Herman Scholten (1932-): "Drie bogen"(170x310 cm), 1973, Nederland.

Materiaal.- wol, sisal, manilla in wit en blauwen;

techniek: drie monumentale, apart op vorm geweven, gebogen banden zijn op een tapijtweefstoel geweven in eigen atelier.

De werking van kleur versterkt de ruimteiijkheid door suggereren van schaduw, daar waar de banden elkaar kruisen.

Scholten tekent zijn ontwerpen van te voren precies uit en maakt papiermodellen, voor hij gaat weven. Hij is en blijft een wever, d.w.z. de essentie van het weven: het kruisen van twee draden met als konsekwentie de opbouw van een structuur, is voor hem uitgangspunt. Maar hij is geen"techniekjesidioot". Het weven blijftvoor hem een middel, een "gereedschap'', zoals zandsteen en beitel dat voor een beeldhouwer zijn.

Ook de, volgens hem, zo vaak misbruikte aantrekkelijkheid van de textieltextuur blijft voor hem ondergeschikt aan het concept en de uiteindelijke vorm (vgl. het werk van Landis 110 a, b).

Zijn werk en de mentaliteit die het uitstraalt, is sterk verwant aan de Hollandse traditie van "de Stijl"-beweging (Mondriaan, van Doesburg e.a.) en roept ook de weefsels van het Bauhaus in herinnering (vgl. 82, 83, 84). Maar ook met het werkvan b.v. Frank Stella (colourfield painting) zijn er parallellen te trekken.

Scholten is docent aan de Gerrit Rietveldakademie in Amsterdam.

N. V. Watertransportmaatschappij, Rijnkennemerland, Jutfaas.