CKV-2   Les 4.4.B

Romantiek en realisme in de 19de eeuw

Henrik Ibsen: Een Poppenhuis/Nora (1879)


Opdracht 1: Lees onderstaande tekst.

Hoewel het voor het theater als vermaaksmedium niet noodzakelijk is om zich serieus met sociale problemen bezig te houden of om te zoeken naar stukken van blijvende literaire waarde, zijn er tijden wanneer - wellicht in herinnering van de religieuze oorsprong - het getij zich keert tegen vrijblijvendheid en een te grote kloof tussen realiteit en illusie. Het publiek eist dan stukken - of misschien kan men beter zeggen: is dan bereid stukken te accepteren - die vol sociaal protest en kritiek zitten, en zelfs propaganda. Dit kan uitmonden in slechte toneelschrijfkunst en in voorstellingen die alleen maar propaganda bieden en spoorloos verdwijnen als ze hun nut gehad hebben. Maar als de juiste balans tussen goed theater en een universeel geldig maatschappelijk probleem gevonden wordt, kan dat resulteren in noemenswaarde bijdragen aan de wereldvoorraad van onsterfelijke toneelliteratuur.

Henrik lbsen (1828-1906) 

In de theatergeschiedenis wordt de Noor Henrik Ibsen (1828-1906) algemeen beschouwd als de eerste moderne toneelschrijver, als de wegbereider voor het realistische toneel dat zich in de loop van de twintigste eeuw verder zou ontwikkelen.

De jonge Ibsen was als toneelschrijver en regisseur verbonden aan het Nationaal Theater in Bergen en het Noors Theater in Christiana (het huidige Oslo). Die praktijkervaring en inzicht in het medium theater is duidelijk voelbaar in de structuur en opbouw van zijn stukken. Vanaf 1864 profileerde hij zich volledig als toneelschrijver en verbleef hij vooral in het buitenland. Zijn eerste stukken waren historische stukken, romantische versdrama's over het Scandinavische verleden. De belangrijkste werken uit die periode zijn Brand (1866) en Peer Gynt (1867), twee grote dramatische gedichten die zijn reputatie vestigden.

Vanaf 1877 tekent zich een scherpe breuk af in het werk van Ibsen. Hij schrijft een reeks moderne drama's en verlaat het versdrama, omdat die stijl niet geschikt is bij het oproepen van een illusie van de werkelijkheid. Hij verwerkt een sociale problematiek in zijn stukken en bekritiseert de burgerlijke maatschappij: de hypocrisie in De Steunpilaren van de Maatschappij (1877), de ondergeschikte rol van de vrouw in Een Poppenhuis (1879), of de huwelijksproblematiek in Spoken (1881).

Voor de ontwikkeling van het moderne drama is Ibsen vooral van grote invloed geweest door zijn introductie van een retrospectieve techniek die brak met de traditionele intrige-opbouw van het well made play. In zijn ideëendrama's hebben de bepalende gebeurtenissen al plaats gevonden voor het stuk begint. Langzaam krijgen we een inkijk in het verleden van de personages die hun meest intieme geheimen prijsgeven. Dit levert een psychologisch inzicht op in hun daden en maakt hun ultieme en vaak radicale beslissingen geloofwaardig.

Het werk van Ibsen ontwikkelde verder en kreeg langzaam een meer symbolische inslag.

NORA (of een poppenhuis): het failliet van een huwelijk

In Een Poppenhuis tekent Ibsen een aangrijpend familieportret. Torvald Helmer, een gevestigd advocaat, en zijn vrouw Nora leiden een op het eerste gezicht ideaal leventje: perfect gelukkig, een geslaagd huwelijk en drie wolkjes van kinderen. Zijn gezin is Helmers pronkstuk. Het is niet alleen zijn trots, maar ook het fundament waarop zijn maatschappelijke opgang gebouwd is.

Helmer staat op het punt benoemd te worden tot directeur van een vooraanstaande bank. Alles in dit huishouden is op dit wereldlijke aanzien gericht. De schijn van een modelhuwelijk kan in die zin alleen maar bijdragen tot een succesvolle carrière, het hoogste doel waar alles moet voor wijken. Tot een ongelukkig voorval uit Nora's verleden plots opduikt en een blaam dreigt te werpen op Helmers carrière.

Helmers liefde voor Nora gaat dan even snel verloren als ze gekomen was. Zijn felle reactie opent Nora's ogen. Haar wereld stort als een poppenhuis in elkaar. De droom is voorbij. De wazige, romantische blik wordt scherp gesteld. Wat is ze geweest al die jaren? Wat betekent haar huwelijk? En haar gezin?

De premiere van lbsens Nora (eigenlijk: Een poppenhuis) op 29 maart 1889 in Nederland

De premiere van lbsens Nora (eigenlijk: Een poppenhuis) op 29 maart 1889  was spraakmakend: de inhoud stuk was scandaleus (vrouw laat echtgenoot en drie kinderen in de steek), de manier waarop het geschreven was, gold als nieuw en moeilijk (meer gericht op karaktertekening dan op handeling) en de enscenering werd als ongewoon realistisch ervaren. De Nora van 1889 staat te boek als de doorbraak van lbsen in Nederland. Met deze produktie zou de Nederlandse toneelpraktijk zich bekeerd hebben tot het realisme.

De aanloop naar 29 maart 1889 was in zekere zin drie jaar eerder al ingezet. In 1886 kwam het bij de Koninklijke Vereeniging 'Het Nederlandsch Tooneel' tot een conflict tussen H.J. Schimmel, eerste man bij het gezelschap, en zijn secretaris J.H. Rössing. Schimmel weigerde om de stukken van de nieuwste schrijversgeneratie op het repertoire te nemen. Hij was van mening dat een kunstenaar de natuur geïdealiseerd weer moest geven; dat het uiteindelijk ging om het scheppen van een schoonheid die de toeschouwer zou verheffen. En de produkten van schrijvers als Zola en lbsen waren naar zijn oordeel allerminst verheffend. Omdat Schimmel in dit standpunt volhardde, besloot Rössing bij de Koninklijke Vereeniging te vertrekken.

Twee jaar later richtte Rössing, intussen als 'tooneelverslaggever' den aan het Nieuws van den Dag, samen met een aantal andere vooraan critici en letterkundigen de Tooneelvereeniging op.

Opdracht 2: De premiere van lbsens Nora (eigenlijk: Een poppenhuis) op 29 maart 1889  was om drie redenen spraakmakend. Verklaar.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

Opdracht 2: Ook binnen het toneelgezelschap leidde het stuk van Ibsen tot onenigheid. Verklaar.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

Om te onderzoeken met welk stuk dat nieuwe repertoire het best bij het Nederlands publiek geïntroduceerd kon worden, werd er een commissie ingesteld die al vrij snel tot de volgende aanbeveling kwam:

'Het stuk is van een in het buitenland gevierd schrijver, en werd te onzent nooit vertoond. De roem die het elders allerwegen heeft verworven is een waarborg voor zijn succes bij 't beschaafd publiek in Nederland. Het stuk telt 3 bedrijven, is goed gebouwd en boeiend. 't Aantal personen is gering; uitgenomen de accessoires treden vijf karakters in de handeling op. 't Decoratief is zeer eenvoudig: in elk bedrijf dezelfde kamer. De commissie beveelt dus ter vertooning aan: het tooneelspel Nora van den noordschen dichter Henrik lbsen.'

Opdracht 3: De laatste twee punten van de aanbeveling waren praktisch van aard en geeft ook de financiele situatie van het gezelschap weer. Verklaar.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

Men werkte met acteurs die geleend waren bij de bestaande gezelschappen, en hoopte dat de voorstelling zichzelf zou terugverdienen. De hoofdrol, Nora, zou vertolkt worden door de pas negentienjarige Aleida Roelofsen, net afgestudeerd aan de Amsterdamse toneelschool.Op 28 januari 1889 begonnen de repetities en tussen 28 januari en 29 maart, de dag van de première, werden maar liefst dertig bijeenkomsten aan Nora besteed. Aangezien de acteurs ook nog verplichtingen hadden bij hun eigen gezelschappen, vonden de repetities meestal 's nachts plaats. Dertig repetities mag een bijna buitenissig aantal worden genoemd. Normaal gesproken werd er in die jaren niet vaker dan vijf of zes keer gerepeteerd, waarbij slechts aandacht werd besteed aan het memoriseren, het regelen van de opkomsten en het in grote trekken vastleggen van de mise-en-scène. Bij de Tooneelvereeniging was nu voor het eerst ook sprake van gezamenlijke leesrepetities en kon er gesproken worden over zaken als 'karakteropvatting'. Het resultaat van die gezamenlijke leesrepetities was in ieder geval dat de acteurs op de dag van de première het hele stuk kenden, en niet alleen hun eigen rol.

Het vele repeteren wierp zijn vruchten af: de première was een groot succes. Geprezen werden in ieder geval de toewijding waarmee de acteurs zich van hun taak gekweten hadden ' de eenheid die was bereikt, en het nauwkeurige ensemblespel. In vergelijking met de gangbare praktijk viel verder de niet-melodramatische, sobere acteerstijl op.

Opdracht 4: De repetities verliepen anders dan men gewend was. Geef de verschillen aan.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

De mate waarin de acteurs van lbsens personages ook echte, levende mensen hadden weten te maken - in de ogen van de recensenten een vereiste bij het spelen van lbsen - wisselde echter nogal. Om twee uitersten te noemen: het spel van mevrouw Holtrop-van Gelder (als Christine Linde) werd 'zeer waar' genoemd ('men zag haar luisteren'; 'een oogopslag verkondigde haar mening'); dat van Jan Malherbe (in de rol van Helmer) overtuigde nauwelijks. Hij wendde al zijn routine aan, speelde te zwaar, sprak uit de toon en luisterde niet goed. Deze twee uitersten relativeren tevens de eenheid die in de pers zo geprezen werd.

Hoewel de Tooneelvereeniging maar over weinig geld beschikte, was voor het decor zeker niet de goedkoopste oplossing gekozen. Men had geen decor samengesteld uit wat er in de opslagruimtes van het Grand Théátre voorhanden was, maar had de architect Springer, zelf ook lid van de vereniging, om een ontwerp verzocht. Het resultaat was er naar. 'De decoratiën beantwoordden aan den hoogste eisch', daarover waren de critici het wel eens; dit keer geen geschilderd coulissen-decor, maar een echte huiskamer, 'die in haar koel groen-grijs, met mat geel en goud hier en daar verlicht, een rustigen achtergrond vormde. ( ... ) De portières en gordijnen, het ameublement en de kleine sieradiën vereenigden zich daarmee, en gunden ons een kijkje in een moderne huiskamer van burgerlijke welgestelde menschen van stand en smaak.' Met hoeveel zorg en gevoel voor realistische details men te werk was gegaan, bleek uit de meubels die op het toneel stonden: die waren van verschillende vorm en waarde 'om aan te geven dat de familie Heimer langzamerhand beter gesteld was geworden'. Ook uit de belichting bleek dat gevoel voor realisme: het licht dat door de ramen binnenviel, de suggestie van brandend vuur in de haard en het feit dat er bij avond en nacht electrisch licht brandde in het portaal en in de belendende kamers, waren noviteiten in 1889. Alhoewel de Tooneelvereeniging het hoofd financieel niet boven water wist te houden en na een tweede voorstelling, op 9 april, ophield te bestaan, is Nora ongetwijfeld de meest succesvolle lbsen-productie uit de geschiedenis het Nederlands toneel geweest.

Opdracht 5: Ook bij de samenstelling van het decor had men niet de gebruikelijke wegen bewandeld. Geef deze aan.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

Opdracht 6: Je zou dit stuk van Ibsen kunnen rekenen tot het realisme. Verklaar.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

..................................................................................................................................................................

 

einde