zoeken
mail a friend








Van Suypestein tot Drinkenburg

Roosje:
            Kom, Kloris, lustig, als een man,
            Nou jy, en ik, jy moet 'er an.
Kloris:
            Wel aen, ik ben 'er meê te vreden,
            Zo ken men onzen tyd besteeden.

Kloris en Roosje dansen.

 
De bruiloft van Kloris en Roosje, Cornelis Troost, pastel, penseel in dekverf op papier, 64 x 83 cm, ca. 1740, Mauritshuis, Den Haag
Tijdens het dansen tilt Kloris met zijn voet de rok van Roosje een beetje omhoog.

De bruiloft van Kloris en Roosje is één van de vele theaterscènes vereeuwigd door Cornelis Troost (1696-1750). Deze Amsterdamse kunstenaar heeft zelf vele jaren als acteur op de planken van de Amsterdamse schouwburg gestaan en decors geschilderd, voordat hij zich alleen nog maar toelegde op de schilder- en tekenkunst. De theaterstukken zijn vooral afkomstig van blijspelen, zoals bijvoorbeeld Beslikte Swaantje van Abraham Alewijn, De ontdekte schijndeugd van D. Lingelbach, Jan Claasz of de gewaande dienstmaagd van Thomas Asselijn en De wiskunstenaars of 't gevlugte juffertje van Pieter Langendijk.

De vermakelijke scènes gaan over ondeugden als spilzucht, overspel, dronkenschap, geveinsde vroomheid. Op humoristische wijze wordt het overdrijven van burgerfatsoen of juist het laten varen ervan op de hak genomen. Zoals in alle komedies en blijspelen wordt de beschouwer een spiegel van alledag voorgehouden. Troost versterkt deze suggestie door bijna alle theaterstukken realistisch af te beelden. Het theater wordt niet afgebeeld en decors of decorstukken zijn nauwelijks te bekennen. De bruiloft van Kloris en Roosje bijvoorbeeld speelt zich buiten af. Om deze reden worden de theaterstukken van Troost ook opgevat als genrestukken.

 

De ontdekte schijndeugd, Cornelis Troost, pastel en penseel in dekverf, 66 x 53,3 cm, 1743, Rijksmuseum Amsterdam 

Zo heeft het stuk van Lingelbach De ontdekte schijndeugd Troost stof gegeven om een aantal scènes af te beelden. In één van de pastels staat Geertrui snikkend in een grote zakdoek in de deuropening als haar man met zijn bediende het huis verlaat. Een hondje zit aan haar voeten, symbool van trouw. Maar achter Geertrui drijft de dienstmeid de spot met de echtgenoot. Ze steekt twee vingers op, zinspelend op de ontrouw van Geertrui, want haar minnaar staat al ongeduldig te wachten op het vertrek van de echtgenoot.

Troost heeft ook een groot aantal dronkemanstaferelen afgebeeld. Werken met titels als Suypestein en Drinkenburg spreken voor zich. Een groep vrolijke dronkaards staat op het punt te vertrekken van landhuizen, waarbij drinkende, brakende en plassende figuren overduidelijk maken hoe het staat met de toestand waarin ze verkeren.

 
Detail van een van de NELRI schilderijen, nummer 4 getiteld Rumor erat in casa (Het werd rumoerig in huis), Cornelis Troost, pastel en penseel in dekverf op papier, 57 x 73 cm, ca. 1740, Mauritshuis, Den Haag
Plaats van handeling is in de eetkamer (let op het morskleed). De stemming zit er goed in.

Deze thematiek staat centraal in een beroemde serie van 5 pastels in het bezit van het Mauritshuis, NELRI genaamd. Het woord NELRI is samengesteld uit elke eerste letter van de Latijnse titels van de pastels. De serie is een beeldverhaal, zich afspelend in de avond. Op de eerste prent getiteld Nemo loquebatur (Niemand sprak) is een vertrek afgebeeld, waarin een aantal heren pijprokend bij elkaar zitten. Een haardvuur brandt en de kaarsen zijn net aangestoken. De bediende ontkurkt op de achtergrond een fles wijn. De klok geeft de tijd van 5 uur aan. Op de pastels die hierop volgen staat de klok verder, de kaarsen zijn kleiner, de voorraad wijnflessen is aanzienlijk verminderd, maar vooral het gedrag van de heren verandert van genoeglijk keuvelen, heftig discussiëren tot vrolijke dronkenschap. Met lichte spot en zichtbaar genoegen heeft Troost het verloop van een avondje onder vrienden weergegeven.

Annemiek Teesing

Internet
Op de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren zijn integrale teksten te lezen en informatie te vinden over de schrijvers van bovengenoemde blijspelen:  De bruiloft van Kloris en Roosje, Beslikte Swaantje van Abraham Alewijn, De ontdekte schijndeugd van D. Lingelbach, Jan Claasz of de gewaande dienstmaagd van Thomas Asselijn en De wiskunstenaars of 't gevlugte juffertje van Pieter Langendijk.
Meer informatie over het Beslikte zwaantje op de website van het  museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam.
Een scène uit De spilpenning, een ander toneelstuk van Thomas Asselijn, is ook door Cornelis Troost afgebeeld en thans in het bezit van het Rijksmuseum Amsterdam.

Literatuur
Er zijn veel publicaties over Troost. Een oeuvrecatalogus is geschreven door J.W. Niemeijer, Cornelis Troost 1696 -1750, Assen, 1973. Een boek gewijd aan de NELRI serie is geschreven door Frank Grijzenhout, Cornelis Troost, Bloemendaal, 1993 en in 1993 is ook een catalogus verschenen bij de tentoonstelling Cornelis Troost en het theater in het Mauritshuis: Cornelis Troost en het theater: tonelen van de 18de eeuw, Zwolle, 1993.

Nelri
De naam van de serie van 5 pastels is samengesteld uit de eerste letters van de opschriften die op de lijsten van de pastels staan. De pastels zijn vervaardigd in de jaren 1739 en 1740. De titels luiden als volgt:
N: Nemo loquebatur (Niemand sprak)
E: Erat sermo inter frares (Men raakte in gesprek)
L: Loquebatur omnes (Iedereen praatte)
R: Rumor erat in casa (Er werd geschreeuwd in huis)
I: Ibant qui poterant, qui non potuere cadebant (Wie kon lopen vertrok te voet, wie dat niet meer kon, viel)


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
20 december 2004