Naaldkant; Alencon, Frankrijk, ± 1750-1760.

Barbes (slippen) van een muts;

breedte: 11,5 tot 9,5 cm,

lengte: 59 cm;

materiaal: linnen;

atelier.- Alencon.

Alencon en Argentan worden de 18e eeuwse centra voor de Franse naaldkant (vgl. 46).

Stijl: rococo, Louis XV met naturalistische, slingerende bloemenranken en fijne, rijke siersteken (vgl. 33.2 a, b, naaldkant). Deze stijl in ornamentiek loopt parallel met die van de zijdeweefsels (vgl. 47,48, 49 b).

Naaldkant; Alencon, Frankrijk, ± 1765-1775.

Gerimpelde mouwstrook; breedte: 20,5 cm.

Stijl'-.late rococo met al typerende Louis XVI stijikenmerken, zoals het leger wordende fond. De grote vraag, ten tijdé van de rococo, naar ragfijne, soepele,"schuimende" en plooibare kanten zorgt uiteindelijk voor steeds legere kanten (patroon wordt onbelangrijk omdat er weinig van te zien blijft), waardoor het mazenfond (steeds fijner en dunner) in belangrijkheid gaat toenemen. Uit deze ontwikkeling ontstaat het echte netfond (réseau), dat, in tegenstelling tot het oude bridesfond, bestaat uit enkelvoudige mazen die in één keer ontstaan uit enkele (soms gedraaide) fesfonlussen, die in rijen (van links naar rechts) in elkaar grijpen (33.2, naaldkanten, réseau, zie ook 57 b, onder links en boven rechts).

A en b uit particuliere collectie, Magaret Simeon, Engeland.