Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Schoenen in de 18de eeuw

Frankrijk gaf in deze Rococo-periode nog steeds de mode aan. Smalle schoentjes van satijn, fluweel, zijde of fijn leer, versierd met gespen van zilver of bezet met diamanten of stras (geslepen glas op folie, een namaak edelsteen) pasten goed bij de uitbundige kleding in die tijd.

Vrouwenschoen met gouddraad geborduurd. De banden werden met een gesp gesloten, Europa 1730-1740, collectie Nederlands Leder en Schoenenmuseum, Waalwijk

De rode hak was nog steeds in gebruik aan het hof, voor mannen en voor vrouwen. De koning ging nog een stapje verder; hij liet zijn hakken beschilderen met allerlei voorstellingen door een beroemde kunstenaar.
Postiljonlaars (rijlaars voor postbestellers). Overlaars die over het gewone schoeisel werd gedragen, Nederland, 1730 - 1830, Collectie Nederlands Leder en Schoenenmuseum
Na de Revolutie veranderde het modebeeld. Bijna niemand droeg meer pruiken en hofkleding van geborduurde zijde en kant. Eenvoud en vaderlandsliefde waren belangrijker geworden. Schoenen werden gemaakt in de kleuren van de Franse vlag; rood, wit en blauw. De rode hak verdween want niemand wilde nog iets met de adel te maken hebben.
De nieuwe mode kwam uit Engeland; zwarte, sportieve schoenen en soepele laarzen en de hoge hak kwam vrijwel niet meer voor. Zwart werd modekleur.
Tijdens de hele 18de eeuw zijn er veel laarzen gemaakt, vooral voor mannen. Net als in de 17de eeuw waren er twee soorten: elegante laarzen van zacht leer voor feestelijke gelegenheden en ruiterlaarzen van dik stug leer voor officieren en postiljons (een soort postbode te paard). In het Schoenenmuseum kun je zo'n stoere laars zien; misschien is die ook wel van een postiljon geweest.

Marie-José de Ru van Esch



Hoofdartikel:
•  Geschiedenis van de schoen

 
Instelling:
Nederlands Leder en Schoenenmuseum
 
Publicatiedatum:
10 maart 2004