Giulio die constant ziek schijnt te zijn geweest en
wiens helpers en bedienden ook van koorts te lijden hadden, bleef. Hij moest
vermoeiende schermutselingen met de hertogelijke schatmeesters uitvechten om
meer verguldsel te financieren. Hij moest bovendien leiding geven aan
onervaren en onwillige werkkrachten tijdens overstromingen en onophoudelijke
regens, terwijl helpers soms zijn ontwerpen stalen of zijn ideeën zo slecht
uitvoerden, dat hij alle plezier in zijn werk verloor, Niettemin werd hij
het nooit moe nieuwe ideeën te lanceren of nieuwe vertrekken voor
de hertogelijke verblijven in en
buiten Mantua in te richten, ontwerpen te maken voor kastelen, tuinen,
wandtapijten, aardewerk, vaatwerk, kostuums, decors, optochten en
schouwspelen voor feesten en begrafenissen en daarbij ook nog tijd te vinden
om aan zijn schilderijen te werken en ontwerpen te maken voor graveurs en
beeldsnijders. |
Mantua, 10 juni 1536
Zeer doorluchtige en eminente Heer!
Graaf Brunoro heeft mij het verwijt gemaakt dat ik had nagelaten Uwe
Excellentie op de hoogte te houden over de voortgang van de bouwwerken.
Tot nu toe heb ik dit overgelaten aan Messer Zaffardo, die mij meedeelde
dat Uwe Excellentie hem had opgedragen om U van tijd tot tijd over de
voortgang van het werk te berichten. Het is zeker waar dat ik niet al te
bereidwillig was, omdat de zaken niet verliepen zoals ik had gewenst, want
in de eerste week had ik een tekort aan muntgoud en kalk en de kapitein
wilde mij van niets voorzien. Tenslotte gaf hij mij toch een beetje en
aldus breng ik het Castello op orde: Messer Agostino zal in de loop van de
volgende week de twee vertrekken hebben overwelfd, dat wil zeggen op de
eerste verdieping en hij zal ook de tuinmuur hebben afgemaakt en ik
beloofde hem uit mijn eigen zak te betalen, zodat hij op kon schieten en
Uwe Excellentie tevreden kon zijn en de tuin binnen twee weken groen kon
aantreffen. Onderwijl kon ik niet werken aan de gracht vanwege de hoge
waterstand; desalniettemin is men begonnen met de overwelving en het werk
zal doorgaan. Wat het te schilderen vertrek betreft zal Anselmo binnen
tien dagen met schilderen klaar zijn en vervolgens zal er worden
doorgegaan met vergulden. Daarbij zullen elke week vijfhonderd goudstukken
worden gebruikt, want Messer Carlo heeft mij beloofd niet in gebreke te
zullen blijven mij van zo'n groot bedrag aan munten te voorzien. Het
kleine kabinet naast het vertrek is al verguld maar de valken zijn niet
geschilderd. Zes zijn nog niet voorhanden en zo gauw ik ze heb zal ik ze
laten doen. Ik heb opdracht gegeven aan de marquetterie-werkers, de la
Mola en de andere meesters, die de houten betimmeringen verzorgen, om te
beginnen met de notenhouten lambrizering. De twee kroonlijsten, die
doorlopen in het vertrek zijn wat het houtwerk betreft klaar en één ervan
heb ik voltooid en hier zal ik de paarden plaatsen, waar ik aan bezig ben,
want er ontbreken er nog drie. Deze zullen op de kleinere stukken komen en
ik heb hiervoor al de lijsten en de doeken geprepareerd. En als het Uwe
Excellentie behaagt aan te geven welke paarden en welke valken moeten
worden geschilderd, zullen zij onverwijld worden vervaardigd. Maar naar
mijn mening zouden het paarden moeten zijn die niet te groot zijn en die
lichte kleuren hebben, als er geen tekort aan is. Er is hoe dan ook niets
dat mij tot uitstel beweegt behalve de hoeveelheid goud, die boven in het
plafond komt en ook iets lager om te passen bij het fraaie plafond. Ik heb
ook twee punten gereed waar de licht(fakkels) in passen, zodat zij niet
gaan walmen en ik heb opdracht gegeven om een aanvang te maken met het
werk aan één van de stenen schoorsteenmantels, die de mooiste beloven te
worden, die tot op heden zijn gemaakt. Dat andere witte kabinet zal binnen
tien dagen af zijn en dan zal men direkt doorgaan met het volgende. Wat
betreft de voorraadschuur, deze zal binnen een week klaar zijn maar er
moet wel enige aandacht worden geschonken aan de stookplaats. Anders
zullen de ratten deze als ladder gebruiken om in de duiventil te komen. Ik
heb daar echter een goede remedie tegen gevonden en het zou al eerder
klaar zijn geweest als het niet had geregend en ik het timmerhout had
kunnen krijgen. ( ... ) Ik heb mijn uiterste best gedaan het Uwe
Excellentie naar de zin te maken met meer ijver dan in feite naar buiten
is gekomen. Het leek mij beter ommijn verontschuldigingen te kunnen maken
en ik wil er slechts dit van zeggen dat als ik geld te kort kom voor het
karwei, ik zo vrij zal zijn uit mijn eigen zak te betalen, hoe weinig ik
ook bezit. [k doe dat ten faveure van Uwe Excellentie, in wiens gunst ik
mij nederig aanbeveel en ik kus uw handen, de nederige dienaar van Uwe
Excellentie Giulio Romano
Blijkens de volgende brief was Federigo Gonzaga van
mening dat Giulio wel wat harder op kon schieten met het werk aan het
paleis, hoewel beide partijen wisten dat het een loos gebaar betrof, omdat
steeds opnieuw uitstel de gewone gang van zaken
was |
Guilio, omdat we begrepen hebben dat geen schilder aan
onze vertrekken in het Palazzo
del Te werkt, geloven we dat het in augustus niet af zal zijn en
evenmin in september of zelfs in oktober. Tot nu toe mogen wij wat
gelachen hebben over het vele uitstel, maar nu wij zien dat ook deze
laatste datum zal voorbijgaan zonder dat wij voldaan zijn, moeten wij je
zeggen, dat als je daar niet aan voldoet, wij op zoek moeten naar andere
schilders om het af te maken.
Uit: P. Carpi, Giulio Romano ai servigi di Federigo
Gonzaga. Mantua 1920
|