CKV-2 / Opdracht 4.3.E

Romantiek en Realisme in de 19e eeuw.

Het Rijksmuseum 1885


Opdracht 1: Breng een virtueel bezoek aan het Rijksmuseum.  [  http://www.rijksmuseum.org/  ]

In de langgerekte hoofdgevel flankeren twee torens de onderdoorgang tussen de twee hoofdingangen van het gebouw. Het belangrijkste effect van deze torens is dat het gebouw zo op een kasteel lijkt, waarin stijlelementen ontleend aan de Renaissance en de gotiek zijn verwerkt. Voor de rooms-katholieke bouwmeester van het museum P. J. H. Cuypers vormt de gotische bouwkunst de belangrijkste inspiratiebron. In het middengedeefte van deze gevel worden door middel van het iconografisch programma de vaderlandse geschiedenis en de kunst gehuldigd. 

DSC00001.JPG (61445 bytes)  DSC00007.JPG (60468 bytes)

Detail voorzijde/detail achterzijde

Op de geveltop staat een grote, roembrengende Victoria. Op het reliëf-fries boven de middenonderdoorgang troont de Nederlandse maagd tussen de belangrijkste vaderlandse kunstenaars. Zij wordt begeleid door Waarheid en Schoonheid rechts, en links door Wijsheid en Gerechtigheid.

Opdracht 2: Lees onderstaande teksten. De tekstfragmenten zijn afkomstig van de museumsite van het Rijksmuseum.

 


Het Rijksmuseum is het grootste museum van Nederland, qua omvang van de collectie, maar ook wat betreft het oppervlak, het budget en het aantal werknemers. Ieder jaar bezoeken meer dan een miljoen mensen het museum. Er werken ruim 400 mensen, waaronder 45 conservatoren met allerhande specialismen.
Het Rijksmuseum heeft een internationale naam hoog te houden op het gebied van tentoonstellingen en publicaties. Deze zijn niet alleen van zeer hoge kwaliteit, maar getracht wordt ook om op wetenschappelijk gebied aanzet te geven tot nieuwe inzichten. Bovendien wordt veel aandacht besteed aan educatie en aan de inrichting en vormgeving van de tentoonstellingen. Hiervoor worden regelmatig vooraanstaande vormgevers en ontwerpers uitgenodigd.

Opdracht 3: Welke eisen stelt het museum aan tentoonstellingen?

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

Opdracht 4: Welke eisen stelt het museum aan publicaties?

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

Het Rijksmuseum opende, als Nationale Konst-Gallerij, voor het eerst zijn deuren in 1800. Het was toen gevestigd in het Huis ten Bosch in Den Haag en de collectie omvatte voornamelijk schilderijen. In 1808 verhuisde het museum naar Amsterdam, waar het achtereenvolgens gevestigd was in het Paleis op de Dam en in het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal. Het huidige gebouw werd in 1885 in gebruik genomen. Bij die gelegenheid werd het uit Den Haag afkomstige Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst aan het Rijksmuseum toegevoegd, dat de basis vormde voor de verzamelingen Nederlandsche Geschiedenis en Beeldhouwkunst en Kunstnijverheid.


De Nationale Konst-Gallerij

           
Op 19 november 1798 besloot Jan Alexander Gogel dat er in Nederland, naar Frans voorbeeld, een nationaal museum moest komen. De overblijfselen van de Stadhouderlijke collecties werden ondergebracht in 8 zalen van de westvleugel van Huis ten Bosch. Samen met de eerste directeur, Cornelis Roos, werden de zalen gevuld met 200 schilderijen. Op 31 mei 1800 opende de Nationale Konst-Gallerij zijn deuren. De eerste aankoop (fl 95,-) volgde drie jaar later: de bedreigde zwaan van Jan Asselijn, nog steeds een van de topstukken van het Rijksmuseum.

In 1808 verhuisden de collecties, op bevel van koning Lodewijk Napoleon, naar het voormalige stadhuis van Amsterdam.
Daar werden ze verenigd met de schilderijen van de Stad Amsterdam, waaronder de Nachtwacht van Rembrandt. Zo opende op de bovenverdieping van het Paleis ‘Het Koninklijk Museum’.
Door de gestage groei van de collecties was het Paleis al snel te klein, en het museum moest alweer verhuizen. In 1817 was de collectie te zien in het Trippenhuis, een 17de-eeuws stadspaleis aan de Kloveniersburgwal. Bovendien werd besloten om de toenmalige moderne kunst onder te brengen in Paviljoen Welgelegen in Haarlem. De eerste Koning van Nederland, Willem I, had het museum inmiddels herdoopt tot 'Rijks Museum'.

Om aan de huisvestingsproblemen een eind te maken werd na jarenlange onderhandelingen in 1876 begonnen met de bouw van het huidige Rijksmuseum. De architect P.J.H. Cuypers maakte een ontwerp in historische stijl: een mengeling van Gotiek en Renaissance. Het gebouw werd in 1885 officieel geopend.
De collectie was inmiddels uitgebreid met de verzameling van de Gemeente Amsterdam waaronder de nalatenschap van A. de Hoop, waarin zich onder andere de Joodse Bruid van Rembrandt bevond. Verder bood het nieuwe gebouw onderdak aan het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst uit Den Haag, de tegenwoordige afdelingen Nederlandse Geschiedenis en Beeldhouwkunst & Kunstnijverheid. Ook de verzameling 19de-eeuwse schilderijen uit het Paviljoen Welgelegen in Haarlem werd overgebracht naar het nieuwe gebouw.
      

DSC00003.JPG (62849 bytes)  DSC00004.JPG (61033 bytes)  DSC00014.JPG (61183 bytes)  DSC00015.JPG (59756 bytes)

Aan het exterieur kon je ook al opmaken, hoe de collectie gerangschikt was en welke onderdelen het belangrijkst waren. De 2 rechtse tympanen bevinden zich aan de rechterzijgevel van het gebouw.

DSC00008.JPG (62962 bytes)  DSC00009.JPG (66800 bytes)  DSC00010.JPG (79768 bytes)  DSC00011.JPG (90642 bytes)

De bovenstaande afbeeldingen zijn van de achterkant van het gebouw: welke ambachten worden er uitgebeeld?

Opdracht 5: Ga met de hulp van de bovenstaande tekst nauwkeurig na hoe de collectie van het Rijksmuseum tot stand is gekomen in de loop van de tijd.

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

.............................................................................................................................................................

DSC00017.JPG (39665 bytes)  DSC00012.JPG (63314 bytes)  DSC00002.JPG (77921 bytes) 

Voorzijde/achterzijde/doorgang


In de loop der tijd is er nogal wat gesleuteld aan het oorspronkelijke ontwerp. Talloze verbouwingen volgden elkaar op. Zo werd in 1906-1909 en 1913-1916 een nieuwe vleugel aangebouwd voor de collectie 19de-eeuwse kunst, die door een legaat van het echtpaar Drucker-Fräser aanzienlijk groeide: de Drucker-Fräser-uitbouw, de huidige Zuidvleugel. Na de Tweede Wereldoorlog werd ook de collectie van de Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst in de uitbouw ondergebracht. In de jaren vijftig en zestig werden de twee binnenplaatsen gevuld met tentoonstellingszalen.

Opdracht 6: Ga met de hulp van de bovenstaande tekst nauwkeurig na hoe de huidige architectuur van het museum tot stand is gekomen.

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

Op dit moment is het Rijksmuseum druk bezig om de plannen van Het Nieuwe Rijksmuseum te verwezenlijken: een ambitieuze renovatie en herstructurering van het gebouw in een gezamenlijk ontwikkelde visie van het Rijksmuseum en de Rijksgebouwendienst. Het plan heeft drie belangrijke onderdelen. Allereerst moet achterstallig onderhoud worden weggewerkt. Daarnaast behelst het plan een terugkeer naar de duidelijke architectuur en oorspronkelijke decoratie van Cuypers, rekening houdend met de eisen van de 21ste-eeuwse bezoeker. Binnenhoven worden weer teruggebracht, licht van buiten wordt weer toegelaten. Het derde onderdeel heeft te maken met de collectie: in Het Nieuwe Rijksmuseum zullen geen aparte afdelingen meer zijn, maar zijn kunstwerken gemengd opgesteld. Schilderijen, kunstnijverheid en historische objecten vertellen samen het verhaal van kunst en geschiedenis. Op 19 november 1999 stelde het Kabinet al 100 miljoen gulden beschikbaar voor deze grote verbouwing. In de Troonrede van 2000 is bekend gemaakt dat de totale financiering van dit omvangrijke plan rond is, door toedoen van het Ministerie van VROM en het Ministerie van OCenW. Het Rijksmuseum draagt zelf 100 miljoen gulden bij: 60 miljoen gulden uit sponsoring en fondsenwerving; 40 miljoen uit de toekomstige exploitatie. De resterende 345 miljoen wordt opgebracht door de Ministeries van OcenW en VROM. Dat betekent dat Het Nieuwe Rijksmuseum van de 21e eeuw werkelijkheid kan worden. In oktober 2000 werd de shortlist van 7 architecten gepresenteerd. Deze leverden alle hun visie in op Het Nieuwe Rijksmuseum, waaruit op 4 april 2001 het Spaanse architectenduo Cruz y Ortiz werd gekozen. De restauratiearchitect wordt in de loop van april 2001 bekendgemaakt. Het definitieve ontwerp voor Het Nieuwe Rijksmuseum moet eind 2001 zijn voltooid. Vanaf ca. 2003 vindt dan de daadwerkelijk verbouwing plaats, waarna Het Nieuwe Rijksmuseum in 2006-2007 -gefaseerd- opengaat. Overigens zullen de topstukken van het Rijksmuseum tijdens de ingrijpende renovatie steeds toegankelijk blijven.

Opdracht 7: Het verbouwingsplan behelst een herschikking van de collectie. Hoe wil men deze ordenen?

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

Opdracht 8: Geef minimaal 2 redenen voor deze herschikking. Motiveer je antwoord

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

    
Het Rijksmuseum is voor zijn activiteiten voor een groot deel afhankelijk van externe gelden. Talloze bedrijven en fondsen hebben het museum in het verleden ondersteund en daardoor tentoonstellingen, publicaties, restauraties, educatieve programma's en publiciteitscampagnes mede mogelijk gemaakt. Ook in de toekomst zal deze steun voor het Rijksmuseum onontbeerlijk zijn.

Het Rijksmuseum biedt een sponsor een breed scala aan tegenprestaties. Naast naamsvermelding op in- en externe uitingen, gratis toegangskaarten en joint-promotions behoort hospitality tot de mogelijkheden. De mooiste zalen in het Rijksmuseum zijn beschikbaar voor relatieontvangsten. Naast de bekende Eregalerij en de Nachtwachtzaal kan ook gedineerd worden in de Frans Halszaal en in de intieme Aduardkapel.

Opdracht 9: Geef een opsomming van de "externe inkomsten"

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

Opdracht 10: Heeft het museum ook eigen inkomsten?

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................


Het wetenschappelijk onderzoek is een basisvoorwaarde voor alle museale activiteiten, zowel waar het verwerving, conservatie en restauratie betreft, als ontsluiting, educatie en presentatie. Bij het grootste deel van dit onderzoek wordt primair uitgegaan van het museale (kunst)voorwerp als informatiedrager. Hierin kan het museale (kunst)historische onderzoek van het universitaire onderzoek verschillen, dat sterker theoretisch georiënteerd is.

Opdracht 11: Het museale onderzoek verschilt vaqn het universitaire. Leg uit wat hiervan de oorzaak is.

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

Het onderzoek van (kunst)voorwerpen, in het bijzonder van aanwinsten, resulteert dikwijls in artikelen in het Bulletin van het Rijksmuseum, het wetenschappelijke tijdschrift van het Rijksmuseum. De collecties worden toegankelijk gemaakt via bestands-catalogi, die collectieonderdelen wetenschappelijk ontsluiten, gespecialiseerde tentoonstellingscatalogi en andere publicaties.

Het Rijksmuseum bezit de grootste kunsthistorische bibliotheek van Nederland, gehuisvest in een monumentale schepping van Cuypers. Er worden boeken, tijdschriften, veilingcatalogi, jaarverslagen e.d. verzameld die te maken hebben met de collecties van het museum. Boeken en tijdschriften worden niet uitgeleend, maar kunnen bekeken worden in de studiezaal.


De bibliotheek en het prentenkabinet beschikken over een gezamenlijke studiezaal waar de bezoeker prenten, tekeningen, foto's, albums, documenten etc. uit de verzamelingen van het prentenkabinet en boeken uit de bibliotheek kan opvragen en bestuderen. Behalve voor enkele zeer kwetsbare en zeldzame werken hoeft hiervoor géén afspraak gemaakt te worden, wel is legitimatie verplicht. Voor het opvragen van kunstwerken op papier geldt een leeftijdsgrens van 16 jaar en per te bestuderen object een maximum van 2 personen.

Er worden geen boeken of tijdschriften uitgeleend. Op verzoek kunnen tegen betaling fotokopieën worden gemaakt, ook in kleur. Sommige onderdelen van de collectie, zoals brieven, zijn alleen te raadplegen via microfiches. Afdrukken hiervan zijn mogelijk.


Het Rijksmuseum werkt aan een nieuwe publiekscatalogus voor de bibliotheek. Dit systeem is op dit moment nog niet via Internet te raadplegen. Helaas heeft het project enige vertraging opgelopen. Naar verwachting zal vanaf begin 2002 de vernieuwde en verbeterde bibliotheekcatalogus beschikbaar zijn.

      
Van een groot deel van de collectie -- zo'n 350.000 objecten -- zijn basisgegevens in een database opgenomen. Daardoor kan snel inzicht worden verkregen in allerlei aspecten van de collectie van het Rijksmuseum, bijvoorbeeld of er werken van een bepaalde kunstenaar aanwezig zijn. De beschikbare gegevens over de kunstwerken en voorwerpen zijn in de meeste gevallen beperkt tot de noodzakelijke, zoals titel en eventueel een korte beschrijving, naam van de kunstenaar, plaats en tijd van ontstaan, afmetingen, materiaal en techniek e.d.

De gegevens over de collectie van het Rijksmuseum zijn nog niet geschikt om via de Internet te raadplegen. In de herfst van 2001 zal de collectie Schilderijen als eerste deel van het collectiebestand via deze website te raadplegen zijn. Daarna volgen de Aanwinsten van het jaar 2001 en de Nationale Fotocollectie.

Opdracht 12: De collecties van het Rijksmuseum worden toegankelijk gemaakt. Op welke wijze?

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

.............................................................................................................................................................

   
Op het gebied van conservatie en restauratie spelen talloze projecten. Een aantal voorbeelden:

Restauratie Metaal: het Silprot-onderzoek
Silprot staat voor Silver Protection. Het Instituut Collectie Nederland (ICN) heeft, samen met twee Britse onderzoeksinstituten en het Rijksmuseum, van de Europese Commissie een subsidie van ruim één miljoen gulden gekregen. Het geld is bestemd voor een onderzoeksproject om de effecten van luchtvervuiling, vooral van zwavelverbindingen, op collecties zilver terug te dringen. Het project is begonnen op 1 april 1998 en duurt drie jaar. Het staat onder leiding van Norman Tennent, een Schotse conserveringsdeskundige die verbonden is aan het ICN. Doel van het onderzoek is middelen te ontwikkelen die zilveraanslag voorkomen en op eenvoudige wijze zijn toe te passen. Daarbij moet worden gedacht aan luchtzuiverende middelen die in tentoonstellingen kunnen worden gebruikt en aan speciaal materiaal ter bescherming van de objecten in de depots.

Van Mekeren meubelen
Een publicatie wordt voorbereid over Nederlandse meubelen met marketerie uit eind 18e eeuw. De kast en de tafel toegeschreven de Amsterdamse meubelmaker Jan van Mekeren vormen hierbij het middelpunt. Naast kunsthistorisch onderzoek zal ook de constructie van deze meubelen en de vervaardigingstechniek van de bloem marketerie uitgebreid belicht worden. Dit maakt een nauwkeurige vergelijking mogelijk met van Mekeren meubelen elders in de wereld, zoals in Kasteel Amerongen, het Victoria & Albert museum en het Metropolitan Museum of Art. Daarnaast zullen andere meubelen in eigen bezit technisch met de van Mekeren meubelen vergeleken worden, zodat een ruimer inzicht ontstaat in de toenmalige methoden van meubelconstructie.

Ceramiek
Speciale aandacht wordt besteedt aan de restauratie van het Meissen en het Delfts aardewerk. Momenteel wordt de Meissen-collectie ook geheel gefotografeerd ten behoeve van de catalogus hierover.

Prenten
In verband met de tentoonstelling ‘Rembrandt in alle staten’ wordt in samenwerking met het British Museum in Londen een onderzoek gedaan naar de etsen die op Japans papier gedrukt zijn. Nadruk ligt hierbij op de technieken die Rembrandt ontwikkelde en zijn experimenten met materialen.

Opdracht 13: Wat behelst het "Van Mekeren" project?

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................

..............................................................................................................................................................