Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

De droom van Goya

Een kunstenaar is in slaap gevallen boven zijn werk en droomt van vleermuizen en uilen die hem met wijd uitgespreide vleugels angstwekkend dicht naderen, hun silhouetten steken dreigend af tegen de achtergrond. Enkele vogels zijn reeds op het bureau neergestreken en porren de dromer in zijn arm. Rechts ligt nog een monsterlijke kat te loeren, ook zijn blik voorspelt weinig goeds.

De droom van de rede

Francisco José de Goya y Lucientes , El sueno de la razon produce monstruos (De droom van de rede brengt monsters voort), nr 43 uit 'Los Caprichos' , ca. 1797, ets en aquatint, Rijksmuseum Amsterdam
Klik hier of op de afbeelding voor een vergroting.

 

Francisco José de Goya y Lucientes, Zelfportret (Francisco José de Goya y Lucientes, pintor), nr 1 uit 'Los Caprichos' , ets en aquatint, Rijksmuseum Amsterdam
Francisco José de Goya y Lucientes, Volaverunt (Zij hebben gevlogen), nr. 43 uit 'Los Caprichos' , ets en aquatint, Rijksmuseum Amsterdam
Het is een absurde droom die eerder een nachtmerrie lijkt. Wat de Spaanse kunstenaar Goya met deze voorstelling wilde zeggen, maakte hij duidelijk met het opschrift op het bureau. Vertaald luidt dit: 'De droom van de rede brengt monsters voort'. Uilen, vleermuizen en katten zijn nachtdieren. Zij voorspellen onheil en symboliseren de duisternis. Zij maken zich meester van de geest tijdens de slaap. Zelf verklaarde Goya het later zo: 'Verbeelding zónder verstand brengt onmogelijke, nutteloze monsters voort, maar mét het verstand is zij de moeder van alle kunsten'.

Los Caprichos
Francisco José de Goya y Lucientes (1746-1828) maakte de ets omstreeks 1797. De ets is een onderdeel van een reeks van 80 satirische etsen, Los Caprichos ('De grillige invallen') genaamd. Goya die toen al een succesvol schilder van religieuze werken en portretten was, begon met de reeks omstreeks 1793, kort nadat hij tengevolge van een ernstige ziekte stokdoof was geworden. De Droom was oorspronkelijk bedoeld als titelprent, maar uiteindelijk koos Goya hiervoor een neutraal zelfportret. In 1799 was de serie klaar. In een verkoopadvertentie in de krant Diario de Madrid (1799) stelde Goya dat de serie de dwaasheden van de mens tot onderwerp had en dat het een oefening in verbeeldingskracht was. Voor 320 'reales' was de serie te koop. De kritische aard van de Caprichos dwong Goya echter al snel de reeks uit de handel te nemen, uit angst voor vervolging door de Inquisitie. Uiteindelijk heeft hij de overgebleven series (240 in totaal) èn de koperplaten aan koning Karel IV geschonken.

Angst voor de mens
De Caprichos zijn raadselachtige voorstellingen met heksen, monsters, dwergen en duivels die de indruk wekken alsof Goya aan waanvoorstellingen leed. Integendeel, daarvan had Goya geen last. Hij was niet bang 'voor heksen, kabouters, spookverschijningen, pochende reuzen, boeven en schurken enzo, noch voor enig ander soort wezen', zoals hij zelf eens schreef. Het was de mens die hem angst inboezemde. Goya had een kritische kijk op zijn medemens. Hij zag de domheid, de wreedheid, het lijden, de afgunst. Hij zag het en bracht het in beeld, in indringende, humoristische, satirische en vaak schrijnende voorstellingen. Taferelen die door de spookwereld van heksen en demonen nog absurder werden.

Maatschappijkritiek
Veel van Goya's prenten waren bedoeld als aanklacht tegen de maatschappelijk toestanden van zijn tijd. In de latere prentseries 'Desastres de la Guerra' ('De gruwelen van de oorlog', 1810-1820) en 'Disparates' ('Absurditeiten', 1863) komt dit nog sterker naar voren. Vooral de verschrikkingen van de Napoleontische oorlogen zijn onthutsende tijdsdocumenten.

Marleen Dominicus-van Soest



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
25 november 2003