Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Monument voor de N.O. polder

Foto: Patrick Post
F. Bolink en G. Koopman, Monument voor de N.O. polder, 1993, foto Patrick Post

Wat: Dit bakstenen huisje heeft een omtrek van drie bij acht meter. Een mooie maat, dachten de ontwerpers Bolink en Koopman. Later bleek echter dat dit ook nog eens exact de maat was van de kavels in de Noordoostpolder, zoals die ruim vijftig jaar geleden bij oplevering van de nieuwe polder, werden verkocht. 'Dat gegeven kregen we dus cadeau', zegt Bolink.
Het ketelhuisje, zoals iedereen het kunstwerk noemt, is gemetseld van baksteen en ook gevoegd in baksteenkleur, zodat het huisje één brok steen lijkt. Ook de aluminium rookpluim uit de schoorsteen heeft een roodbruine kleur en ziet er daardoor onbeweeglijk uit. Toch draait de rookpluim mee met de -in dit gedeelte van het land- immer waaiende wind.
Het huisje is ontworpen als een monument voor de Noordoostpolder en staat als het ware op de bodem van de zee, terwijl het bootje op de rookpluim op voormalige waterhoogte tegen de wind in vaart; symbool voor het schijnbaar onmogelijke karwei om van zee een stuk land te maken.
Er is nog meer vreemd aan dit ogenschijnlijk gewone bakstenen huisje. De muren zijn zo gemaakt dat, van welke kant je het ook bekijkt, het hele bouwsel van een afstand plat lijkt, alsof het getekend is. Pas dichterbij gekomen zie je dat het wel degelijk een driedimensionaal bouwwerk is, spottend met alle verwachtingen over perspectief. Toch is het wel degelijk hol, want binnenin schuilt de constructie die de rookpluim kan laten draaien, al naar gelang de richting vanwaaruit de wind waait.
F. Bolink en G. Koopman zijn van huis uit architecten, maar vinden het eigenlijk leuker om beelden te maken. Vooral in Twente, de streek waar dit duo woont, zijn verschillende kunstwerken van hen te vinden. Ze maken het liefst herkenbare dingen, waar bij nader inzien iets wonderlijks mee aan de hand is.

Wie: F. Bolink (1943) en G. Koopman (1938). Meer werk is o.a. te zien in Enschede (twaalf bomen van glas), Hellendoorn (twee hoofden met een loopbrug) en in Deventer (een paard dat halverwege kar wordt).

Waar: A6/Ketelbrug

Karin van Munster 



Hoofdartikel:
•  Beelden in de Berm

 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
11 maart 2004