De halfcirkelvormige mantel is met cassetten ingedeeld.

Materiaal: linnen, de cassetteomranding is van rode zijde en afgezet met goudboorden; borduurmateriaal: gouddraad, parels, topazen, safieren en gekleurd zijdedraad;

techniek: de voor- stellingen zijn apart gemaakt en later met de goudboorden aan elkaar gezet. Karakteristiek voor deze rijke, laat-gotische borduursels is het toenemende naturalisme en de plastische, schilderachtige effekten.

Voor dit zgn. "bordurend schilderen" wordt binnen het goudborduren de"lazuur- techniek" ontwikkeld: in de schaduwpartijen wordt het goud a.h.w. overwoekerd door de zijden hechtdraden en schemert er slechts vaag doorheen, terwijl in de lichte partijen de hechtdraden juist op grote afstanden zijn toegepast, zodat het goud alle licht kan vangen.

Schatkamer, Wenen -