Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Wonen op een terp houdt de voeten droog

Nederland ligt aan de zee dat weet iedereen die wel eens aan het strand is geweest. Wat misschien niet iedereen zich realiseert, is dat een groot deel van die kustgebieden onder zeeniveau liggen. Ze worden dus bij vloed of storm door het water overspoeld.

Hoog en droog
In het westen beschermen de duinen het laaggelegen land erachter. Friesland en Groningen hebben echter geen duinen. De kustgebieden daar worden omgeven door hoge zeedijken.
In de oudheid bestonden deze zeedijken niet en liepen de kustgebieden tweemaal per dag onder water. De mensen die daar woonden moesten iets verzinnen om hun voeten droog te houden. De oplossing vond men in het bouwen van terpen. Een terp is een woonheuvel, opgeworpen uit aarde en plaggen. Zo'n heuvel kon wel 7 meter hoog worden en was groot genoeg om een boerderij op te bouwen, en soms zelfs groot genoeg voor een heel dorp. Overal langs de zeekust zijn dergelijke woonheuvels te vinden. In Friesland heten ze terpen, in Groningen wierden en langs de kust van het IJsselmeer worden ze werven genoemd. De bouw van terpen begon rond 600 v.Chr. en ging door tot in de Late Middeleeuwen.

De terp van Hogebeintum, foto: ROB

Het oppervlak van deze terp was vroeger veel groter. Hij is in de loop der tijd voor een groot deel afgegraven om de vruchtbare terpenaarde te winnen. Veel terpen en wierden zijn op deze manier verdwenen.

Verbaasde Romeinen
De Romeinen die aan het begin van onze jaartelling de Lage Landen bezetten, keken hun ogen uit. De beroemde geschiedschrijver Plinius de Oudere reisde in het jaar 47 met de Romeinse soldaten mee naar Friesland. Hij schreef met verbijstering:
Er woont een armzalig volk op hoge terpen of eigenhandig gebouwde stellages, zodat hun huizen uitsteken boven de hoogste waterstanden. Wanneer de golven het omliggende land overspoelen, lijken de bewoners op zeelieden, maar ze lijken op schipbreukelingen als het water is geweken.
Volgens Plinius aten deze mensen alleen vissen, want koeien en schapen hielden ze niet (dus hadden ze geen vlees en melk) en op jacht gingen ze ook niet. Ook qua drinken was het niets, vond deze Romein, zelf gewend aan lekkere wijn: Ze hebben geen andere drank dan regenwater, dat ze bewaren in kruiken op de voorhof van hun huizen.

Meer dan vis en water
Gelukkig was de werkelijkheid anders, zoals uit archeologisch onderzoek blijkt. De terpenbewoners hielden hun vee op kwelders (hogere gebieden) langs de zee, en ze verbouwde graan en bonen achter lage dijkjes. Ze verhandelden kaas, zout, wol, leer en schapen, en speelden ook een rol bij de doorvoerhandel in slaven, barnsteen en pelzen. De Romeinse troepen die langs de Rijn waren gelegerd, waren enthousiaste kopers van deze producten en betaalden met Romeinse munten, glazen kannetjes en sieraden. Archeologen hebben een aantal terpen opgegraven, waarvan de wierde van Ezinge wel de beroemdste is. In het archeologisch park Archeon zijn twee huizen van Ezinge nagebouwd. 's Zomers wonen daar enkele mensen, op dezelfde manier als de oude terpenbewoners compleet met droge voeten.

Margreet Steiner

 

Internet
De huizen van Ezinge in Archeon 
Meer informatie over terpen in Friesland en Groningen kun je vinden op de website Archeologienet. Bijvoorbeeld over de terp Ezinge.


Literatuur
De citaten van Plinius zijn afkomstig uit: Jona Lendering, De randen van de aarde: de Romeinsen tussen Schelde en Eems, Ambo, Amsterdam 2000



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
18 september 2003