zoeken
mail a friend








Zoek de tijd

Over archeologen en jaartallen

Archeologen zoeken naar verhalen en proberen dateringen te vinden. Immers, dateringen geven voorwerpen en gebeurtenissen een plaats in de tijd en helpen om het verleden te reconstrueren en te begrijpen. Hoe komt een archeoloog aan jaartallen, zelfs als de opgraving uit een periode stamt van ver voor de geschreven geschiedenisbronnen?

Veenprofiel. De onderste laag is keileem gevormd in de laaste ijstijd. Foto: Drents Museum

Soms zijn munten nog scherper te dateren dan alleen de regeringsperiode van de afgebeelde persoon. Deze gouden aureus is geslagen tussen 112-114 en voorzien van het portret van keizer Trajanus. Hij regeerde van 98 tot 117 n. Chr. Op de keerzijde is een triomfboog te zien die de keizer tussen 112 en 114 liet bouwen op het naar hem genoemde forum in Rome. (foto: Rijksmuseum het Koninklijk Penningkabinet, Leiden)

Oud zit diep
Bij opgravingen kunnen de wanden van de put nuttige informatie opleveren. In de profielen is de opbouw van de bodemlagen voor de archeoloog goed leesbaar. In het algemeen geldt: hoe dieper in de bodem, des te ouder zijn de grondlagen en de daarin voorkomende vondsten. De studie van de grondlagen heet stratigrafisch onderzoek, een term uit de geologie. Ook archeologen maken gebruik van deze wetenschap. Wanneer aan een bodemlaag niet precies een scherp jaartal of periode kan worden gehangen, kan in elk geval worden vastgesteld dat de onderste laag ouder is dan de laag of lagen erboven.

Enkele dateringstechnieken
Het vinden van een datering is het gemakkelijkst als voorwerpen zelf voorzien zijn van een jaartal. De kennis van munten, de numismatiek, is daar zeer bruikbaar voor. Als een leren portemonnee met Euro's in de grond wordt aangetroffen, dan is deze na januari 2002 verloren of weggegooid. Staat het hoofd van Trajanus op een munt, dan is deze tussen 98 en 117 n. Chr. geslagen en is de laag waar de munt ligt van deze tijd of later.

Typologie
Dankzij de noeste arbeid van voorgangers, weten archeologen inmiddels hoe en wanneer aardewerk door de tijd heen van vorm en decoratie verandert: de typologie van aardewerk is bekend. Zo zijn scherven te dateren door ze te vergelijken met bekende voorwerpen. Van alles wat aan mode onderhevig is, is zo een typologie te maken: leren schoenen, metalen mantelspelden, huizen, kano's, vormen van bijlen enz.

Dendrochronologie
Stukken eikenhout zijn te dateren aan de hand van nog zichtbare jaarringen. Het klimaat heeft invloed op de dikte van de jaarring: de boom groeit een jaar lekker (dikke ring) of juist niet. Door de overlappende jaarringpatronen van opgegraven stukken hout aan elkaar te koppelen, is een tijdbalk te maken die duizenden jaren teruggaat.
Elk nieuw gevonden stuk hout hoef je vervolgens alleen maar met deze tijdbalk vergelijken om het in de tijd te kunnen plaatsen. Het meest recente jaartal dat bij dit dendrochronologisch onderzoek uit de bus komt, geeft aan wanneer de desbetreffende boom is gestorven of gekapt.

C14-methode
Organisch materiaal als bot, hout, schelpen, graan en ander plantaardig materiaal, is te onderzoeken met een koolstofdateringsmethode: de C14-methode. Kort gezegd houdt deze methode in dat de hoeveelheid nog radioactieve koolstof (C14) in een object wordt gemeten. Na de dood van elk organisme vervalt namelijk de radioactieve koolstof. De snelheid van het vervallen is bekend. Door te meten hoeveel er nog aanwezig is, kan worden teruggerekend naar de sterfdatum (of kapdatum van bomen). Voor alle zekerheid wordt er wel een kleine marge in de dateringen ingebouwd.

De boomstamkano van Pesse is bijna 3 m lang en 44 cm breed. Hij is gemaakt van dennenhout. Met de C14-methode was deze kano, de oudste kano ter wereld, te dateren. Het vaartuig blijkt in de periode 8040 - 7510 v. Chr. te zijn gemaakt. Foto en collectie: Drents Museum, Assen.
De kano is momenteel niet aanwezig in het museum. Het vaartuig is weer te zien is vanaf 18 september 2004 in de internationale tentoonstelling The Mysterious Bog People, over offers en het dagelijks leven in het Noord-Europese veen.

Zo'n eeuw geleden bestonden de meeste hierboven beschreven technieken nog niet. De mogelijkheden van bestaande methoden breiden zich uit en de ontwikkeling van nieuwe dateringtechnieken gaat gestaag voort. Zo wordt er tegenwoordig geëxperimenteerd met de datering van lood (aan de hand van de hoeveelheid roestdeeltjes erin) en met een jaarringenkalender van naaldhout (die andere diktes heeft dan eikenhout). Het wachten is nu op een apparaat dat, wanneer je het voorwerp ervoor houdt, zelf de meest geschikte methode kiest en twee seconden later op een display het juiste jaartal laat zien. Toekomstmuziek? De tijd zal het leren!

Monique Ras

 

Meer over:

  • Dendrochronologie op de site van Teleac

 


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
20 december 2004