|
Loodzetterij 1880, Museum de Historische Drukkerij, © Stichting Drukkerij Museum
|
Werkwijze voor en na 1880
Eén van de aandachtspunten van het museum is de periode 1880-1900. De drie hoofdtechnieken in een drukkerij uit die periode zijn de boekdruk, de diepdruk en de steendruk.
In de laatste twee decennia van de de 19de eeuw kwamen er in drukkerijen belangrijke veranderingen op gang, waarin de opkomst en ontwikkeling van de fotografie een grote rol heeft gespeeld. De fotografie was reeds in het begin van de 19de eeuw uitgevonden. Het heeft echter tientallen jaren geduurd voordat de fotografie als reprografie in de drukkerij bruikbaar gemaakt kon worden.
Voordat het mogelijk werd om fotografisch materiaal af te drukken moest al het beeldmateriaal door kunstenaars of geschoolde tekenaars getekend worden. Deze tekeningen gingen vervolgens naar een graveerwerkplaats, waar een houtgraveur de originele tekening met een burijn moest omzetten tot een houtgravure. Van deze houtgravure werd een replica gemaakt, een galvano genaamd. Deze galvano werd dan samen met de met loden letters gezette tekst op de persen afgedrukt.
|
Stopcilinderpers merk M.A.N., Museum de Historische Drukkerij, © Stichting Drukkerij Museum
|
Vanaf 1880 werd het mogelijk om met een glasnegatief drukvormen te vervaardigen. Dit wordt een fotografisch cliché genoemd. Een cliché is een plaat waarop op één of andere manier (bijvoorbeeld gegraveerd of door een chemisch procédé) een negatief beeld is aangebracht. Hiervan kunnen dan de afdrukken gemaakt worden.
Rond 1900 verdween in snel tempo het vak van graveur, omdat de reprografie en daarmee het fotografisch cliché, als vervanger van de houtgravure, steeds gangbaarder werden in de drukkerijen.
Rene Glaser
De drie hoofddruktechnieken in een drukkerij rond 1900
De boekdruk: |
de hoogdruk als oudste druktechniek, het drukken van boeken door middel van losse gegoten loden letters eventueel in combinatie met beeldmateriaal : houtsnede, houtgravure, lijncliché, autotypie
|
De diepdruk: |
de koper- en staalgravure, heliogravure en de rakeldiepdruk
|
De steendruk: |
industriële techniek, in navolging van de heliogravure,welke rotatief met een diepdrukcilinder werkt, m.a.w. : de drukvorm van de rakeldiepdruk is een grote cilinder, deze cilinder wordt in een drukpers geplaatst en rondgedraaid. Deze cilinder drukt haar beeld af op een rol papier. |
Verklarende woordenlijst van gebruikte grafische begrippen
autotypie
|
fotografische methode om een gerasterd negatief te vervaardigen voor het drukken van halftonen in boekdruk.
|
galvano |
elektrochemisch procedé voor het maken van replica's van hoogdruk drukvormen, zoals houtsnedes, houtgravures, lodenzetsels. |
halftoon negatief |
een fotografische opname waarop het negatief alle lichtnuances van licht en donker (alle grijswaarden) zichtbaar zijn. |
heliogravure |
manuele diepdruktechniek door fotografische beeldoverbrenging. Door middel van een halftoon-negatief wordt het beeld overgebracht op een lichtgevoelig gemaakte koperen plaat. Zie ook heliogravure in het Prenten-ABC. |
koper- en staalgravure |
methode om met de hand diepdrukplaten te maken. Met een burijn wordt een tekening gegraveerd in een koperen of metalen plaat. De lijnen worden met een tampon ingeïnkt en vervolgens afgedrukt. |
lijncliché |
geëtste drukplaat naar een lijntekening. Door middel van de reprografie wordt het negatief van het lijnorigineel gekopieerd op een lichtgevoelig gemaakte koper-of zinkenplaat. |
rakeldiepdruk |
de vlakdruk drukmethode door middel van steen of zinkplaat. De afbeelding wordt met vethoudende materialen getekend op een kalksteen, natgemaakt, ingerold en afgedrukt (basisprincipe het wederzijds afstoten van vet en water). |
reprografie |
een fotografische methode ter vervaardiging van negatieven en diapositieven van originelen. Dit met behulp van een groot formaat reproduktie -camera. Deze negatieven en positieven werden gekontakt met lichtgevoelig gemaakte zink-of koperplaten zodat er een fotografische drukvorm (cliché) ontstond. |
|
|