Galerie contemporaine, littéraire et artistique

De fotografie heeft een dubbele functie. Enerzijds is ze registratie van de zichtbare werkelijkheid, maar anderzijds ook reproductie van deze registratie. In het begin bleek het eenvoudiger een procédé te bedenken voor reproductie dan voor registratie. De uitvinder ervan was de Fransman Joseph-Nicéphore Niépce. Van een reeds bestaande kopergravure maakte hij een drukvorm door een tinnen plaat te bedekken met lichtgevoelig asfalt, te belichten en te etsen. Zie de afbeeling hieronder.

kopergravure met voorstelling H Familie 1827

Daarnaast trachtte Niépce met een camera te registreren. Het lukte hem het matglasbeeld vast te houden, maar de resultaten waren gebrekkig. Enkele jaren na zijn dood vond Louis J.M. Daguerre, met wie hij in 1829 was gaan samenwerken, een ogenschijnlijk perfecte methode (1837).

Daguerreotypen waren haarscherp en rijk aan tonen, maar een groot nadeel was, dat ze eenmalig waren. Zo diende de uitgever van een boek over Parijs en omgeving naar tekenaars te zoeken, die daguerreotypen interpreteerden tot litho's.

litho naar een daguerreotype 1842

De vinding van L.M.J. Daguerre uit 1839, die berustte op het gebruik van een camera en een lichtgevoelig gemaakte zilverplaat, werd vooral toegepast voor het maken van portretten. Een bezwaar was echter, dat van elke daguerreotypie slechts één exemplaar gemaakt kon worden. Algemene bewondering genoot de scherpte van de daguerreotypie; deze scherpte kon alleen bereikt worden wanneer de zitter gedurende de lange belichtingstijd bewegingloos poseerde, eventueel met behulp van een hoofdsteun. De daguerrectypieën werden dikwijls bewaard in fraai uitgevoerde dozen met vergulde lijst en fluwelen bekleding

cartes de visite

Het procedé van negatief en positief, en het gebruik van lichtgevoelig papier, boden de mogelijkheid om meer afdrukken van één foto te maken. De Franse fotograaf Disdéri kwam op het idee om op een natte collodiumplaat acht of tien opnamen te maken, zodat van één negatief acht of tien verschillende foto's konden worden afgedrukt. Deze foto's werden naar hun formaat 'cartes de visite' genoemd. Disdéri liet zijn cliënten poseren tegen de achtergrond van zuilen en draperieën om ondanks het kleir formaat de allure van een statieportret te bereiken

      

Carte de visite                                                   Engels fotoalbum

Al spoedig begon men de cartes de visite te verzamelen in albums. Een fotoalbum met portretten van monarchen en presidenten, kunstenaars en toonbare familieleden werd een onmisbaar attribuut in de Victoriaanse salons.

Er was een uitgebreide handel in portretten van bekende personen. In de week na het overlijden van Prins Albert, de gemaal van Koningin Vietoria, werden 70.000 fotoportretten van hem verkocht; een portret van de Prinses van Wales uit 1867 bereikt zelfs een oplage van 300.000. Hier is een bladzijde afgebeeld uit een Engels fotoalbum met portretten van  kunstschilders. 

Galerie contemporaine, littéraire et artistique

Er bestond echter ook een andere manier om portretten van bekende tijdgenoten te verzamelen. Men kon zich abonneren op series als de 'Galerie contemporaine, littéraire et artistique', waarin wekelijks levensbeschrijvingen en fotoportretten van beeldende kunstenaars, schrijvers en musici verschenen. Bekende fotografen werkten eraan mee. De portretten van Nadar zijn van een indringende eenvoud, zonder de kartonnen zuilen en de geschilderde achterdoeken die in zijn tijd gebruikelijk waren. De foto van de Franse schrijfster George Sand is één van de weinige vrouwenportretten in de Galerie Contemporaine.

De massaproductie in de fotografie kwam echter niet steeds de kwaliteit ten goede. Als reactie hierop begonnen enkele fotografen zich te beijveren om foto's te maken, die aan esthetische normen konden voldoen. Sommigen lieten zich inspireren door de schilderkunst, anderen streefden naar grafische effecten en bewerkten hun opnamen zodanig, dat het resultaat leek op een houtsnede of een lithografie. Deze periode, waarin de fotografen pas gelukkig waren als men hun zei, dat hun foto's niet op foto's leken, draagt de naam kunstfotografie.

12/13/2014   last update CKV-2 Bron onder andere: Openbaar kunstbezit. Jaargang 16 1972