Robert Pinget Pinget was een van de groten van de nouveau roman, maar veel minder pretentieus dan zijn collega’s, en vooral gespeend van hun bloedige ernst. Van Pinget verschenen ook de romans: Iemand (Quelqu’un), De verlossing, Vrijbuitersgraal, Theo of de nieuwe tijd, Meneer Songe en De vijand bij IJzer.
Iemand(Quelqu'un)

In 'Iemand' is een pensionhouder aan het woord die op zoek is naar een papiertje dat hij is kwijtgeraakt. Tijdens zijn zoektocht laat hij zijn leven de revue passeren en maken we kennis met de omgeving waarin hij verkeert: de afschuwelijke tuin, het afschuwelijke huis, de met zijn darmen tobbende mede-eigenaar Gaston, de achterlijke Fonfon en de andere gasten met hun hebbelijkheden. In deze verstikkende omgeving zoekt hij naar een manier om zich staande te houden.

De verlossing

In 'De verlossing' wordt veel gepraat, gefluisterd en van alles beweerd. Onder andere over de verdwijning van de kleine Ducreux. Eigenschappen, personen en gebeurtenissen schuiven over en door elkaar heen, en overlappen elkaar: niets is wat het is of lijkt te zijn. De lezer wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen wat er werkelijk gebeurd en wat er wordt verondersteld.

Vrijbuitersgraal

In 'Vrijbuitersgraal' maakt de hoofdpersoon samen met de koetsier Brindon en het sprekende paard Clotho in een kar van vergane luxe een avontuurlijke tocht door een denkbeeldig rijk, waar de vreemdste volkeren wonen met de meest ongewone gebruiken en waarin allerlei gedrochten van dieren en planten huizen. De avonturen die zij beleven worden door de hoofdpersoon opgetekend in een soort reisverslag waarin het fantastische dat hij ziet zo beschreven wordt alsof het werkelijk bestaat.

Leesfragment uit: Passacaglia