het herstelbare lichaam

De mens is niet meer dan een verschrompelend en op de grond vallend blad; een afgebroken tak; een afgerukte bloem. Maar de middeleeuwers hebben juist het meest armzalige wat er van de mens pleegt over te blijven (wat botten en haren en nagels) alvast weten te steken in een soort van hemelse kleding. En in die kleding, die al vooruitloopt op de jongste dag, wordt het verheerlijkt lichaam waarop men hoopt reeds werkelijkheid. Ook al gaat het om nog zo'n onaanzienlijk deel van het lichaam, de reliekhouder is het die aanheelt wat er verloren ging. 

  Relieken (video fragment Schatkamer Osnabruck)

Relieken - stoffelijke resten van heiligen – zijn eeuwenlang vereerd als voorwerpen van onschatbare waarde. Deze heilige resten bezitten geestkracht, geven genezing en bescherming, en brengen God het meest nabij. En dat was belangrijk, want in de duistere Middeleeuwen kon je God maar beter in de buurt hebben. Omdat het zelf vaak onooglijke voorwerpen waren – niet meer dan een botje van de heilige Ursula of bijvoorbeeld een houtsplinter van het kruis van Jezus – werden er oogstrelende reliekhouders omheen gemaakt. De duurste materialen werden hiervoor gebruikt, want voor het heilige was het kostbaarste niet kostbaar genoeg. De reliekhouders zijn er in een enorme verscheidenheid en nog altijd blinken deze kistjes, ringen, armen, kruisen etc. uit door hun sublieme edelsmeedkunst.  

In de beginperiode van het christendom werd de liturgie vaak gevierd bij of boven het graf van een heilige. Later werden de relieken opgegraven en verheven tot in de altaren, een deel werd in schrijnen bijgezet. Naarmate de behoefte groeide om de relieken ook daadwerkelijk te kunnen zien werden er glazen reliekhouders gemaakt.

Reliekenverering is niet kenmerkend voor het christendom, maar is er wel nauw mee verbonden. Er is geen katholieke kerk zonder reliek. Ook in nieuwbouwkerken behoort een reliek in het altaar te zijn geplaatst, anders kan dit niet worden gewijd. Relieken zijn van wezenlijke betekenis voor de heiliging van een kerk. Het woord is afgeleid van 'relinquere', achterblijven. Er zijn drie soorten relieken.

  • De primaire, het gebeente of het bloed dat was opgevangen, desnoods haren.
  • De secundaire relieken zijn kledingstukken, de passierelieken waaronder de splinters van het Kruishout, de lijkwade, maar ook stola en staf van een heilige.
  • De tertiaire relieken zijn aanrakingsrelieken: dat zijn alle voorwerpen, zoals grafdoeken en kist, die met de heilige in aanraking geweest zijn.

Men pelgrimeert om de heilige eer te bewijzen, of om een gunst af te smeken, dan wel om na verkregen gunst hulde te brengen.

Legitimatie

Naarmate de heiligen een grotere rol gingen spelen in de geloofsbeleving werd het 'Schaubedürfnis' groter. Het volstond niet meer om de relieken te verheffen, mensen wilden de relieken daadwerkelijk zien. Daartoe werden de reliekhouders aan het volk getoond,

Het tonen van de relieken van de plaatselijke heiligen in de kerk en het ronddragen van de relieken is een oude traditie tijdens de Heiligdomsvaart te Susteren.

stoet1.jpg (39780 bytes)

  • In Xanten werden de relieken getoond door het venster van één van de kanunnikenhuizen. Ze werden opgeheven door de deken. Deze had de dagelijkse leiding van het kapittel

Een van de belangrijkste objecten  in Xanten is de Kleine Victorschrijn. De reliekhouder werd rond 1150 speciaal voor Sint-Victor en zijn medestrijders gemaakt. Het was de bedoeling dat iedereen die wilde de relieken, of in elk geval de schrijn waar ze inzaten, kon zien. Daarom werden ze eens in de zoveel tijd door een deken vanuit een van de woningen van het kapittel getoond. Duizenden pelgrims kwamen in de Middeleeuwen naar Xanten om hiervan getuige te zijn. Zij deden dit niet zomaar, er waren speciale aflaten aan verbonden: Wie op reis ging om de relieken te aanschouwen, hoefde na zijn dood minder langer in het vagevuur te zitten om te boeten voor zijn zonden en kon dus eerder de poorten van de hemel doorgaan.

  • Toen dat nog onvoldoende aan de vraag tegemoet kwam, werden de schrijnen vervangen door zogeheten 'sprekende' reliekhouders.Deze hadden de vorm van het betreffende reliek (een voet, een arm, het hoofd) en de erin opgeborgen relieken waren doorgaans van tenminste één kant zichtbaar,door middel van glas of bergkristal. Zodoende was het reliek voor iedereen te bekijken. De oudste zijn  gesloten vormen, waarbij de heiligen vaak op de schrijnen zijn afgebeeld

Tot de elfde eeuw werden relieken, de vereerde resten van heiligen, veelal in schrijnen bewaard. De kostbaarheid van deze schrijnen was een graadmeter voor de heiligheid van de inhoud. Je moest er echter maar op vertrouwen dat de vereerde relieken er daadwerkelijk inzaten. En naar de precieze aard daarvan kon je slechts gissen. Deze situatie veranderde toen er een nieuw type reliekhouder ontwikkeld werd, de 'sprekende' reliekhouder. Deze heet zo omdat hij aan de buitenkant laat zien wat erin zit, in dit geval een stukje bot van een arm.

 

De arm hierboven (uit Maastricht ) is zo'n sprekende reliekhouder en daarin werd een reliek van de heilige Stefanus bewaard. 

Nu kun je je afvragen hoe men zo zeker weet van wie het reliek in deze arm afkomstig was. Het antwoord op die vraag is eenvoudig: het staat er gewoon op. Over de hele lengte van de mouw loopt een smalle koperen tekstband met de inscriptie: INTUS EST DE SANCTO STEFA.., ofwel 'Hierin zit iets van de heilige Stefanus'

Samen met de heilige Laurentius was hij een van de eerste diakenen van de Kerk. Omdat zij de eerste christelijke hoogwaardigheidsbekleders waren, werden zij van oudsher vooral vereerd door bisschoppen en kardinalen. Dat verklaart waarom de reliekarm zo rijk versierd is. Aan de mouw van zijn mantel kun je al zien dat Stefanus geen onbeduidende figuur was. Hij heeft een prachtig liturgisch gewaad aan dat dalmatiek genoemd wordt. En de realistisch uitgewerkte plooien moesten je het gevoel geven dat je echt door de arm van de heilige gezegend werd.

 

Als je goed kijkt, kun je wel raden, welk menselijk onderdeel zich in deze "sprekende reliekhouders" zal bevinden.

 

De zeer hoge waardering die de edelsmeden genoten

Het werk van de edelsmid werd  hoger aangeslagen dan dat van schilders en ook dan dat van beeldsnijders en beeldhouwers. Alleen de allerbeste kunstenaars werden uitgenodigd als het erom ging relieken te voorzien van een adequate aankleding. 

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bronnen oa: http://www.heiligdomsvaart.nl/  en AVRO's Beeldenstorm

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven


02/17/2018