Het toneel van de toekomst

De belangstelling voor buurttheater verloopt in golfbewegingen. Community theater, of buurttheater, grijpt wereldwijd om zich heen. Die opkomst heeft een simpele verklaring. Het drama in de wijken ligt voor het oprapen. Daarnaast is in Nederland het politieke klimaat er rijp voor. Sinds Pim Fortuyn is de politiek de wijk gaan ontdekken. Politici wisten de mensen en de voorstellingen ook plotseling te vinden.

Bovendien is er een enorm publiek voor. De zalen hebben eigenlijk altijd vol gezeten. Mensen, die in het standaard-kunst-en-cultuurwereldje zitten, hebben niet in de gaten dat er zulke enorme volksstammen zijn die nooit met kunst en cultuur in contact komen. Wijktheater heeft daarom een mooie toekomst. Als de kunst zich niet met de mensen bemoeit, dan komen ze zich met jou bemoeien. In het wijktheater gebeurde dat altijd al, zonder artistiek-amateuristisch te zijn.

Leefbaar Rotterdam heeft gedreigd de Stadsschouwburg te sluiten. Als men steeds maar weer in het bastion van de Stadsschouwburg staat te spelen, raakt de kunst van de mensen vervreemd. Het gestileerde burgerlijk toneel in de schouwburgen van nu heeft de stukken die zich bijvoorbeeld afspelen aan het hof, ook moeten wegduwen. Het wijktheater is het toneel van de toekomst. Voorbeelden van buurttheater zijn Het Rotterdams Wijktheater en Stut Theater.
Stut Theater werd opgericht in 1977. Een "stut", die in kolenmijnen gangen ondersteunt, inspireerde de oprichters: zij willen met theater mensen ondersteunen, die maatschappelijk en economisch onder druk staan. Zij doen dat door mensen zelf hun eigen leven te laten spelen met hun eigen houdingen en in hun eigen taal.

In 1978 ging het eerste toneelstuk in première. Het was gemaakt door professionele toneelbegeleiders in samenwerking met bewoners van het Utrechtse Houtplein in de wijk Pijlsweerd. Die bewoners vertelden en improviseerden over hun ervaringen, de toneelbegeleiders maakten van die verhalen een toneelstuk, dat door de bewoners werd gespeeld in de eigen buurt en andere buurten en theaters in het land.
Dat was de start van een lange reeks toneelstukken met honderden buurtbewoners uit de oude en nieuwe volkswijken van de stad. In die stukken zijn de verhoudingen (en veranderingen) in de wijken te zien, zoals ze zich concreet tussen mensen voordoen in het leven van alledag. Een stuk van Stut Theater is altijd een stuk van binnenuit , omdat het wordt gespeeld door de mensen die het dag (en nacht!) aan den lijve meemaken.

De voorstellingen zijn in de loop van de jaren professioneler geworden, maar het uitgangspunt is onveranderd: de buurtbewoners zijn zelf de spelers van hun eigen verhaal. Het publiek ziet eerlijke, doorleefde voorstellingen waarin heftige emoties en humor elkaar afwisselen.
Vanaf 1988 wordt er niet meer uitsluitend per buurt gewerkt, maar ook thematisch: niet meer een toneelgroep per wijk, maar mensen uit diverse volkswijken, die ervaringen hebben met een bepaald thema, vormen de toneelgroepen. Binnen de organisatie van Stut worden de taken op een andere manier verdeeld. Jos Bours, die voor "Carnaval der Lachebekken" voor het eerst de tekst had geschreven, schreef vanaf dat moment alle teksten. Dat was een grote stap vooruit op het artistieke vlak. Door middel van een tekstconcept stelde hij regisseur en spelers in staat de thematiek te verdiepen en -inhoudelijk en theatraal- interessanter te maken. Stut slaagde erin om -ondanks hogere artistieke pretenties- toch niet het contact met de buurtbewoners op toneel en in de zaal te verliezen. Integendeel: de respons en de toeschouwersaantallen groeiden.
In 1992 worden voor het eerst "allochtone" bewoners bij het werk van Stut betrokken. Regisseur Marlies Hautvast maakte met acht Nederlandse en Turkse vrouwen uit de wijk Kanaleneiland het kleine toneelstuk Cirkels. Dat is het begin van een reeks spraakmakende stukken, waarin de integratieproblematiek centraal staat. Deze stukken worden gemaakt hetzij in gemengde samenstelling (Het Verdriet van de Volkswijk, Tranen in de Regen, Het is hier Holland), of juist met alleen allochtone (Zonen van de Maghreb) of autochtone bewoners (Liefde).
Voortdurend blijft het leven in de wijken de niet opdrogende bron waaruit Stut Theater inspiratie put voor toneelstukken die laten zien hoe interessant deze maatschappelijke groep haar eigen leven voor het voetlicht kan brengen dankzij deze samenwerking.

Voorbeeld  Theater Stut: Een Jas voor een Koud Hart

Twee Marokkaanse mannen over de hun liefde voor de vrouw van hun leven. Mohand, een getrouwde Marokkaan heeft zich teruggetrokken in de Sahara om zich te bezinnen. Dan verschijnt Hassan. Hij is op zoek naar zijn tweelingbroer. Z'n broer zou trouwen, maar is op deze ochtend van de huwelijksvoltrekking spoorloos.Waarheen? Waarom? Niemand die het weet.

Een humoristisch verhaal over een jonge en een iets oudere Marokkaan. Beiden hebben te kampen met verscheurde gevoelens over de vrouw van hun leven. Ben je de man van je vrouw of de zoon van je moeder? Een hilarisch verhaal vol vergissingen en misverstanden.

Een verhelderend verhaal over tradities, geloof, de Nederlandse en Marokkaanse cultuur. Over familiebanden. Over verliefdheden, serieuze bedoelingen. Over vrijen 'met je moeder op je rug'

Een emotioneel verhaal waarin gevoelig beschreven wordt hoe Marokkaanse mannen de spagaat ervaren van het leven vanuit de Marokkaanse cultuur in Nederland.

Een gepassioneerd verhaal over de onmogelijkheid om je hart aan te passen.

Al meer dan twaalf jaar maakt het Rotterdams Wijktheater theatervoorstellingen door en voor bewoners van de Rotterdamse wijken. Ooit begonnen als een klein, maar all-round driemanschap dat op alle fronten de handen uit de mouwen moest steken, groeiden ze in de loop der jaren uit tot een tienkoppige professionele organisatie die jaarlijks zorgt voor meer dan 70 voorstellingen in uiteenlopende zalen van buurthuizen en wijkcentra en die tweejaarlijks het Internationaal Wijktheater Festival organiseert.

Onveranderd is het Rotterdams Wijktheater trouw gebleven aan haar oorspronkelijke doelstelling: het bereiken van nieuwe publieksgroepen. Dat doen ze volgens een beproefde formule:

  1. De voorstellingen worden gemaakt in nauwe samenwerking met de spelers en speelsters, die afkomstig zijn uit de Rotterdamse wijken.
  2. Onder professionele begeleiding van schrijvers en regisseurs zetten de buurtbewoners hun eigen ervaringen op de planken.
  3. Deze persoonlijke ervaringen betreffen thema’s die voor het publiek herkenbaar zijn: angst op straat, eenzaamheid, drugsoverlast, zinloos geweld, huiselijk geweld, dakloos zijn, discriminatie en racisme, maar ook tolerantie, saamhorigheid en zelfbewustzijn.
  4. De voorstellingen gaan de wijken in, naar de mensen toe. Dichtbij het publiek waarvoor ze zijn bedoeld.
Om al die mensen te bereiken richt het Rotterdams Wijktheater zich op drie aandachtsgebieden:
  1. Voorstellingen voor een volwassenenpubliek. Hieronder vallen alle reguliere, niet specifiek voor één doelgroep gemaakte voorstellingen.
  2. Voorstellingen voor een jongerenpubliek Na de eerste zes jaar van hun bestaan vooral voorstellingen voor volwassenen te hebben gemaakt kwamen ze in 1998 uit met de eerste jongerenproductie (Fawaka) Gevolgd door nieuwe jongerenproducties in 2000 (Jebbel) en 2002 (Players). Door ook bij deze producties uit te gaan van de belevingswereld van de jongeren zelf, kunnen ze een publiek van met name VMBO-scholieren aanspreken. Als een van de weinige theatergezelschappen lukt het hun om juist deze groep jongeren te enthousiasmeren voor theater. En ze terug te laten komen. De jongerenvoorstellingen zijn niet aan te slepen.
  3. Voorstellingen voor een ‘dagpubliek’. In 2001 maakten ze een voorstelling over gezondheid (El Hamdoulilah). Deze voorstelling werd – in tegenstelling tot de andere voorstellingen – ook overdag gespeeld. Daarmee bereiken we een publiek dat om uiteenlopende redenen ’s avonds de deur niet uitgaat. Publiek dat dus nooit naar onze voorstellingen zou zijn gegaan als we niet hadden besloten overdag te spelen, tijdens schooluren. Ook hier blijken ze in een behoefte te voorzien die zo groot is, dat ze in 2003 met een nieuw programma uit zijn gekomen (Hou mijn hart vast) en het streven om ook overdag te spelen tot vast onderdeel van hun beleid hebben gemaakt
Voorbeeld Het Rotterdams Wijktheater: De Pimp

Ayoub, de Pimp, heeft een hobby: pimpen. Hoe meer meiden in zijn boekje komen, hoe beter. Rachel, zijn partner in crime, vertelt hem wie hij moet playen. Als het hem lukt de genoemde vrouwen te versieren dan……krijgt hij haar als toetje.

De Pimp is een voorstelling met theater, dans, video, beatboxing en lovesongs rond het door de spelers aangedragen thema flowen, playen, bonen en pimpen. Oftwel: versieren, vrijen en flirten. De voorstelling wordt voornamelijk gespeeld in buurthuizen, wijkcentra en scholen van Rotterdam.

Recensie  Een Jas voor een Koud Hart

Recensie/interview met Jan van Sas, regisseur Een Jas voor een Koud Hart

Vragen/opdrachten CKV-1

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bron tekst afkomstig van site theater Stut en Het Rotterdams Wijktheater.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven

03/23/2006 update