Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Een toevallige verwachte vondst

Het was op een vrijdag in februari 1998. Archeologe Rozemarijn Kneepkens, net een jaar afgestudeerd, was aan het werk op een opgraving in Hardinxveld-Giessendam. In een hoek van een grote en diepe opgravingsput was ze bezig om met een schop een stuk grond van vier bij vier meter laagje voor laagje af te schaven.

Ze wist dat hier, waar straks de Betuweroute zou worden aangelegd, zevenduizend jaar geleden mensen aan de oever van een riviertje hadden geleefd. Alleen door steeds vijf centimeter van de grond te pellen, kon ze er zeker van zijn dat ze geen bijzondere vondsten in de bodem zou missen. Het was zwaar werk, want de grond bestond uit zware vette klei vol takjes en losse stukjes hout. Was het maar al weekend, dacht ze, terwijl ze bijna gedachteloos een stuk hout wegschepte. Hé, dat was geen los stuk, er zat nog meer. Ze pakte haar troffel erbij en begon voorzichtig de klei rondom weg te halen. Met haar hand voelde ze dat het boterzachte hout verder doorliep. Zal je altijd zien, schoot door haar heen, het is vrijdag en dan worden op opgravingen altijd bijzondere dingen gevonden. In dit geval moest de rest van de vondst maar tot maandag wachten. Misschien is het wel een kano, zeiden de anderen in haar put lachend.

De booomstamkano gevonden in Hardinxveld-Giessendam (ca. 7000 jaar oud). Rechts is de stalen damwand te zien. Foto: Archol Leiden

Met de vondst van een kano werd wel rekening gehouden. Met name door Marten Verbruggen. Hij moest er voor zorgen dat de opgraving op tijd klaar zou zijn. Net als bij de bouw van huizen en de aanleg van wegen werd daarom gewerkt met een bestek, een uitgewerkt plan waarin precies stond wanneer welke werkzaamheden gedaan zouden worden en welke vondsten verwacht konden komen. Bij een vindplaats aan de rand van water leek hem de vondst van een kano geen onmogelijkheid.

Voor het begin van de opgraving had Verbruggen een grote stalen damwand in de grond laten slaan om het grondwater buiten de opgravingsput te houden. De aannemer had hem gevraagd of hij de put aan twee kanten anderhalve meter groter mocht maken. Dat mocht, had Verbruggen geantwoord, maar wel op eigen kosten.

Een toevallige beslissing met grote gevolgen, want na het weekend bleek al snel dat Rozemarijn echt een complete kano had gevonden. En het ene puntje van de uitgeholde boomstam zat amper vijf centimeter van de stalen damwand...

Theo Toebosch

 

Internet
Lees meer in Cultuurwijzer over de opgraving van deze kano en de bewoners van het gebeid rond 5000 voor Chr. in het artikel Seizoensmigratie.



Zie ook..
 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
25 oktober 2004