CSE tehatex HAVO 2009 
  2.- De 16de t/m de 18de eeuw
  Dat schilders sedert de zestiende eeuw steeds minder vaak gebruik gemaakt hebben van de mogelijkheid om in het platte vlak van het schilderij naast schilderen ook te schrijven, is een ontwikkeling die samenhangt met de steeds strikter geworden ‘regels van de kunst’.

2.1- Een belangrijke stelregel van de kunst was, dat een voorstelling ook in de werkelijkheid plaats gevonden moest kunnen hebben, op één moment, op één plaats en in één logische handeling.

2.2.- Pieter Saenredam heeft de kerk in Assendelft bijzonder nauwkeurig geschilderd zonder overigens in het tellen van steentjes te vervallen en door het uitgebalanceerde gebruik van bruin, grijs en gebroken wit, blijkt dat deze weergave zijn interpretatie was. Saenredarn heeft wel degelijk uit de werkelijkheid ‘geselekteerd’.

2.3.- Een belangrijk onderdeel van de tekst-beeldliteratuur wordt gevormd door de emblematiek: zinnebeelden met een meestal moraliserende tekst. Het plaatje zorgt ervoor dat de boodschap in het geheugen beklijft. 

2.4.- Nicolas Poussin, een boerenzoon uit Normandië, heeft voornamelijk in Rome gewerkt, waar hij sterk geinspireerd werd door overblijfselen uit de klassieke oudheid. Naast illustraties voor Ovidius ontwierp hij tekeningen voor verschillende uitgaven van Vergilius.