|
|
|
Pablo Picasso, De Minotaurus XI, 1933, droge naald (ets),
30 x 37 cm, Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam
|
Het gedrocht van de Minotaurus werd geboren uit een tegennatuurlijke liefde. Pasiphaë, de vrouw van koning Minos van Kreta, paarde namelijk met een dolle witte stier. Minos' architect, Daidalos, ontwierp daartoe een soort kunstkoe, waarin Pasiphaë plaats kon nemen om gemeenschap met de stier te hebben. De vrucht van deze bestialiteit, de Minotaurus, ofwel 'de stier van Minos', werd opgesloten in het labyrint van koning Minos, dat ook ontworpen was door Daidalos. Daar werden, in het kader van een primitieve stierencultus, jaarlijks zeven Atheense jongelingen en zeven maagden aan de Minotaurus geofferd. Niemand wist ooit uit de doolhof te geraken. Totdat de dochter van de Kretense koning, Ariadne, verliefd werd op de Atheense koningszoon Theseus. Ariadne gaf haar minnaar goede raad en een kluwen garen, die hem in staat zou stellen zijn weg terug te vinden uit het labyrint, nadat hij de Minotaurus had gedood.
De stierenmens symboliseert de dierlijke instincten en de vernietigende werking van de onderdrukte hartstocht. Pablo Picasso heeft met deze symboliek een serie van 11 prenten vervaardigd waar Minotaurussen op voorkomen.
Chris Will
Internet
Kijk op de website van het Museum Boijmans van Beuningen voor meer informatie over deze ets van Picasso.
