Het aandeel van Lully en Molière in de hofballetten

'Het ballet van de nacht' werd uitgevoerd op 23 februari 1653 in de Bourbon-zaal van het Louvre-paleis te Parijs en het gehele feest zou meer dan dertien uur hebben geduurd. Het sukses van deze combinatie van afwisselend poëtische, heroïsche, groteske en satirische episodes was zo groot dat de voorstelling zesmaal werd herhaald. 

  • Het meest spectaculair in theatraal opzicht waren vooral de episodes die van magie waren vervuld, zoals bij de metamorfoses van Thetis die in vuur of een dier veranderde. 

  • In het algemeen waren de effekten van het toneelbeeld - dank zij het ingenieuze gebruik van allerlei machinerieën door de beroemde Italiaanse ontwerper Torelli - en de kostumering het meest imponerend. 

  • Maar ook de muziek- en dansuitvoering sloeg aan, waarbij niet alleen Lodewijk XIV zich onderscheidde maar ook zijn favoriete componist. De laatste was Jean-Baptiste Lully (oorspronkelijk Giovanni Battista Lulli; 1632-1687), die in Het ballet van de nacht voor het eerst in dienst van de koning kwam. Na deze uitvoering - waarin Lully ook zelf optrad in een vijftal dansrollen - werd hij benoemd tot hofcomponist. 

De in Florence (of omstreken) geboren Lully was op veertienjarige leeftijd naar Frankrijk gegaan. Al spoedig verwierf hij de reputatie van duivelskunstenaar, doordat hij zich niet alleen ontwikkelde als een virtuoze vioolspeler en danser maar ook als een belangwekkende componist en choreograaf. In het algemeen wist Lully in zijn muziekcomposities uitstekend de toon te treffen, die hoorde bij de feestelijke pracht en praal van de muziek- en dansfestijnen aan het hof van Lodewijk XIV. Lully's aria's waren in zijn eigen tijd zelfs zo populair dat ze niet alleen werden gezongen in de vertrekken van het paleis maar ook op straat in heel Frankrijk. 

Compositeur de la musique instrumentale.

Maitre de la musique de la Familie Royale.

Door zijn buitengewoon suksesvolle en invloedrijke werk als achtereenvolgens hofcomponist ('Compositeur de la musique instrumentale', vanaf 1653) en koninklijk muzikaal leider ('Maitre de la musique de la Familie Royale', vanaf 1662) heeft Lully bovendien in de muziekgeschiedenis een belangrijke plaats gekregen. 
Chaconne d'Arlequin

Chaconne de Pha‘ton 1683

Armide (1686) Prelude

Armide (1686) Le perfide Renaud

Hierbij heeft hij onder meer aan de wieg gestaan van de opvolger van het klassieke hofballet, de zogeheten ballet-opera. Van groot belang voor de theater(dans)geschiedenis is ook de samenwerking gebleken van Lully met de eveneens door de koning gevierde toneelschrijver, -regisseur en speler Molière (1622-1673). 

Vele van Molières blijspelen zijn oorspronkelijk uitgevoerd als onderdeel van een hofballet; zoals de komedie Tartuffe die in 1664 een 'entrée' vormde in het klassieke hofballet 'De geneugten van het betoverde eiland' ('Les plaisirs de I'ile enchantée'). 

Vanaf 1661 maakten Molière en Lully gezamenlijk hun zogeheten ballet-comedies (in het Frans 'comédies-ballets'); 

  • Dit zijn blijspelen waarbij, tussen de bedrijven van het eigenlijke toneelstuk, korte balletten worden uitgevoerd die het karakter hebben van een divertissement. 

Tot de bekendste van hun ballet-comedies - die tegenwoordig gewoonlijk zonder dans worden uitgevoerd- behoort voorts "Le bourgeois Gentilhomme".(De burgerlijke edelman)

Voor hun ballet-comedies - waarin, zoals bij Molière gebruikelijk was, allerlei zeden en gewoonten op een satirische manier worden afgeschilderd - schreef Molière de dialogen en componeerde Lully de muziek voor de dans-tussenspelen; voorts traden beiden hierin ook als dansers op, want Molière gold eveneens als een bekwaam danser. De eerste balletkomedie van Molière en Lully was het stuk De brutale bemoeiallen (Les facheux), dat in 1661 in première ging.

Gedurende bijna honderd jaar was Lully' s formule voor het maken van een opera het uitgangspunt voor de Franse opera. Dit soort opera legde minder nadruk op de aria dan de Italiaanse opera's, maar veel meer nadruk op de dans. Zelfs tweehonderd jaar later wilde het Franse publiek nog steeds een groot balletnummer halverwege de show, zelfs in opera' s die uit andere landen werden geïmporteerd.

Nadat hij het ballet, de muziekkomedie en het schrijversduo had uitgevonden, bedacht Lully nog iets (en dit werd uiteindelijk zijn ondergang). In zijn pogingen om het orkest in de maat te houden, introduceerde hij de dirigeerstok. Helaas was zijn eerste prototype van het dirigeerstokje een zware, bijna twee meter lange staf, waarmee hij op de maat van de muziek op de grond stampte. We schrijven hier 'helaas' omdat Maestro Lully in 1687, toen hij een concert dirigeerde ter gelegenheid van het herstel van de Zonnekoning na een ziekte, de vloer volledig miste en de staf in zijn eigen voet sloeg. Zijn voet raakte door gangreen aangetast en uiteindelijk stierf hij daaraan.

Ook zijn composities in andere genres waren van belang voor de ontwikkeling van de West-Europese muziek. Vooral de orkestmuziek kwam door Lully als componist, instrumentalist en dirigent tot grote bloei, bijv. in de vorm van de orkestsuites die bestonden uit een ouverture en een reeks dansen. Lully's drie zoons, Louis (1664-1734), Jean-Baptiste jr. (1655-1743) en Jean-Louis (1667-1688), waren ook musicus en componist.

WERK:

Balletten: La nuit (1653); Les plaisirs (1655); Alcidiane (1658); La raillerie (1659); L'impatience (1661); Les saisons (1661); Les arts (1663); Les noces de village (1663); La naissance de Vénus (1665); Les gardes (1665); Ballet de Créquy ou Le triomphe de Bacchus dans les Indes (1666); Les muses (1666); Flore (1669); La jeunesse (1669); Les deux pythiens (1670); Le triomphe de l'amour (1681); Le temple de paix (1685). -

Comédies-ballet: Le mariage forcé (1664); L'amour médecin (1665); Monsieur de Pourceaugnac (1669); Le bourgeois gentilhomme (1670); Psyché (1671). -

Tragédies lyriques: Cadmus et Hermione (1673); Alceste (1674); Thésée (1675); Atys (1676); Isis (1677); Psyché (1678); Bellérophon (1679); Proserpine (1680); Persée (1682); Phaéton (1683); Amadis (1684); Roland (1685); Armide (1686). -

Voorts: kamer-, toneel-, kerk- en koormuziek.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven.


01/02/2005 last update