Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Het stille geklik

Kantoorwerkers mailen elkaar steeds vaker. Dat is op zich niet vreemd. De voordelen van e-mail zijn immers evident. Het is sneller, gemakkelijker en wat al niet meer. Ja, wat al niet meer?

Recent las ik ergens dat het e-mail verkeer zo drastisch toeneemt dat op kantoren nu ook al e-mails worden gestuurd naar mensen die zich binnen gehoorsafstand van de afzenders bevinden, bijvoorbeeld recht tegenover aan hun bureau zitten. In plaats van even iets te zeggen, wordt er gemaild. Het gaat dan niet om warme mededelingen als 'vergeet je koffie niet, die wordt anders koud' maar om boodschappen die een wat gevoeliger thema hebben, bijvoorbeeld kritiek op het functioneren van de geadresseerde. E-mail geniet in die gevallen de voorkeur omdat het makkelijker is dergelijke mededelingen over te brengen. Het is een soort digitale schaamlap die rode hoofden, stotteren en zweetpareltjes voorkomt.

Ik ben zo naïef om te veronderstellen dat het een toonbeeld van lafheid is maar in een cultuur waar helden per definitie dood zijn of gaan, heet het 'handiger'. Dat klopt, lafheid is altijd handiger.
Het heeft ook iets onaangenaams. In gedachten zie ik ze al achter hun beeldscherm zitten, loerend over de rand en ondertussen meedogenloos de vingers over het toetsenbord laten glijden. 'Ik zal je krijgen'. Bijna veertig procent van de Britten gebruikt e-mail om collega's virtueel stiekem een mes in de rug te steken, bleek eerder dit jaar uit onderzoek. Een klacht aan de chef, een vuige roddel naar de rest van het team. Het toetsenbord zit zeg maar achter de ellebogen.
Hoewel het niet altijd rancune hoeft te zijn. Seks leent zich er ook prima voor. Want dat is ook zo'n activiteit waarbij je je bloot moet geven. En dan bedoel in ik met name in figuurlijke zin. Dus is mailen veiliger.

Naar aanleiding van dergelijk confrontatiemijdend gedrag heeft de gemeente Liverpool besloten de woensdag voortaan tot e-mailvrije dag te verklaren. De vijfduizend ambtenaren moeten op die dag alle communicatie langs oude wegen laten verlopen want volgens topambtenaar D. Henshaw wordt e-mail teveel gebruikt om problemen eindeloos op elkaar af te schuiven. Bovendien kost het schrijven van de mails teveel tijd. Uren gaan op aan het formuleren van teksten waarvan de boodschap binnen een minuut aan een collega verteld zou kunnen zijn.

Toch moeten er ook voordelen aan kleven. Communicatie ging tot nu toe altijd gepaard met manifestatie, iemand neemt het woord en eist resoluut de aandacht op, de tv die alle contact in de huiskamer doodslaat, de telefoon die zich door iedere concentratie heen wringt. E-mail doet dat niet. Hoogstens klinkt er een zacht belletje: er is nieuwe mail.
Ik stel me de kantoren voor waar alle contact via e-mail verloopt. Onmiddellijk doemt het beeld van een ouderwetse leeszaal in een bibliotheek op. Geen woord wordt gewisseld, slechts het regelmatig geklik van de toetsen weerklinkt. Het is een soort modern klooster.
Wat een uitkomst. In plaats van dat medewerkers een half jaar naar Tibet moeten, of in plaats van een paar weken burn out recovery bij de nog weinig overgebleven monniken en nonnen in eigen land, wordt het kantoor zelf een klooster. Serene stilte, eeuwige rust. Het lijkt me zalig. Ik verlang puur bij de gedachte al naar een kantoorbaan.

Liverpool had geen e-mailvrije dag moeten invoeren maar een totaal spreekverbod.

Francisco van Jole



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland