We moeten het van boven hebben |
||
|
||
De Haagse School bestond uit een groep schilders, die het landschap en het licht opnieuw als onderwerp namen voor hun schilderkunst. Het was een soort herontdekking. 'Licht en lucht, dat zijn de grote tovenaars', aldus Jan Hendrik Weissenbruch. 'We moeten het van boven hebben'. | ||
En een andere schilder van de Haagse School zei 'Ik schilder geen koeien, ik schilder licht'. Schilders van het 'grijze licht' werden ze genoemd, de schilders van de Haagse School. | ||
|
||
Schilders als Weissenbruch en
Willem Roelofs ontvluchtten de toen snel
groeiende stad Den Haag en vonden in de polder en de zee met het strand
van Scheveningen het landschap en het licht dat ze zochten.
Geïnspireerd door de geschilderde landschappen van hun 17de-eeuwse voorgangers creëerden ze een nieuw soort landschapsschilderkunst waar het licht misschien wel het belangrijkste onderwerp in was. Je ziet hier een schilderij van Willem Roelofs (1850) en als tweede afbeelding een schilderij van Weissenbruch: het strand bij Scheveningen. [Meer afbeeldingen van Weissenbruch] Meer Haagse School: Anton Mauve Hendrik Willem Mesdag
|