TEXTIELKUNST (Textiele Werkvormen voor havo/vwo)


DE RENAISSANCE VAN DE TEXTIELVORMGEVING 1850 - 1920


De nummers verwijzen naar afbeeldingen.

De reactie op de ontwikkelingen uit de eerste helft van de 19de eeuw krijgt duidelijk vorm vanaf de wereldtentoonstelling in het Crystal Paiace in Londen (1851). Hier is, door de opeenhoping van producten uit heel Europa, duidelijk te zien, waar de imitatie van historische stijlen toe leidt.

Kunstenaars, vormgevers en intellectuelen in Engeland vinden elkaar in het verzet tegen alles wat met de industrialisatie en haar wanproducten te maken heeft. Zij willen terug naar het eerlijke handwerk en zoeken naar een vormgeving, waarbij vakmanschap nog meesterschap betekent. Voorbeelden hiervan vinden zij in het verleden, in een tijd, toen kunstenaar, vormgever en uitvoerder nog samenwerkten naar één gemeenschappelijk doel.

Deze intenties vinden we het sterkst terug bij een groep Engelse schilders.

Zij noemen zich de "Pre-Raphaelite Brotherhood" en worden gesteund door Engelands meest invloedrijke criticus, J. Ruskin. Als jonge, rebellerende generatie zetten zijzich af tegen de officiële, academische stijl en verwijzen naarde kunst uit de tijd van voor Rafaël. In die tijd werden vorm en inhoud nog niet ondergeschikt aan loze knapheid en virtuoze gekunsteldheid. In hun teruggrijpen naar de late middeleeuwen en in hun idealistische ijver blijven de pre-rafaëiieten echter gebonden aan de 19de eeuw.

In het kielzog van deze groep ontwikkelt zich in Engeland de"Arts and Crafts Movement", gedragen door de vermogende dilettant W. Morris. Hij gaat zich toeleggen op het kunsthandwerk en sticht een eigen werkplaats voor de productie van textiel, behang, borduursels en tegels. Naast zijn afschuw van de industriële wanproducten, spelen zijn utopisch- socialistische ideeën een rol: weg met de stinkende, rokende fabrieken en de mens-onterende arbeidsomstandigheden.

Hoewel de late middeleeuwen en het gildesysteem inspiratiebronnen zijn voor Morris en de"Arts and Crafts" beweging, komt er door de volstrekt eigen manier van vormgeven een karakteristieke, nieuwe stijl uit voort (70, 71, 72, 73).

(74)

De belangstelling voor textiel en kunstnijverheid groeit enorm. Er worden speciale scholen opgericht. Museumafdelingen en zelfs geheel aan kunstnijverheid gewijde musea worden gesticht (Victoria and Albert Museum, Londen).

De "Arts and Crafts"-producten worden eerst gekocht door een elitaire, artistieke bovenlaag, maar allengs is er een groeiend publiek, dat de nieuwe produkten koopt in de als paddestoelen uit de grond komende warenhuizen. De gekunstelde scheiding tussen de"grote" en de"toegepaste" kunst, ontstaan in de 17e eeuw, vervaagt in de brede internationale stijl die bekend raakt onder de noemers: Art Nouveau, Jugendstil, Nieuwe Kunst, Modern Style, Sezessionstill.

Kenmerkend van deze nieuwe stijl is het streven naar een totaalconcept voor alle vormgeving. Van deurknop en trapleuning tot kleding en stadsplan; alles is onder- geschikt aan één bindend stijlprincipe (75 a, b, 76).

(77, 78, 79)

De hernieuwde belangstelling voor het exotische Oosten, met name voor Japan, heeft invloed op de vormgeving. Dit blijkt uit de voorkeur voor een asymmetrische compositie en dessinering, en uit de golvende decoratieve lijnvoering.

Tegen het einde van de 19de eeuw is iedereen in de ban van de "Nieuwe Kunst". Er moet afgerekend worden met de muizenissen van de neo-stijlen. De moderne wereld, de nieuwe tijd staat voor de deur! De vorm die deze afrekening echter krijgt in de periode tussen 1905 en 1914, komt deels voort uit het kleurgebruiken de lijnvoering van het Franse en Duitse expressionisme, deels uit de aankleding van de "Ballets Russes" onder leiding van S. Diaghilev. De invloed van de art nouveau is voorbij.

De Russische balletten met hun sprookjesachtige, Oosterse, soms barbaarse aankleding van L. Bakst, op muziek van o.a. Strawinsky, met dansers als Nyinski, zijn niet alleen jarenlang theatersuksessen in Europa, maar zij betekenen vernieuwing op het gebied van ballet, theater en muziek.

Mode- en textielontwerper P. Poiret, oorspronkelijk sterk beinvloed door de balletaankleding van Bakst, ontwikkelt een volslagen nieuwe en moderne kledingvormgeving, die definitief afrekent met het in corsetgeperste silhouet van de vrouw uit de"Belle Epoque" (80 a en b, 81).


Een uitgave van de Stichting Bevordering Leermiddelen Expressievakken. Samenstelling M Houtzager- van Wijngaarden Prinsenbeek 1982