Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

De ontdekking van het porselein maken

De Chinezen en Japanners konden het al eeuwenlang: porselein maken. Maar hun recepten hielden ze zorgvuldig geheim. Chinees en Japans porselein werd in de 17de en 18de eeuw met scheepsladingen tegelijk in Europa geïmporteerd, zo geliefd was het. Geen wonder dat de Europeanen steeds meer gingen verlangen naar eigen porseleinfabrieken.

Deze terrine is een uiterst zeldzaam voorbeeld van een voorwerp waarin Chinees porselein en Delfts aardewerk zijn gecombineerd. De eigenaar van het voorwerp heeft in Delft een bijpassende deksel laten maken van aardewerk. Gezien de kwaliteit van de deksel, heeft de Delftse plateelbakker er alles aan gedaan om een zo getrouw mogelijke toevoeging te maken. Hoewel de deksel van aardewerk is, lijkt het materiaal op het veel hardere, witte porselein. Foto Gemeentemuseum Den Haag

Zeer kostbaar gedecoreerd stuk Meissenporselein uit ca. 1727. Deze vaas is in opdracht van Augustus de Sterke gemaakt voor het Russisch hof als dank voor een ijsbeer en twee poolvossen voor zijn dierentuin. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Namaakporselein

In steden als Delft werd porselein gekopieerd. Daar maakten ze aardewerk met witte glazuur en blauwe schilderingen. Ze noemden het porselein, maar het was het niet. Porselein is een door en door wit, glasachtig materiaal, het Delftse aardewerk was van zichzelf kleikleurig. Het léék alleen wit door de glazuur die erop zat.

De ontdekking
In 1708 was het zover: in Duitsland ontdekte Johann Friedrich Böttger hoe je porselein moest maken. Böttger werkte in Dresden aan het hof van August de Sterke van Saksen, een hartstochtelijk verzamelaar van
Chinees en Japans porselein.
Het verhaal gaat dat Böttger eigenlijk een alchemist was, iemand die chemische geheimen probeerde te ontraadselen. Misschien had August de Sterke hem wel speciaal in dienst genomen om te zoeken naar het geheim hoe porselein te maken.

Alchemisten
Alchemisten (het woord al is Arabisch voor de) waren er al duizenden jaren voor Christus, in de Arabische wereld en in China. Ze zochten naar de Steen der Wijzen waarmee je goud zou kunnen maken uit onedele metalen (zoals lood, ijzer, tin) en naar een levenselixir dat de mens onsterfelijk zou maken.
Het maken van goud is ze nooit gelukt, het vinden van het onsterfelijkheidselixer ook niet, maar ze deden wel allerlei andere ontdekkingen: hoe je kwik en ijzer moest delven, glas moest maken, en spiritus, en buskruit, en nog veel meer.

Kaolien is het geheim
Bötgger ontdekte dat je voor het maken van porselein een bepaalde kleisoort nodig hebt, kaolien, vermengd met silicaat van kaliumcarbonaat en aluminium. Gelukkig voor hem kon je die klei in de buurt van Dresden delven. Dat (witte) kleimengsel verandert bij het bakken in de harde, glasachtige substantie die porselein is. Böttger hield zijn ontdekking een jaar geheim, nog meer experimenten volgden, maar vanaf 1713 werden in de Koninklijke Saksische Porselein Fabriek (Königliche Sachsische Porzellan Manufaktur) in Meissen bij Dresden de eerste porseleinen voorwerpen gemaakt. Böttger was inmiddels directeur van de fabriek geworden.

De recepten van de fabriek in Meissen waren zeer geheim, de fabrieksmedewerkers werden streng bewaakt. Maar zoals het met geheimen gaat, ze werden uiteindelijk toch verklapt of voor veel geld verkocht. In de loop van de 18de eeuw wist iedereen het, en werden overal in Europa, ook in Nederland, porseleinfabrieken opgericht.

Annemarie Vels Heijn



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
20 oktober 2004