Een mondaine cultuurkathedraal

Monument voor de kunst, de luxe en het plezier

Parijs telt tegenwoordig twee Opera gebouwen de bekendste is wel de Opera Garnier. Deze is in 1862 ontworpen in opdracht van Napoleon III door de tot dan toe onbekende architect Charles Garnier. Door de Frans Duitse oorlog in 1871 moest de opening uitgesteld worden tot 1875. Het is zowel van binnen als van buiten een geweldig gebouw. Het interieur is uitgevoerd in rood fluweel en goud, de trappen in het trappenhuis zijn van wit carrara marmer en het plafond is overgeschilderd door Chagall. Tegenwoordig zijn hier alleen nog de ballet uitvoeringen te zien, opera's worden in dit gebouw allang niet meer uitgevoerd. Deze worden opgevoerd in de nieuwe Opera Bastille. In het gebouw zit een museum, Musee l'Opera waar je alle partituren van de ooit hier uitgevoerde opera's en balletten vindt.

Het grote plein aan de voorzijde van de Opera werd ontworpen door Baron Haussmann, zijn gelijknamige Boulevard Haussmann ligt aan de achterzijde van de Opera.

DSC00533.JPG (176739 bytes) DSC00532.JPG (179525 bytes) DSC00531.JPG (203278 bytes) DSC00530.JPG (195810 bytes) DSC00535.JPG (190122 bytes) DSC00554.JPG (347158 bytes)  DSC00534.JPG (347705 bytes)

De monumentale voorgevel heeft 7 bogen met daarboven even zoveel openingen. De benedenverdieping staat vol beelden: borstbeelden van componisten, antieke maskers en allegorische voorstellingen op de uitbouw van de hoeken: een ervan (derde van links) is een replica van "La Danse" van Carpeaux. Volgens de architect Garnier moesten de vier reliefs de 4 kunstvormen uitbeelden die bij opera gebruikt worden en mocht ieder relief bestaan uit niet meer dan 3 figuren. Carpeaux's relief bestaat uit wel zes naakte, dansende meisjes en een jonge man met een tambourijn en veroorzaakte een schandaal: het was niet passend voor een operagebouw 

Verder zie je hierboven de achterkant van het gebouw, de geweldig hoge toneeltoren (hoogte 60 meter) en de ingang voor de bezoekers met een rijtuig. 

Charles Garnier, de architect van de grote opera in Parijs, was pas 36 jaar toen hij in 1861 de wedstrijd voor vermaarde architecten won. De keizerin steunde een andere architect en vroeg Garnier nadat hij zijn plannen had gepresenteerd verontwaardigd: 'Wat moet dat voorstellen? Dat is toch geen stijl! Dat is niet Louis XIV, niet Louis XV en niet Louis XVI.' Garnier antwoordde hierop: "Madame, dat is Napoleon lll!' 

Afgezien van de opera in Budapest, die naar het voorbeeld van Parijs werd opgericht (1884), is er bijna geen ander operatheater op de wereld dat met de elegante benaming 'palais' wordt aangeduid. Het Palais Garnier is nooit in koninklijk of keizerlijk bezit geweest. Het is een palais van de bourgeoisie.

De Parijse Opéra verloor in 1830, na de Juli-Revolutie , zijn staatssubsidie. Nog in datzelfde jaar werd ondernemer Véron de nieuwe directeur van de Opéra. Hij maakte van de Parijse Opéra een commercieel succes. Volgens Véron vertegenwoordigde de Juli-Revolutie de triomf van de bourgeoisie . Hij was ervan overtuigd dat deze triomferende bourgeoisie zichzelf zou willen vermaken zoals vroeger aan het hof gebruikelijk was. 'De Opéra zal haar Versailles worden', zei hij.

Véron zorgde voor meer en goedkopere plaatsen in de Opéra. Hij creëerde tegelijkertijd meer vraag door de kaartjes moeilijk verkrijgbaar te maken. Ook riep hij een zogenaamde Foyer de la Danse in het leven. Dit was een exclusieve salon waar vaste bezoekers van de Opéra achter de schermen dansers konden ontmoeten en voor en na het officiële programma informele voorstellingen aangeboden kregen.

Vrij vertaald uit: F. McCarren - Dance Pathologies, Performance, Poetics, Medicine, Stanford (California, 1998), pag. 72, 73

Plattegrond: geel =  2130 zitplaatsen

De nieuwe bovenlaag leidt een leventje van rusteloos, verkwistend plezier op bals, etentjes en recepties, in het park of op de renbaan. De in 1875 voltooide nieuwbouw van de Opéra van Charles Garnier met zijn overweldigende pracht en praal, zijn pompeuze trappenhuis en de zeer ruime foyers waar het ceremonieel van zien en gezien worden zich kan afspelen, wordt tot symbool van dit tijdperk, waarin de haute bourgeoisie zichzelf als in een operette ten tonele voert. De ledigheid van de welgestelden brengt op de avenues en boulevards van Parijs het type voort van de flaneur, die zich doelloos slenterend door de stad laat drijven. Met de overdekte winkelpassages, de nieuwerwetse glasarchitectuur en de gasverlichting is men voortaan onafhankelijk van weersomstandigheden en uren van de dag. De stad en haar goederenaanbod kunnen nu op ieder tijdstip geconsumeerd worden. Niet langer is een gegoede afkomst de voorwaarde om deel te nemen aan dit maatschappelijk leven, maar of je geld hebt - en hoe bereid je bent het uit te geven. Emile Zola brengt aan de hand van zijn hoofdpersoon, een jonge vrouw die met behulp van invloedrijke begunstigers zelf machtig en onaantastbaar wordt, in zijn roman Nana (1879/80) deze tijdgeest overtuigend onder woorden. 

 

Ook hier was de belangrijkste reden om naar de opera te gaan: gezien worden en anderen zien: sociale redenen. Daarom is de zaal hoefijzervomig: iedereen kan elkaar zien.

Vooral ook is het van belang, dat men elkaar kon ontmoeten buiten de zaal. Daarom is er zoveel ruimte rond de grote centrale trap. Daar konden de nodige uitwisselingen zich afspelen. De sociale functie is dus duidelijk uit de bouw af te lezen.

De neo-barok stijl sluit aan bij de representatieve behoefte van het publiek, bestaande uit rijke en veeleisende burgers.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende.      Samenstelling tekst oa H v Oirschot. Sint-Janslyceum Den Bosch. Foto's HFM Baggen. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven: het Nederlandse onderwijs is een kale kip en daar valt dus niets te plukken. 

DIGISCHOOL CKV 02/02/2010 update