|
Jan Steen, Driekoningenfeest (1662), Oil on canvas,
131 x 164.5 cm., Museum of Fine Arts, Boston
|
Een feest van Jan Steen
Hoe populair het Driekoningenfeest in de zeventiende eeuw was, blijkt uit de vele schilderijen die Jan Steen (1626-1679) aan het onderwerp heeft gewijd. Steen schilderde er minstens vijftien. Op een schilderij uit 1662, in het Museum of Fine Arts in Boston, is heel goed te zien hoe het feest in huiselijke kring gevierd werd. Er werd muziek gemaakt en er werd veel gedronken en gegeten een beetje zoals kerstmis nu. Bij Jan Steen zit iedereen rond de grote etenstafel, vrolijk lachend, drinkend en zingend. Driekoningen was ook een verkleedpartij waarbij een spel van koning en hofhouding werd gespeeld. De koning moest eervol behandeld worden. Hij dronk uit een bokaal en werd daarbij toegejuicht door de andere aanwezigen. Door middel van het trekken van lootjes werd bepaald wie de rol van de koning mocht spelen. Bij Jan Steen is het vaak een jong kind. Het was een soort omkering van de echte hiërarchie, een omkering die we ook van het carnavalsfeest kennen. Juist de meest kleine en minst machtige mocht de rol van de koning spelen.
Sterrenzingen
Linksboven op het schilderij van Jan Steen zien we in de deuropening van het huis een groepje kinderen of volwassenen, gekleed als de Drie Koningen. Ze hebben net aan de voordeur geklopt en zingen een Driekoningenlied. Eén van de drie koningen draagt op een lange stok een grote met kaarsjes verlichte ster. Deze ster was een verwijzing naar de ster die de wijzen hadden gevolgd op zoek naar de kerststal waar Jezus was geboren. Het waren niet alleen kinderen die er op deze wijze op uittrokken. Ook volwassenen hoopten op deze manier door het zingen van een lied (het zogenaamde sterrenzingen) wat etenswaren of misschien zelfs geld los te peuteren. Het Driekoningenfeest was een liefdadigheidsfeest voor de armen.
Legendevorming
De Drie Koningen waren eeuwenlang zeer populair, zelfs in de periode van de Protestantse Republiek der Verenigde Nederlanden. Het is een hele prestatie voor heiligen die waarschijnlijk nooit bestaan hebben. In de bijbel maakt immers alleen de evangelist Mattheus kort melding van hen, zonder hun namen of zelfs maar hun aantal te vermelden (``In die dagen kwamen er wijzen uit het oosten). De rest is allemaal legendevorming. Vroeg christelijke geschiedschrijvers hielden het aantal wijzen aanvankelijk op twaalf. Vele eeuwen later werd hun aantal bepaald op drie en kregen ze de traditioneel aan hen toegeschreven namen: Caspar, Melchior en Balthasar. Het verhaal ging dat ze na de verering van het kindeke Jezus zijn gedoopt door de apostel Thomas en later zelfs tot bisschop zijn gewijd. Kort na een gezamenlijk gevierd kerstfeest, in het jaar 54 zouden ze alledrie tegelijk zijn gestorven.
Driekoningenzingen
Het feest van Driekoningen is tegenwoordig niet meer zo belangrijk als vroeger. Toch wordt er, bijvoorbeeld in Tilburg, nog volop gedaan aan Driekoningenzingen. De plaatselijke VVV organiseert daar al vanaf 1937 een wedstrijd Driekoningenzingen, waarbij de liedjes van de kinderen door een jury beoordeeld worden. Het feest kon zich daardoor steeds weer vernieuwen. Al in de jaren zestig lieten de zangertjes zich bijvoorbeeld inspireren door populaire nummers uit de hitparade. Later was het ook geen enkel probleem als allochtone kinderen van niet christelijke afkomst wilden meedoen. Het Driekoningenzingen heeft zich volledig los gezongen van haar oorspronkelijke wortels.
Albert van der Zeijden
Literatuur
Anke A. van Wagenberg-ter Hoeven, Het Driekoningenfeest. De uitbeelding van een populair thema in de beeldende kunst van de zeventiende eeuw (Amsterdam 1997)
Paul Spapens & Piet Horsten, Driekoningenzingen. Een lange en levende traditie (Utrecht 1996)