Het
VO kent de volgende ckv-vakken:
Vmbo
CKV: (Beperkt kennismaken met en leren beschouwen van kunstdisciplines; verplicht
voor alle leerlingen, beperkt schoolexamen)
Havo en vwo
CKV1
(Kennismaken met en leren beschouwen van kunstdisciplines; verplicht voor alle
leerlingen, behalve op het gymnasium; schoolexamen)
CKV2,3
(CKV2 is algemene kunsttheorie gekoppeld aan CKV3 dat bestaat uit één van de
volgende vier kunstdisciplines: beeldend, dans, drama, muziek)
Voor CKV
zijn docenten in de kunstvakken (beeldend, dans, drama, muziek) bevoegd. Nodig
is dus een afgeronde studie aan een docentenopleiding in de kunstvakken. Deze
opleiding wordt verzorgd door kunstopleidingen in het HBO en leidt tot een
eerstegraadsbevoegdheid.
Eindexamenvakken
beeldend, dans, drama, muziek.
Bevoegdheden havo
en vwo
Samenstelling
Henriette Coppens
Regeling downloaden CKV-1 [Onderwijsbevoegdheid culturele en kunstzinnige vorming 1 (CKV1)]
In deze publicatie wordt, in verband met de vele vragen, een toelichting gegeven bij de regeling van de onderwijsbevoegdheid voor culturele en kunstzinnige vorming 1 van 21 november 1997.
Regeling downloaden CKV-2,3 [Regeling onderwijsbevoegdheid culturele en kunstzinnige vorming 2, 3 (CKV2,3)]
In deze regeling wordt vastgelegd welke leraar bevoegd is om onderwijs te geven in culturele en kunstzinnige vorming 2,3. Scholen mogen er voor kiezen CKV2,3 en daarmee de definitieve invulling van het profiel cultuur en maatschappij) per 1 augustus 1999 in te voeren. Deze regeling treedt in werking op 20 februari 1999 en werkt terug tot en met 1 augustus 1998.
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (over de bachelor en master opleiding)
Werkgroep Opleidingsprofiel Beeldende Kunst
en Vormgeving
Netwerk KVDO, maart 2004
Bron: http://med.hro.nl/puntr/files/beroepsprof.htm
De bacheloropleiding kan in de periode van 4 jaar tijd zorgen voor een basisbekwaamheid, maar sommige onderwijsterreinen vergen van de docent een hoger professioneel niveau en een grotere persoonlijke verbreding en verdieping of specialisatie dan de HBO-bachelor kan bieden. Het Netwerk heeft bij het schrijven van de bachelor- en de masterprofielen het uitgangspunt gehanteerd dat het door de hogescholen af te geven getuigschrift voor de bacheloropleiding afgestudeerden de mogelijkheid geeft om les te geven in de relevante kunstdiscipline in de basisvorming, het MBO en het VMBO, alsmede het buitenschoolse werkveld. In relatie tot het voorbereidend hoger onderwijs bestaat er een sterke inhoudelijke koppeling tussen het theoretische vak CKV2 en het op uitvoering gerichte CKV3. Van afgestudeerde bachelors kan worden verwacht dat zij voldoende basis hebben voor het verzorgen van kunstdisciplinegebonden onderwijs in het voorbereidend hoger onderwijs (CKV3).
Echter, de bevoegdheid voor het verzorgen van het brede, interdisciplinaire vak CKV2 - in de gewenste combinatie met het kunstvak CKV3 - behoort in de optiek van het Netwerk niet bij de bachelorgraad. Alleen het getuigschrift van de masteropleiding biedt afgestudeerden de volledige onderwijsbevoegdheid in de kunstdiscipline waarvoor zij zijn opgeleid. Door de grotere aandacht voor de theoretische competenties in de masteropleiding onderscheidt de master zich van de bachelor vanwege de mogelijkheid om in het voorbereidend hoger onderwijs het vak CKV2 (in samenhang met CKV3) te verzorgen. Daarbij heeft de afgestudeerde Master ook de bekwaamheid ten aanzien van het vak CKV3 verder ontwikkeld. Met deze opzet wordt aangesloten bij de nationaal en internationaal gangbare praktijk.