Jagoda Buic (1930-): "Triptiek" (250 x 300 cm), Joegoslavië, 1966, (3e Biennale, Lausanne, 1967).

Materiaal: wol, geitenhaar, sisal, touw; techniek: weven, kelimweven en vutlak (traditionele Joegoslavische weeftechniek).

Eigen atelier.

Buic studeerde aan de akademies van Zagreb, Wenen en Rome, ontwierp decors en kostuums voor het theater.

Haar werk is, zowel qua vormentaal,-als in techniek en kleur, diepgeworteld in Balkantraditie (vgl. 95, 96).

De inslag wordt vaak excentrisch geweven zodat er ellipsvormen ontstaan; karakteristiek zijn het open karakter (waardoor de achtergrond, de muur gaat meespelen) en de chevron- en kanteelpatronen die de ruit- en diamantvorm bepalen.

Collectie: J. H. Hurschler, Pasadena, U. S.A.