Vera Széleky (Hongarije, 1922-, leeft in Frankrijk): "Structures tendues" (1000x 1000 cm, detail),1980-1981.

(Getoond op de 10e Biennale van Lausanne, 1981).

Materiaal, techniek en konstruktie: katoenen doek, bindtouw en hout, waarmee verstijfde en op variabele spanning gebrachte elementen zijn gebouwd, die vanaf het plafond vrij in de ruimte zijn opgehangen. Deze elementen ("gespannen structuren") vullen de ruimte.

De van oorsprong Hongaarse kunstenaar, opgeleid in de grafische kunsten, werkt vrijwel altijd met textiel in relatie tot architektuur.

Deze mammoet-environments gaan door op de tendenzen van rond 1970 van b.v. Abakanowicz (vgl. 112, 113) en later Hicks (150,151) en Graffin (116).

Textiel is hier ondergeschikt gemaakt aan de architektuur. Textiel is aankleding en verfraaiing in de zin van de ideeën van Lurcat (89) en van de architekt Le Corbusier. Het hier getoonde voorbeeld is kenmerkend voor een al oude traditie. Het is een textielgebied, waarin veel textielkunstenaars opereren.

 

Musée des Arts Décoratifs, Parijs.