Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Feestmalen

Veel, heel veel eten, veel gangen en overvloed, dat zijn de kenmerken van een feestmaal. Of dat nu een Romeinse maaltijd is, een boerenfeest in de middeleeuwen, een kerstdiner of het suikerfeest.

David Teniers, Keukeninterieur (1644), olie op koper,
75 x 77,8 cm., Mauritshuis, Den Haag

Overdadige diners
Uit de oudheid zijn beschrijvingen bekend van maaltijden met maar liefst 18 voorgerechten, 8 hoofdgerechten en dan nog vier verschillende desserts. In een kookboek uit 1587 wordt een diner beschreven met drie gangen, de eerste met 21 schotels, de tweede met 22 en het dessert met 18 schotels. Iedere gang kwam in één keer op tafel waardoor een gerecht vaak al koud was voordat men eraantoe was.
In de 19de eeuw ontstond de gewoonte menukaarten te maken om de gasten te laten weten wat men te eten kreeg. Dankzij die menukaarten weten we dat er regelmatig diners werden geserveerd van 15 gangen: hors d'oeuvres, twee soepen, pasteitjes, twee verschillende schotels met vis, vlees en gevogelte en dan nog een aantal toetjes.
Hoe deden ze dat, onze voorouders, al dat eten verstouwen? Bekend is dat de Romeinen soms naast de eetzaal een apart kamertje hadden waarin de dinergasten zich konden terugtrekken. Daar kriebelden ze met een veertje in hun keel totdat ze moesten overgeven. Zo had je weer ruimte in je maag en, hup, op naar de volgende gang. In de 19de eeuw werd het mode om halverwege het diner een ijsgerecht te serveren: door de kou kromp de maag en was er plaats voor meer, althans zo voelde het. 

Klik voor een grotere afbeelding
J.C. Philips, gravure van tafels voor desserts bij diner van Baron van Reisbach, 1746 in 'Beschryving der voornaamst vreugde-bedryven in 's-Gravenhage', Atlas van Stolk, Rotterdam

Tafelversieringen
Ook op het gebied van tafelversiering kende de overdaad geen grenzen. Er bestaan beschrijvingen van diners waarbij schotels uit het plafond werden neergelaten, voorafgegaan door rozenblaadjes en parfum. Of er waren grote pasteien waar musici en danseressen uit kwamen. Bij een diner van Filips de Schone (1285-1314) stond er een volière op tafel met echte vogels waarvan de koppen en de poten verguld waren. In de middeleeuwen en ook lang daarna konden pasteien met een opgezette pauw, zwaan of fazant op een feestmaal niet ontbreken. Ook werden er vergulde broden of vergulde vruchten opgediend. En bloemen natuurlijk, kransen, slingers, bloemen opgetast als piramides. Allerlei figuren van suikergoed waren ook geliefd, hele tempels, paleizen of fonteinen, soms geplaatst op spiegels om door de reflectie de tafel er nog rijker uit te laten zien.

Vestibule met gedekte tafel in Paleis Het Loo, Apeldoorn

In de 19de eeuw werd het gewoonte de gerechten niet op tafel te zetten, maar de gasten een voor een te bedienen. Zo kwam er ruimte om de tafels nog uitbundiger te versieren. Hele tuinen werden er aangelegd, of vijvers compleet met waterlelies. Edelsmeden kregen opdrachten voor zilveren en vergulde  tafelversieringen en -serviezen, allemaal in eenzelfde stijl, soms bestaande uit meer dan 100 onderdelen. Zo gaf koning Willem III zijn 8-jarige dochter Wilhelmina in 1888 voor kerst een 81-delig zilveren surtout de table, dat de koninklijke familie nog steeds gebruikt: 19 veelarmige kandelaars, 11 spiegeltableaus, 50 schalen voor het dessert en een zilveren vaas van maar liefst een halve meter hoog.

Annemarie Vels Heijn

 

 

 

 



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
29 augustus 2005