Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Kasteel de Haar

In Haarzuilens staat een merkwaardig middeleeuws aandoend kasteel. En toch is het geen `echt' kasteel, al staat het op de plaats waar aan het eind van de Middeleeuwen al een stoere burcht stond.
Kasteel de Haar, © Kasteel de Haar

De dolende ridder van de Haar
Op de plaats waar op het eind van de 19e eeuw het tegenwoordige kasteel De Haar werd herbouwd - groter dan het oorspronkelijke kasteel ooit geweest was - stond in de 15e eeuw het slot van de dolende ridder. Het was ridder Coenraed, die in God noch gebod geloofde en zijn medemens niet zag staan.
Op zekere dag hoorde hij, op zijn paard gezeten, bij de slotbrug een klagende stem die hem om eten en een nachtverblijf vroeg. De ridder schudde zijn hoofd en wilde verder rijden, maar de bedelaar riep hem na: `Ik ben ook een mens!' De ridder werd woedend: `Wat, gij waagt het U mijn gelijke te noemen?' Hij gaf zijn paard de sporen, maar hij was misleid. Het paard rende het water in en de ridder verdronk in de gracht. Hij doolt daar nu eeuwig rond, in volle wapenuitrusting, steeds om hulp roepend.


De vloek op kasteel de Haar
Op kasteel De Haar rustte een vloek. Jaar in, jaar uit, op steeds dezelfde dag stierf daar iemand van het gezin van ridder Allaert.
Het begon nadat een kluizenaar de ridder zijn zondig leven verweet. De ridder liet de man verdrinken, maar al stervend sprak de kluizenaar deze vreselijke vloek uit:
`Elk jaar op deze dag zal er in de burcht een lijk boven aarde staan.'
Het werd weer november. De oudste zoon verongelukte met zijn paard. Het jaar daarop - precies op dezelfde dag - kwam de tweede zoon om het leven. In november van het daaropvolgende jaar stierf de slotvrouw van verdriet. Maar nog steeds geloofde de ridder niet in de uitgesproken vloek. Hij had alleen zijn jongste zoontje van zeven nog over. Er brak een hevig onweer uit, toen hij een jaar later in november na een tocht terugkeerde naar zijn kasteel. Tot zijn schrik zag hij op de bovenste ommegang van de toren zijn knecht staan, die volkomen waanzinnig geworden was en vanaf die plek zijn jongste kind in de gracht wierp. Het kind werd gered door een jachthond toen de ridder berouw toonde en zich bekeerde.

De baron die een dorp verplaatste
Op kasteel De Haar werden tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten bij een aanslag op het oude kasteel acht strijders in meelzakken het slot binnengesmokkeld. Zij vielen de bezetting van twintig man aan, maar tevergeefs. De acht krijgers werden gevangengenomen. Er kwam echter hulp opdagen. Het hele kasteel werd met de grond gelijk gemaakt. Dat gebeurde in 1482.
Later kwam er een nieuw kasteel, dat op zijn beurt een ruïne werd. Zo stond het er iets meer dan 100 jaar geleden voor, toen de eigenaar van de 10 tot 20 meter hoge puinhopen, baron Etienne van Zuylen van Nijevelt, er eens kwam kijken. De oude baron zat op de brokken steen te dromen van het kasteel dat er vroeger zo trots had gestaan. En ineens bedacht hij een plan. Er moest een kasteel komen, zoals er in ons land geen te vinden zou zijn: groot en romantisch. Een kasteel, waar elke ridder uit de Middeleeuwen zich op zijn gemak zou voelen.
De baron zette er vaart achter. Hij kwam in een koets, die door zes paarden getrokken werd, opnieuw naar de ruïne en naar het dorp Haarzuilens kijken en besloot toen iets heel merkwaardigs: het dorp moest afgebroken worden en een stukje verder weer worden opgebouwd. Het stond in de weg bij het bouwen van het nieuwe kasteel. En zo gebeurde het. Het hele dorp ging tegen de grond en werd een eindje verder weer opgetrokken. Er kwam een nieuw dorp Haarzuilens en een nieuw, maar toch wel `oud lijkend' kasteel De Haar met tuinen en parken. Niet met jonge boompjes, nee, met grote dikke knoesten, die overal vandaan werden gehaald. Er werd niet gekeken op een cent. Met kolossale mallejannen werden vierhonderd zware bomen aangevoerd, dwars door de stad Utrecht, waar de dikke bomen balkonnetjes en lantaarns vernielden. Hele bossen moesten worden verplaatst, en daarvoor ging men in dag- en nachtploegen aan het werk.
De baron kwam dikwijls naar zijn kasteel in aanbouw - een ontwerp van architect dr. P.J. H. Cuypers - kijken.
Als een deel van het nieuwe kasteel niet naar de zin van de baron was, moest het worden afgebroken en weer worden opgebouwd.
Zo staat er sinds 1898 weer een kasteel in Haarzuilens, bijzonder groot en omvangrijk. De baron had zijn zin gekregen.

Anton van Oirschot

 

Bezoekersinformatie
Kijk hier voor meer informatie voor bezoekersinformatie van kasteel De Haar.


 



Hoofdartikel:
•  Spoken & kastelen

 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
1 februari 2005