Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Een polder net zo bijzonder als de Chinese Muur?

Bij het woord monument denk je misschien niet meteen aan een landschap. Toch staat de Noord-Hollandse polder de Beemster op de lijst van 'werelderfgoederen' van de UNESCO.

Werelderfgoedlijst
Dat is een lijst waarop de belangrijkste monumenten ter wereld staan, zoals de piramides in Egypte en de Chinese muur. Wat is er zo bijzonder aan de Beemster? Volgens de UNESCO is het een creatief meesterstuk waarbij de 17de-eeuwse idealen nog steeds goed waarneembaar zijn in het totale gebied.

 
De Beemster voor de inpoldering. 
Kaart van Noord-Holland (detail), Joost Jansz. Beeldsnijder 1575-1608, Universiteitsbibliotheek Amsterdam 
 
Gevaarlijke meren

Ooit was het westen van Nederland een uitgestrekt veengebied. Door inklinking en bodemdaling ontstonden daarin grote meren, zoals de Beemster, de Wormer en de Schermer. Tijdens hevige stormen veranderden die in gevaarlijke watermassa's, die zelfs de steden bedreigden. Al vanaf de 13de eeuw probeerde men de meren droog te leggen, maar de technische middelen daarvoor ontbraken.
In de 15de en 16de eeuw maakte de techniek grote vorderingen. Een belangrijke innovatie was de ontwikkeling van de windwatermolen met een scheprad. Daarmee kon veel water worden 'weggeschept'. Bovendien was er in het begin van de 17de eeuw, in de Gouden Eeuw, extra land nodig om de groeiende bevolking te voeden. Aan de ene kant was er dus de noodzaak, aan de andere kant ook de mogelijkheid: de tijd was rijp om de grote meren aan te pakken.

  Kaart van de ingepolderde Beemster met aantekeningen in de kantlijn betreffende reglementen bij overstromingen. Door Hessel Gerritsz. (ca. 1720), Purmerend, Streekarchief Waterland (inv. nr. 422/9)
De Beemster drooggelegd

De Beemster was de eerste grote inpoldering. De nodige investeringen werden opgebracht door rijke Amsterdamse kooplieden. Zij waren op zoek naar een goed beleggingsobject voor al het geld dat zij met de Verenigde Oost-Indische Compagnie verdienden. Molenmaker Adriaenszoon Leegwhater kreeg de leiding over de bouw van de 43 molens die nodig waren om het meer leeg te malen. In 1607 begon men met het werk, en vijf jaar later was het klaar. Het land werd verdeeld in strakke, rechte kavels, allemaal even groot. Dit weerspiegelde de ideeën van de Gouden Eeuw over de harmonie tussen de mens en zijn leefomgeving. Hierbij bepaalde niet langer de natuur hoe het landschap eruitzag, maar de mens. Het landschap moest strak en recht, en de indeling logisch en rationeel: de kavels waren precies zo groot dat een boer ze kon bebouwen. Nu hebben de windmolens plaatsgemaakt voor elektrische gemalen, en ook de buitenhuizen van de Amsterdamse kooplieden zijn verdwenen. Maar voor de rest is veel van de Beemster van 400 jaar geleden bewaard gebleven.

Margreet Steiner

Internet
Unesco
Beemster Werelderfgoed, Nieuwsbrief 1, Nieuwsbrief 2, Nieuwsbrief 3 
Dossier Werelderfgoed van Ministerie van OCenW



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland