|
Gietijzeren balkons
|
|
Gietijzeren deurroosters
|
|
Gietijzeren brievenbus
|
|
Gietijzeren spiltrap, foto's Meindert Stokroos |
Van smeden naar gieten
Al voor het begin van onze jaartelling werden er ijzeren gebruiksvoorwerpen gemaakt. In eenvoudige hoogoventjes werd ijzererts gesmolten; door dit gesmolten ijzer heel lang te hameren kon er smeedijzer van worden gemaakt. Daarvan kon je allerlei voorwerpen maken, zoals messen en bijlen, maar ook zwaarden. Smeedijzer was duur, want het maken en bewerken kostte veel tijd. Elk voorwerp moest ook steeds apart gemaakt worden.
In plaats van er smeedijzer van te maken, kun je het nog vloeibare ijzer ook gieten, bijvoorbeeld in zandvormen. Dat had men al aan het einde van de Middeleeuwen ontdekt. Het is dus meteen klaar om te gebruiken als het uit de hoogoven komt. Een voorbeeld van middeleeuws gietwerk zijn fraai versierde haardplaten die muren tegen de vlammen van het open vuur moesten beschermen. Om een dergelijke plaat te maken werd op de gieterij een houten gesneden haardplaat, het model, in vochtig zand gedrukt. Door de afdruk vol te gieten met ijzer kreeg je een gietijzeren haardplaat. Zo'n model kun je heel wat keren gebruiken en dat maakt gietijzeren voorwerpen goedkoper dan gesmede.
Alles in gietijzer
Pas in de negentiende eeuw ging men ertoe over om, naast potten, pannen en haardplaten, ook andere voorwerpen van gietijzer te maken. De ijzergieterijen stonden in de 19de eeuw vooral in het oosten van Nederland, omdat in die streek ijzeroer voorkwam. IJzeroer, een soort ijzererts, werd vroeger opgegraven langs de beekjes. Het was een ijzergieterij in Deventer die rond 1830 een grote stimulans gaf aan het gebruik van gietijzeren voorwerpen. Het gaf zelfs een catalogus uit waaruit allerlei dingen besteld konden worden: deurkrukken, wenteltrappen en ramen, maar bijvoorbeeld ook grafmonumenten.
In de loop van de negentiende eeuw werd steeds meer van gietijzer gemaakt. Het straatmeubilair bijvoorbeeld, zoals lantaarnpalen, urinoirs en brievenbussen waren in gietijzer uitgevoerd. Ook bij de bouw van huizen werd het gebruikt: deuren werden versierd met mooie deurroosters, waarop vaak kopjes van mensen of dieren op werden aangebracht. In gevels zien we vaak van die mooie ronde ventilatieroosters om de kamers goed te kunnen ventileren. En die massieve ijzeren kolommen die je soms in winkelpuien ziet, zijn nodig om ervoor te zorgen dat de gevel blijft staan. En om naar boven te gaan waren in winkels en woningen gietijzeren wenteltrappen geplaatst. En ga zo maar door.
Het allerfraaiste voorbeeld van gietijzer in de Nederlandse architectuur was wel het Paleis voor de Volksvlijt in Amsterdam, een gebouw voornamelijk opgetrokken uit glas en gietijzer. Het is helaas in 1929 afgebrand. Maar nu nog kunnen indrukwekkende staaltjes van vakmanschap bewonderd worden in oude stationshallen en overkappingen van perrons. Over staal gesproken, dit materiaal heeft het uiteindelijk van gietijzer gewonnen...
Meindert Stokroos
Internet
Er zijn een aantal mensen die het Paleis voor de Volksvlijt weer herbouwd willen zien. Kijk maar op de website die daarover gemaakt is.