiddelijke bevel van de Oude man van de berg die zijn bedwelmde volgelingen beval zelfmoord te plegen, werd niet despotischer opgelegd en stipter opgevolgd dan deze doctrine van elegantie en oorspronkelijkheid, die zijn eerzuchtige en nederige sektariërs, vaak onstuimige en hartstochtelijke mannen, moedig en vol ingetoomde energie, eveneens de verschrikkelijke formule oplegt van het Perinde ac cadaver.

Of die mannen zich nu raffinés, incroyables, beaux, lions, of dandy's laten noemen, ze hebben allemaal dezelfde achtergrond, ze hebben deel aan dezelfde geest van oppositie en revolte, ze vertegenwoordigen allemaal het beste in de menselijke trots: de tegenwoordig al te zeldzame behoefte om de trivialiteit te bestrijden en te vernietigen. Daaruit komt de hautaine houding voort die maakt dat de dandy's in al hun koelheid een provocerende kaste vormen. Het dandy- isme komt vooral voor in overgangstijden, als de democratie nog niet oppermachtig is en de aristocratie al wel aan het wankelen is gebracht, maar nog niet geheel vervallen. in die troebele tijden kan het gebeuren dat een handjevol mannen die van hun klasse vervreemd zijn geraakt, die van alles walgen en niets om handen hebben, maar allemaal rijk zijn aan ingeboren kracht, het plan opvatten om een nieuw soort aristocratie te stichten, die des te moeilijker ten val te brengen zal zijn omdat ze gegrondvest is op de meest kostbare en meest duurzame talenten en op hemelse gaven die niet door werk en geld verworven kunnen worden. Het dandyisme is de laatste opflakkering van heldendom in tijden van verval en dat idee wordt allerminst ontkracht door de dandy die onze reiziger in Noord-Amerika aantrof, want niets staat de veronderstelling in de weg dat de stammen die wij wild noemen de overblijfselen zijn van grote verdwenen beschavingen. Het dandyisme is een zonsondergang, het neigt net zo magistraal,  Maar helaas overstroomt het wassende water van de democratie, dat overal binnendringt en alles nivelleert, elke dag opnieuw deze laatste vertegenwoordigers van de menselijke trots en giet golven van vergetelheid uit over de sporen van deze wonderbaarlijke Myrmidonen. Dandy's worden in ons land steeds zeldzamer, terwijl bij onze buren in Engeland het sociale systeem en de grondwet (de echte grondwet die in het gedrag tot uitdrukking komt) nog lange tijd plaats zullen bieden aan de erfgenamen van Sheridan, Brimmell en Byron, als zich tenminsteaandienen die hun erfenis waard zijn. Wat de lezer misschien voor een uitweiding heeft aangezien is dat niet. De beschouwingen en morele overpeinzingen waartoe de tekeningen van een kunstenaar aanleiding geven, zijn vaak de beste vertaling die de criticus ervan kan geven; de afzonderlijke impulsen die hij ontvangt maken deel uit van een grondidee dat zich gaandeweg aftekent als hij de impulsen een voor een zichtbaar maakt. Moet ik nog zeggen dat de heer G. de dandy's die hij op papier zet, steeds voorziet van hun historische karakter, een karakter dat ik zelfs legendarisch zou durven noemen, als het hier niet om de actualiteit en om zaken die in het algemeen voor licht- zinnig worden versleten? Want het zijn nu net deze eigen- schappen: die lichtheid in gedrag die zekerheid in de omgang, dat klaarblijkelijke overwicht, die vanzelfsprekende manier waarop hij een pak draagt en een paard ment, die houding die altijd ontspannen is, maar innerlijke kracht verraadt, die, als onze blik een van die bevoorrechte wezens ontdekt in wie het schone en het ontzagwekkende zo geheimzinnig samengaan, bij ons de gedachte doet opkomen: 'Dit is wellicht een rijke man, maar waarschijnlijker een Hercules zonder werk.' De bijzondere schoonheid van de dandy schuilt vooral in de indruk van koelheid die hij wekt en die voortvloeit uit het onwrikbare besluit zich niet te laten ontroeren; alsof er een vuur in hem smeult waarop hij hoogstens zinspeelt, dat hij in vlammen kan, maar niet wil laten uitbarsten. Dat komt hier volmaakt tot uiting.