Die Dreigroschenoper

Lange tijd gold Bertolt Brecht (1898-1956) als één van de belangrijkste theatervernieuwers van deze eeuw.

De Dreigroschenoper is een opera. Het is wel een opera met een aantal duidelijke verschillen.

  • Het stuk ging in premiere in het Berlijnse “Theater am Schiffbauerdamm”, een klein theater, geen operahuis, op 31 augustus 1928.

  • Men speelde voor een breder publiek dan het operapubliek.

  • In deze eerste voorstelling speelden een wijd spectrum van artiesten van verschillende theaterdisciplines.

  • Geen van de cast was een professionele operazanger.

  • Geen van de instrumentalisten had ooit in een orkestbak gespeeld..

  • Zij kwamen uit de wereld van de dansbands.

  • In deze productie zaten ze op het podium, in volle zicht.

Toch was het, dankzij deze verschillen, dat Brecht en Weill erin slaagden iets te zeggen over het genre. Het was een bijzondere gelegenheid om het begrip “opera” als thema van een theateravond naar voor te halen.

De auteur en regisseur Brecht wilde als communist de marxistische heilsleer uitdragen op de bühne. Hij introduceerde daartoe een aantal theatrale middelen, zoals plotseling voorgedragen verklaringen of ingelaste liedjes, die moesten voorkomen dat het publiek gedachtenloos zou wegzwijmelen. Het moest juist alert blijven om de stof kritisch te kunnen overdenken. Pas dan zou het op basis van de aangereikte ingrediënten inzicht verkrijgen in het vermaledijde kapitalisme. Dergelijke 'vervreemdingseffecten', zoals Brecht zijn theatrale middelen omschreef, zijn sindsdien gemeengoed in het theater, zij het vaak losgeweekt van een boodschap. Het grootste aandeel daarin heeft de muzikale begeleiding. De slagwerkers en blazers produceren op onverwachte momenten oorverdovende geluidscollages, die hun effect op het publiek inderdaad niet missen. Een grote zaal, waarin de musici zichtbaar aanwezig zijn, heeft niets weg van een doorsnee theaterzaal, dat immers volgens Brecht al te zeer verbonden is met burgerlijk vermaak. 

Libretto van Die Dreigroschenoper

Polly, de dochter van Jonathan Peachum, is een nacht niet thuisgekomen. Bij terugkomst vertelt ze haar ouders, dat zij is getrouwd met Macheath, aanvoerder van een bandietenbende, waarbij ook de politiechef Tiger Brown aanwezig was. Vader Peachum is helemaal niet blij met deze mededeling en koopt Spelunken-Jenny, ex-geliefde van Macheath, om opdat zij haar ex-pooier bij de politie aangeeft. Polly krijgt dit bij toeval mee en waarschuwt haar man die zich in zijn vorige huis, een bordeel, schuilhoudt. Jenny verraadt de schuilplaats van Macheath. Tiger Brown ziet zijn financiële positie met Macheath op losse schroeven staan en arresteert hem met tegenzin. Lucy, de dochter van de politiechef, brengt Macheath een bezoekje in de gevangenis en maakt ruzie met hem. Hij heeft eerder beloofd met haar te trouwen, maar hij is in de tussentijd met Polly in het huwelijksbootje gestapt. Als Polly haar man bezoekt en Lucy aantreft, vliegen zij elkaar in de haren. Macheath staat voor een dilemma. Wie moet hij nu kiezen; zijn vrouw of Lucy die hem uit de gevangenis kan helpen ontsnappen. Hij kiest voor de laatste.  

 

Peachum zet Tiger Brown onder druk; hij dreigt samen met alle bedelaars van Londen onrust te zaaien tijdens de kroning van de koning als Macheath niet snel wederom gevangen genomen wordt. Jenny verraadt Macheath opnieuw en ditmaal zal hij opgehangen worden. Hij probeert, zonder succes, de bewakers om te kopen; aangezien het zeer druk op straat is vanwege het op handen zijnde feest, komt het geld te laat aan. Als Macheath naar de galg geleid wordt, komen zijn bendeleden en zijn vrouw Polly afscheid van hem nemen. Een bode van de koning arriveert nog net op tijd met de mededeling dat Macheath gratie verleend krijgt. Verder zal hij een jaarlijks inkomen ontvangen, een kasteel kunnen bewonen en tot de adelstand verheven worden.

Mackie Messer Fragment (1ste couplet) (MP3)

Mackie Messer Fragment (2de couplet) (MP3)

Mackie Messer Fragment (3de couplet) (MP3)

Weill, Kurt: Die Dreigroschenoper [smalbandversie; breedbandversie] (Avro Klassiek)

 

Met de liedjes die Kurt Weill componeerde voor 'Die Dreigroschenoper' wist hij als geen ander de rumoerige sfeer op te roepen van het Berlijn tijdens de Weimar-republiek. Zijn muziek is stukken beter bestand tegen de tijd dan het libretto van Bertolt Brecht.

Weill heeft de draak gestoken met bepaalde operaconventies (barokouverture, duet tussen Lucy en Polly, aria van Lucy en zelfs verschijning van deus ex machina waardoor er toch een ‘happy end’ kan zijn). Daarentegen heeft de opera een geheel eigen stijl met gemakkelijk in het gehoor liggende ballades, brave en heldere klankkleuren, dissonanten en jazzinvloeden.
Omdat Weill zich tegen de ‘respectabele’ klassen richtte, creëerde hij een geheel nieuw en eigen publiek. Dit alles maakt dat deze succesvolle opera een vaste plaats in de operageschiedenis heeft gekregen.

Die 3 Groschenoper: Ernst Busch "Moritatsong" 1931

Dit is in het kort het libretto van 'De Driestuiveropera', dat geïnspireerd is op 'The Beggar's Opera' van John Gay uit 1728. Dat Brecht zich baseerde op een bestaande opera valt hem niet kwalijk te nemen. Minder fraai is de wijze waarop hij zich ontfermde over de royalties van het stuk. Kurt Weill moest genoegen nemen met een aandeel van slechts vijfentwintig procent. 

De “Gouden Twintiger Jaren” Cultuur in de tijd van economische crisis

De economische en politieke situatie, die in het begin van de Weimar-Republiek gekenmerkt wed door onrust, stabiliseerde zich. In de cultuur beginnen de “Gouden Twintiger Jaren”. Het lijkt wel, alsof men na de troebelen van de afgelopen jaren van het leven wil genieten, voordat de volgende crisis zich aandient. De atmosfeer is hectisch snel voorbijgaande modes, sterren en hits volgen elkaar op. De meest geliefde en ook meest typische vorm van amusement is de revue. Ze bestaat uit luchtig aan elkaar geregen zang- en dansscènes en sketches. Revuemeisjes verlenen de voorstelling glans en glamour. Schlagers wijzen naar actuele gebeurtenissen zoals geldschaarste en woningnood, of ze schilderen een vredige idylle met z’n tweetjes. De film wordt een betaalbare vorm van amusement voor een brede laag van de bevolking. Overal ontstaan zowel grote filmpaleizen als kleine bioscoopjes op de hoek. ‘s Winters brengen talloze werkelozen de hele dag door in de warme bioscoop omdat ze geen geld hebben om hun huis te verwarmen. Bekende schrijvers als Erich Kastner, Kurt Tucholsky, Joachim Ringelnatz en Klabund leggen zich toe op het cabaret. In chansons en sketches wijzen ze op maatschappelijke en politieke wantoestanden. Het publiek amuseert zich met deze kritiek, blijft echter passief.

02-01-2010   

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven