Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Van er was eens...tot er is nu

Langs paden voeren muziekspelende paddestoelen je mee het bos in. Een draak bewaakt een schatkist en een meisje met een rood kapje staat verwachtingsvol voor een klein huisje. Nog maar net bekomen van de schrik, scheer je je weg uit het enge kasteel met de wiegende grafzerken. Je weet het: je bevindt je in de sprookjeswereld van de Efteling. Een wereld van lang vervlogen tijden met plaats voor betovering en romantiek.

 

Kabouter omringd door elementen uit vervlogen tijden. Voorbeeld van de nostalgische en romantische sfeer die het sprookjesbos uitstraalt, foto uit: De Efteling. Kroniek van een sprookje.

Attractiepark de Efteling in Kaatsheuvel begint in de jaren '30 van de vorige eeuw als een sportterrein met voetbalveld, wielerbaan en speeltuin. Pas na de Tweede Wereldoorlog ontstaan er ideeën voor een sprookjesbos: de toenmalige Burgemeester van der Heijden van Loon op Zand bij Kaatsheuvel vindt dat het park meer toeristen moet trekken die zich ook op een andere manier kunnen vermaken. In 1951 vindt in Eindhoven een sprookjestuin plaats ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum van bedrijf Philips en de burgemeester is geïnspireerd door dit idee. Echter, in plaats van platte kartonnen sprookjesfiguren zoals in de Eindhovense tuin, wil Van der Heijden de volksverhaaltjes als ware tot leven laten komen. Bewegende poppen en gebouwen waarlangs en waardoorheen de bezoekers kunnen wandelen, zijn nodig.

Uitwerking
Van der Heijden legt zijn ideeën over een driedimensionale tuin voor aan filmmaker Peter Reijnders. Die kent nog wel iemand die de sprookjes kan uitwerken: tekenaar Anton Pieck.
Samen gaan ze aan de slag. Pieck maakt schetsen en Reijnders bedenkt de technische middelen. Hij bouwt prototypes van stukjes hout, touwtjes en elastiekjes en maakt ook gebruik van de dan nieuwste technieken: de bandrecorder en de diaprojector. Voor de bewegingen van de sprookjesfiguren gebruikt Reijnders het principe van het draaiorgel met geperforeerde kaarten. Door het mechanisme van inkepingen in de ronddraaiende kaarten bewegen de figuren op en neer en dat zal, blijkt later, aanslaan bij de bezoekers.

Een van de schetsen gemaakt door Anton Pieck, foto uit: De Efteling. Kroniek van een sprookje.

Nostalgische sfeer

De opbouw van de sprookjes houdt Anton Pieck nauwlettend in de gaten. Wekelijks komt hij langs en adviseert de bouwers: wat normaal recht is, moet krom, wat mooi gemetseld is, moet wiebelig op elkaar. Zo adviseert hij een bouwploeg 's morgens eerst maar eens een paar borrels achterover te slaan! Allemaal om de romantische sfeer van oude tijden in de attracties tot leven te wekken, zoals Pieck wil. De sprookjes van de Efteling zijn gebaseerd op de verhalen van Hans Christian Andersen, Charles Perrault (Sprookjes van Moeder de Gans) en op de volksverhaaltjes zoals de gebroeders Grimm die opgetekend hebben: verhaaltjes waarin ook de hunkering naar lang vervlogen tijden naar voren komt. Pieck heeft bij zijn tekeningen dan ook deze nostalgische sfeer in zijn achterhoofd gehad.
In 1952 opent de Efteling officieel met tien sprookjes en in de jaren erna zal het park de toon blijven zetten met sprookjes uit een wereld van toen koningen nog in kastelen woonden, prinsen op paarden reden en heksen en trollen voorkwamen. Een wereld van er was eens.. overgebracht naar het nu.

Susanne Wennekes

 

Verder lezen
De Efteling, in: Alledaagse Dingen, tijdschrift van Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, juli, 2003, pag. 4-6 (www.volkscultuur.nl)
De Efteling. Kroniek van een sprookje, H. van den Diepstraten (2002).



 
Instelling:
Nederlands Centrum voor Volkscultuur
 
Publicatiedatum:
18 september 2003