Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Weerberichten

Over het weer heeft iedereen wel een mening, vaak in de vorm van een klacht. Dergelijke observaties uit vroeger tijd vormen een bron voor historici van nu.

"Ik geloof dat de warmte, die normaal gesproken uit het centrum van de aarde komt, in dit gezegend land een of andere hindernis ontmoet. Het is nog steeds koud, en aan de bomen zitten nauwelijks bladeren. Wanneer ze zeggen dat de meimaand mooi is in Nederland, maak ik een diepe buiging, want voor ons is het in elk geval hard om, voor één mooie maand, er elf kwade te krijgen, waarvan tenminste vijf duivelse." 
Dit schreef Francesco Capaccini, de pauselijke internuntius in Nederland, op 19 april 1830 in een brief aan kardinaal Albani in Rome.

Ingrijpend
Klachten over het Nederlandse klimaat zijn van alle tijden: we vinden ze terug in brieven, dagboeken en reisimpressies. Deze en andere, meer neutrale observaties van het weer vormen een belangrijke bron voor de historicus die in de elementen geïnteresseerd is. Systematische waarnemingen van het klimaat beginnen pas in de 18de eeuw. Uit vroeger tijd zijn geen metingen overgeleverd, terwijl toen het klimaat veel ingrijpender gevolgen had voor het dagelijkse leven. Aanhoudende regenval, stormen, langdurige droogte of vorst leidden eerder tot overstromingen en dijkdoorbraken, branden, misoogsten, of snel over het ijs oprukkende legers. Mensen verloren have en goed of zelfs hun leven.

Labberkoeltje
In verschillende door het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis uitgegeven bronnen zijn opmerkingen over het weer terug te vinden. Soms gaat het om incidentele verwijzingen in middeleeuwse kronieken of tolrekeningen naar storm, windstilte en ijsgang (die schepen verhinderden uit te varen) of overmatige regenval (die kleiwegen onbegaanbaar maakten). Meer beeldend zijn de weersaanduidingen in de dagregisters van het kasteel Zeelandia op Formosa (het huidige Taiwan). De ene dag woei er een hanige wind, dan was er brave koelte, soms was het dijsich (mistig) of viel de neerslag in dappere regenvlagen, woei er een labberkoeltjen uyten noordoosten, een aangenaam landwintje, was het schoon lieffelijck weer of schoon zonneschijnweder. De woorden zijn misschien anders, maar de boodschap is hetzelfde: niets zo veranderlijk als het weer.

Wilma Gijsbers

 

Internet
Dit artikel is afkomstig van de jubileumkrant van het Instituut voor Nederlandse geschiedenis, Tijding.
Lees meer over bovengenoemde publicaties van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis:
Lettres de Francesco Capaccini, agent diplomatique et internonce du Saint-Siège au Royaume Uni des Pays-Bas 1828-1831 (1983).
De dagregisters van het kasteel Zeelandia, Taiwan 1629-1662 (4 delen).
Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland voor 1544 (2 delen in 3 banden)

* Pauselijk internuntius: pauselijke vertegenwoordiger bij het hof of de regering van een kleine staat ^



 
Instelling:
Instituut voor Nederlandse Geschiedenis
 
Publicatiedatum:
3 september 2003