Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Kamperen om de wereld te veranderen

De Arbeidersjeugdcentrale (AJC) werd in 1918 opgericht om de jonge arbeiders op te voeden tot goede socialistische burgers. Een belangrijke activiteit daarbij waren de vakantiekampen. Daar werden de jongeren politiek bewust gemaakt, maar kwamen ze ook in contact met natuur en cultuur.

Socialistische idealen 
 

De Meiroep, ontwerp Fré Cohen, 1931 voor een uitgave van de AJC
 

Vertrek van station Nunspeet naar de Paasheuvel, 1935
 

AJC en SDAP vieren op 1 mei de internationale dag van de arbeid. AJC danst om de meiboom (ook gebruikelijk als verwelkoming van de lente) op het Malieveld in Den Haag, 1933, foto: Vereenigde Fotobureaux, Amsterdam
 

 

Affiche. Jongere! Je plaats is bij ons!, ledenwerving AJC 1946, ontwerp A.H. van de Horst

 

De AJC-ers leken in hun manier van doen op padvinders. Bijzonder aan de AJC-ers was dat ze de wereld wilden veranderen. Dat moest volgens de socialistische idealen die ook leefden bij de linkse politieke partijen en vakbonden in het begin van de twintigste eeuw. Het betekende samen strijden tegen al te grote verschillen tussen arm en rijk, niet drinken en roken, veel contact met de natuur en aandacht voor vrede en democratie.
De jeugd werd per leeftijdsgroep georganiseerd. Zo hoorde je van 12 tot 16 jaar bij de Rode Valken. Je trok er meestal met je eigen groep, de horde, op uit. Je droeg een blauwe kiel en rode halsdoek. Elke horde had een eigen naam, die gebruikt werd op de vlag, stok en het uniform.

Op kamp
Wat deden de jongeren van de AJC zoal om een goede socialistische burgers te worden? De belangrijkste gebeurtenis van het jaar was het pinksterfeest.
Je kwam als AJC-er met de trein aan op station Nunspeet. Je moest dan nog 5 kilometer lopen naar het kampeerterrein op de Paasheuvel, maar marcherend en zingend achter het vaandel viel dat wel mee. De grote witte tenten waar je samen met je groep sliep, stonden al klaar. Buiten waren lange rijen kranen om je te wassen en iedereen had corvee om te helpen bij de schoonmaak of het schillen van de aardappels.
De kampkranten vermeldden het programma van de dag. De ochtend begon met gezamenlijke gymnastiekoefeningen. Er waren overdag veel wandeltochten en spelletjes. De culturele activiteiten vonden plaats in het openluchttheater. Je kon meedoen aan volksdansen, toneel- en muziekbijeenkomsten. De dag eindigde vaak met een fakkeloptocht.
Voor veel kinderen waren het vooral leuke vakantiedagen. Je was lekker zonder je ouders op kamp in een mooie omgeving. Het bijzondere was dat zowel jongens als meisjes aan de activiteiten meededen.

Bloei en verval
De grootste bloei (bijna 11.000 leden) beleefde de AJC rond 1932 en vlak na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren '50 liep het aantal leden terug. Het was de tijd dat jongeren zich voor andere zaken gingen interesseren, ze gingen liever naar de film of rock 'n rollen. De AJC probeerde met moderne muziek en dans de jeugd weer te winnen, maar vergeefs. In 1959 werd zij opgeheven. Restanten van de idealen leefden voort in jongerencentra en in de latere hippies en provo's.

Eric de Ruijter

 

Leestip
Achter onze bonte vaan, Een beeld van de Arbeiders jeugd Centrale 1918-1959, Abcoude, Uniepers, 2000
Jan Meilof, Een wereld licht en vrij. Het culturele werk van de AJC 1918-1959, Amsterdam, Stichting Beheer IISG, 1999

Internet
Lees meer over de Arbeiders Jeugd Centrale op de website van het  IISG (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis).



 
Instelling:
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
 
Publicatiedatum:
25 november 2003