De opening van de verbouwde schouwburg te Amsterdam. Van suggestie naar illusie, kunst- en vliegwerken in de Amsterdamse schouwburg

 26 mei 1665

INWIJDING VAN DE SCHOUWBURG T'AMSTERDAM

was de eenvoudige titel van het allegorische toneelstukje waarmee op 26 mei 1665 de Amsterdamse Schouwburg feestelijk heropend werd. Als de titel van het spel al van bescheidenheid getuigde, dan deed de aankondiging van de inhoud dat allerminst:

'Hier toont men zee en strandt, omheint van steile bergen. Nu ziet gy tenten, die een groote Stadt omringen. 

Hier toont de kunst een bosch daar 't zonlicht nooit in straalt 

Hier wordt u een gebouw, vol heerlijkheidt, vertoont.'

Dit is nog maar een greep uit de beschrijving van de snelle opeenvolging van decors, voorgetoverd aan een ongetwijfeld ademloos publiek. Schouwburgregent Jan Vos schreef dit openingsstuk om alle technische mogelijkheden te kunnen demonstreren van de toneelmachinerieën en decors die tijdens een ingrijpende verbouwing waren geïnstalleerd. De Amsterdamse Schouwburg moest een theater van internationale allure worden dat zich kon meten met illustere theaters in Frankrijk en Italië, en dat moest kunnen voldoen aan een uit Italië afkomstige rage: de opvoering van opera's.

In de nieuwe toneelkunst werd gebruik gemaakt van spectaculaire visuele effecten. Niet langer werd een bos gesuggereerd met wat takken en aarde op het toneel, maar men beoogde nu een zo natuurgetrouw mogelijke benadering te geven van de uitgebeelde realiteit. Geschilderde decors in eenheidsperspectief met een centraal verdwijnpunt, suggestief gebruik van verlichting, rook, vuur en water riepen een illusionaire wereld op. Het decor en de toneelmachinerieën kregen in het baroktheater van de tweede helft van de zeventiende eeuw welhaast de hoofdrol toebedeeld. Italiaanse theaterbouwers reisden door heel Europa, en ook boeken als Sabbatini's Pratica di fabricar scene e macchine ne'teatri (1637) droegen ertoe bij dat deze opzienbarende toneelkunst toegankelijk werd voor een groot publiek. Ook de Amsterdamse Schouwburg moest aangepast worden aan de moderne smaak: het statische toneel met zijn suggestie van werkelijkheid voldeed niet meer.

Plattegrond van de verbouwde schouwburg met een aantal kunst- en vliegwerken

De verbouwing, waarvan Vos de mede-initiator was, werd in korte tijd gerealiseerd. De regenten van de Schouwburg verzochten de architect Philips Vingboons in november 1663 een ontwerp te maken voor het nieuwe theater. In de zomer van 1664 werd begonnen met de verbouwing van de Schouwburg aan de Keizersgracht, ter hoogte van het huidige nummer 384. Al in mei van het volgend jaar was de 'nieuwe' Schouwburg klaar.

In de lengte van een hoefijzervormige zaal werd een diep toneel gebouwd, dat nu voor het eerst door een toneelboog van de zaal was gescheiden: een zogenaamd 'lijsttoneel'. Trots kondigde Schouwburghoofd en stadsbeschrijver Tobias van Domselaar aan dat dit nieuwe toneel aldus zou worden ingericht:

'na d'ltaliaanze manier als men nu te Venetien gebruykt, met alle bedenkkelijke (denkbare) en schiellijkke veranderingen van Perspectiven of inzichten, en Vliegende Werkken, die men Machines noemt op dat d'aanschouwers alle omstandigheden van de plaatzen der speelen. als Paleyzen, Steden, Dorpen, Zaten, Landtschappen, Hoven, Bossen, Rotzen, Bergen, Duynen, Stranden, Zeen, Hemel, Hel, met hun behoorlijk [hierbij passend] gezwier, van allerley Geesten, Dieren, Vogelen, Visschen, & Soo natuurlijk en als levendig, benevens d' actien en beweeglijkheden der Speelders, zullen konnen zien.'

Dat wil zeggen: een toneel met perspectivisch beschilderde zijschermen (coulissen) en achterdoek, die dankzij een ingenieus systeem van kabels, katrollen en gewichten, snel verwisselbaar waren in het zicht van het publiek.

Naast een nieuw decoratief kreeg de Schouwburg nog meer zogenaamde 'Sieraaden van het Tooneel'. Met deze term duidde men in de zeventiende eeuw de visuele elementen aan die het drama opsmukten: stomme vertoningen (tableaux vivants), en kunst- en vliegwerken.

02/18/2010   last update digischool