Compositeur de la musique instrumentale Maitre de la musique de la Familie Royale. Jean-Baptiste Lully |
|
De in Florence (of omstreken) geboren Lully was op veertienjarige leeftijd naar Frankrijk gegaan. Al spoedig verwierf hij de reputatie van duivelskunstenaar, doordat hij zich niet alleen ontwikkelde als een virtuoze vioolspeler en danser maar ook als een belangwekkende componist en choreograaf. In het algemeen wist Lully in zijn muziekcomposities uitstekend de toon te treffen, die hoorde bij de feestelijke pracht en praal van de muziek- en dansfestijnen aan het hof van Lodewijk XIV. Lully's aria's waren in zijn eigen tijd zelfs zo populair dat ze niet alleen werden gezongen in de vertrekken van het paleis maar ook op straat in heel Frankrijk. | |
Binnenaanzicht van het theater
in Versailles (Salle du Spectacle) |
|
Door zijn buitengewoon suksesvolle en invloedrijke werk als achtereenvolgens hofcomponist ('Compositeur de la musique instrumentale', vanaf 1653) en koninklijk muzikaal leider ('Maitre de la musique de la Familie Royale', vanaf 1662) heeft Lully bovendien in de muziekgeschiedenis een belangrijke plaats gekregen. | |
Lully. Atys. Zephirs dance Staged in 1987 by Les Arts Florissants and conducted by William Christie. |
|
Van groot belang voor de theater(dans)geschiedenis is de samenwerking gebleken van Lully met de eveneens door de koning gevierde toneelschrijver, -regisseur en speler Molière (1622-1673). Vele van Molières blijspelen zijn oorspronkelijk uitgevoerd als onderdeel van een hofballet; zoals de komedie Tartuffe die in 1664 een 'entrée' vormde in het klassieke hofballet 'De geneugten van het betoverde eiland' ('Les plaisirs de I'ile enchantée'). |
|
Vanaf 1661 maakten Molière en Lully gezamenlijk hun zogeheten ballet-comedies (in het Frans 'comédies-ballets'); Dit zijn blijspelen waarbij, tussen de bedrijven van het eigenlijke toneelstuk, korte balletten worden uitgevoerd die het karakter hebben van een divertissement. Tot de bekendste van hun ballet-comedies - die tegenwoordig gewoonlijk zonder dans worden uitgevoerd- behoort voorts "Le bourgeois Gentilhomme".(De burgerlijke edelman) Voor hun ballet-comedies - waarin, zoals bij Molière gebruikelijk was, allerlei zeden en gewoonten op een satirische manier worden afgeschilderd - schreef Molière de dialogen en componeerde Lully de muziek voor de dans-tussenspelen; voorts traden beiden hierin ook als dansers op, want Molière gold eveneens als een bekwaam danser. De eerste balletkomedie van Molière en Lully was het stuk De brutale bemoeiallen (Les facheux), dat in 1661 in première ging. |
|
In dit fragment van een speelfilm zie je op welke manier Lully dirigeerde. De stok, die hij hiervoor gebruikte, werd hem uiteindelijk noodlottig. De stok kwam in zijn voet terecht. | |
Tragédies lyriques. Enkele kenmerken zijn:
Een voorbeeld hiervan is Atys
|
|
Lully. Atys. Dream's dance Staged in 1987 by Les Arts Florissants and conducted by William Christie. |
|
Gedurende bijna honderd jaar was Lully' s formule voor het maken van een opera het uitgangspunt voor de Franse opera. Dit soort opera legde minder nadruk op de aria dan de Italiaanse opera's, maar veel meer nadruk op de dans. Zelfs tweehonderd jaar later wilde het Franse publiek nog steeds een groot balletnummer halverwege de show, zelfs in opera' s die uit andere landen werden geïmporteerd. Nadat hij het ballet, de muziekkomedie en het schrijversduo had uitgevonden, bedacht Lully nog iets (en dit werd uiteindelijk zijn ondergang). In zijn pogingen om het orkest in de maat te houden, introduceerde hij de dirigeerstok. Helaas was zijn eerste prototype van het dirigeerstokje een zware, bijna twee meter lange staf, waarmee hij op de maat van de muziek op de grond stampte. We schrijven hier 'helaas' omdat Maestro Lully in 1687, toen hij een concert dirigeerde ter gelegenheid van het herstel van de Zonnekoning na een ziekte, de vloer volledig miste en de staf in zijn eigen voet sloeg. Zijn voet raakte door gangreen aangetast en uiteindelijk stierf hij daaraan. Ook zijn composities in andere genres waren van belang voor de ontwikkeling van de West-Europese muziek. Vooral de orkestmuziek kwam door Lully als componist, instrumentalist en dirigent tot grote bloei, bijv. in de vorm van de orkestsuites die bestonden uit een ouverture en een reeks dansen. Lully's drie zoons, Louis (1664-1734), Jean-Baptiste jr. (1655-1743) en Jean-Louis (1667-1688), waren ook musicus en componist. WERK: Balletten: La nuit (1653); Les plaisirs (1655); Alcidiane (1658); La raillerie (1659); L'impatience (1661); Les saisons (1661); Les arts (1663); Les noces de village (1663); La naissance de Vénus (1665); Les gardes (1665); Ballet de Créquy ou Le triomphe de Bacchus dans les Indes (1666); Les muses (1666); Flore (1669); La jeunesse (1669); Les deux pythiens (1670); Le triomphe de l'amour (1681); Le temple de paix (1685). - Comédies-ballet: Le mariage forcé (1664); L'amour médecin (1665); Monsieur de Pourceaugnac (1669); Le bourgeois gentilhomme (1670); Psyché (1671). - Tragédies lyriques: Cadmus et Hermione (1673); Alceste (1674); Thésée (1675); Atys (1676); Isis (1677); Psyché (1678); Bellérophon (1679); Proserpine (1680); Persée (1682); Phaéton (1683); Amadis (1684); Roland (1685); Armide (1686). - Voorts: kamer-, toneel-, kerk- en koormuziek. Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven.
|