Wandtapijt; "De hanentuin", Frankrijk, 1939.

Carton: Jean Lurcat (1892-1966); atelier.- Aubusson; wever.- Francois Tabard, (afmetingen tapijt: 285 x 246 cm).

Lurcat's belangstelling voor het wandtapijtweven bestond al vóór zijn kontakten met Marie Cuttoli (vgl. 86). Vanaf zijn kennismaking met de wever Tabard en het bestuderen van de Apocatypse tapijten van Angers (1 8 a, b) en de "Dame Met eenhoorn" tapijten (26) begint hij zelf grotere tapijten te ontwerpen. De door hem ontwikkelde werkwijze zorgt voor een revolutie en betekent een definitieve doorbraak van de moderne tapijtweefkunst. Hij brengt het (grote) aantal gebruikte kleuren terug tot 6 á 8, met voor elke kleur maar een paar nuances; hij maakt gebruik van bestaande garenkleuren die hij nummert. Dezelfde nummers zijn terug te vinden op het carton, zodat een ontwerp meer een werktekening gaat worden. Elke plasticiteit of ruimtelijkheid wordt vermeden. In tekening en vormbegrenzing past hij de middeleeuwse hachuretechniek toe (2.2,f.: het vlamsgewijs in elkaar lopen van kleurvlakken).

Vooral aan de middeleeuwse Milles Fleures tapijten ontleent hij de kleurwerking: donkere achtergrond waartegen de vormen helder en de kleur iriserend afsteekt.

Zijn tapijten zijn niet langer nageweven schilderijkopieën, maar weefsels met eigen mogelijkheden en zeggingskracht.

 

Musée d'art Moderne, Parijs.