Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Oost-Indische Huizen in Nederland

Hoewel de handel en wandel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) zich voor een belangrijk deel afspeelde in Azië, lag de basis van het bedrijf in Nederland. Hier werden de schepen gebouwd, hier monsterde de bemanning aan, hier werd de boekhouding bijgehouden en hier vonden de veilingen van de gïmporteerde goederen plaats. In de Hollandse en Zeeuwse steden woonden de kapitaalkrachtige geldschieters en werden de huizenhoge winsten uit de overzeese handel opgestreken.

Kamers
De VOC werd gevormd door deelnemers uit zes Nederlandse steden: Amsterdam, Middelburg, Rotterdam, Delft, Hoorn en Enkhuizen. De deelnemers uit één stad vormden een kamer. Er waren dus zes kamers. De Heren XVII vormden de centrale directie van de VOC. Tijdens vergaderingen van dit college werd het beleid van de onderneming bepaald. De directie bestond uit zeventien afgevaardigden van de kamers. Acht afgevaardigden kwamen uit Amsterdam, vier uit Zeeland. De vier kleinere kamers leverden er elk één. Het zeventiende lid werd bij toerbeurt afgevaardigd door Zeeland of door één van de kleinere kamers. De Amsterdamse en Zeeuwse afgevaardigden waren in de meerderheid omdat hun kamers het meest geld investeerden.


Hoofdkwartier
Het Oost-Indisch Huis in Amsterdam was het hoofdkwartier van de VOC. Behalve de vergaderingen van de bewindhebbers (directeuren) van de kamer Amsterdam, vonden in dit gebouw (meestal) de vergaderingen van de Heren XVII plaats. Het grootste deel van het Oost-Indisch huis staat nog overeind. De vergaderzaal is in oude glorie hersteld. Zo zijn er meer sporen van de Compagnie in Amsterdam aan te treffen. Op Oostenburg bevindt zich nog altijd de voormalige dienstwoning van de equipagemeester met daarnaast een pakhuis, waarin tegenwoordig het Werkspoormuseum is gevestigd. De gebouwen van de grote VOC-werf op Oostenburg zijn goeddeels verdwenen, maar kort geleden hebben archeologen er nog een scheepshelling uit de tijd van de Compagnie opgegraven.

Peperkorrels
Ook in de andere VOC-steden zijn nog gebouwen van de Compagnie aan te treffen. In Enkhuizen staat het Peperhuis. Dit VOC-pakhuis deed nog lange tijd zijn naam eer aan: in de vloernaden werden nog kort geleden peperkorrels gevonden. Op de stoere gevel aan de zijde van de Oosterhaven is het VOC-monogram aangebracht, balancerend op een grote E (van Enkhuizen). Het Peperhuis maakt nu deel uit van het Binnenmuseum van het Zuiderzee Museum.

foto Gemeentearchief Delft 
Gevelsteen van het Oost-Indisch Huis in Delft, met het VOCD monogram
Bedrijfspanden
In Delft, treffen we vanzelfsprekend de letter D aan als onderdeel van het VOC-monogram in de gevel van een pakhuis. Naast het pakhuis staat het Oost-Indisch Huis van de kamer Delft. De gevels dateren van 1722. De grote winsten die in die periode door de VOC werden behaald investeerde de Delftse afdeling in de verbouwing van haar bedrijfspanden.

Engeltjes
Ook het Oost-Indisch Huis van de kamer Hoorn bestaat nog. Wederom met in de gevel het VOC-teken, dit keer omgeven door gebeeldhouwde engeltjes. In de vergaderkamer hing het grote groepsportret van de bewindhebbers van de kamer Hoorn uit 1682. Het schilderij is nu te zien in het plaatselijk Westfries Museum.

Brokstukken
Het Oost-Indisch Huis te Rotterdam is verloren gegaan bij het Duitse bombardement in 1940. De brokstukken van de stenen bekroning boven de ingang zijn uit de puinhopen gevist en later als een puzzle samengevoegd. Zo bleef het trotse VOC-monogram (met de letter R) toch nog gespaard. De gevelsteen wordt bewaard in het Historisch Museum Rotterdam.

Harm Stevens

Zie ook



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland