Schilderijen als meubelstukken

In Engeland heeft men ongeveer halverwege de 18e eeuw een voorliefde voor oude meesterwerken van Italiaanse, Franse en Nederlandse schilders, zoals Rafaël, Michelangelo, Titiaan, Poussin, Lorrain, Rembrandt en Rubens. Er ontstaan belangrijke schilderijencollecties, zoals die van de eerste premier Robert Walpole, die na zijn dood in 1799 voor een spectaculair hoge prijs wordt verkocht aan tsarin Katharina II van Rusland. In 1744 wordt Sotheby & Co opgericht en in 1766 is de eerste veiling bij Christie's. Maar niet alleen deze twee firma's, die ook nu nog gelden als gerenommeerde veilinghuizen, maar ook andere grote, zoals Agnew & Sons en Colnaghi, specialiseren zich in de handel in oude kunst. Zo ontwikkelt Londen zich midden 18de eeuw naast Parijs tot vooraanstaande overslagplaats voor oude meesters.
Vooral de eigentijdse Engelse kunstenaars hebben te lijden onder de conservatieve kunstsmaak, die ook overheerst in de in 1768 opgerichte Royal Academy. William Hogarth, een hardnekkig tegenstander van de Royal Academy en gevreesd vanwege zijn bijtende satires en moraliserende aanvallen, schrijft herhaaldelijk pamfletten tegen de kunsthandelaars, hun onfrisse manieren van zakendoen en hun slechte smaak. Hij verwijt hun hele scheepsladingen met werken van oude meesters te importeren, met kopieën, vervalsingen, kopieën van kopieën en vervalsingen van vervalsingen, waarop ze 'ontstellend moeilijk leesbare namen van Italiaanse meesters krabbenen ". De verzamelaars komen er niet beter vanaf, die "schilderijen als meubelstukken" behandelen en zich laten verblinden door goed klinkende namen.

het Metropolitan Museum of Art in New York

Wanneer in de late 19e en vroege 20e eeuw talrijke kunstenaars, miljonairs, enkele kunstagenten en verzamelaars van Amerika naar Europa gaan om de oude kunst te leren kennen en te kopen, gaan ze vooral naar Londen en Parijs. Kunsthandelaar Joseph Duveen (1869-1939) uit New York is vanaf 1886 continu onderweg tussen Europa en Amerika om nieuwe werken te ontdekken voor zijn klanten, zoals Andrew Mellon, Samuel H. Kress, RA.B. Widener en anderen. Hun verzamelingen vormen het fundament van de grote Amerikaanse musea. Al deze verzamelaars beschikken over enorme financiële mogelijkheden, maar missen vaak het vermogen om de kwaliteit van de te koop aangeboden kunstwerken juist te beoordelen. Hoewel Duveen dit beoordelingsvermogen van zijn klanten wat probeert bij te schaven, treden de kunsthistorici en verzamelaars van de Oude Wereld de zelf bewuste, net rijk geworden Amerikanen, die altijd weer de aandacht trekken met hun spectaculaire aankopen, uiterst sceptisch tegemoet.
Dit geldt ook voor museumoprichter Wilhelm von Bode (1 845-1929), die net als Duveen elk jaar langere tijd in Londen verblijft om werken aan te kopen voor het Berlijnse museum. In zijn in 1930 verschenen biografie beschrijft hii 'verzamelaar John Pierpont Morgan (1837-1913), wiens kunstbezit later deel zal uitmaken van het Metropolitan Museum of Art in New York, met een mengeling van wrok en hoogachting: 'Zonder kennis op enig kunstgebied, zonder specifieke smaak of natuurlijk talent, ja, zelfs zonder goede raadgevers heeft deze merkwaardige man alleen door zijn middelen en de vrijgevigheid waarmee hij die spendeerde, en door zijn slimheid en doelbewustheid in luttele jaren verzamelingen bijeengebracht die de grote oude musea naar de kroon spannen en soms zelfs overtreffen. " De kritiek op de smaak en kunstkennis van de verzamelaar is vergelijkbaar met het smaadschrift dat William Hogarth een krappe honderd jaar eerder had geschreven over zijn Engelse tijdgenoten.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Geraadpleegde literatuur oa: 1000 Meesterwerken. Keulen 1999

02/02/2010   CKV-2 digischool