Zoeken naar cultuur in Nederland |
Reis door cultuur in Nederland | |||||||||||||||
Der naturen bloemeRond 1270 schreef Jacob van Maerlant
Der naturen bloeme, een titel die je zou kunnen vertalen als: Het mooiste uit de natuur. In dertien boeken (hoofdstukken), samen ruim 16.500 versregels, vertelt Maerlant achtereenvolgens over de mens, viervoetige dieren, vogels, zeemonsters, vissen, slangen, insecten, gewone bomen en specerijbomen, geneeskrachtige kruiden, vermaarde bronnen, waardevolle stenen en metalen. Ook wat wij tegenwoordig zouden betitelen als 'dode natuur' komt dus aan bod.
Maerlant begint zijn werk met de mens: de bekroning van de natuur. Daarbij heeft hij het uitgebreid over de verschillende wonderbaarlijke volkeren die (volgens zijn bronnen) de aarde bevolken. Een bonte stoet trekt aan ons voorbij. Zo bestaan er mensen die hun ouders doden, wanneer die op hoge leeftijd zijn gekomen, en vervolgens opeten. 'Dat is daar een goede gewoonte', aldus Maerlant, 'als je dat nalaat, doe je het fout!' Er bestaan reuzen en dwergen, mensen die rauwe vis eten en zeewater drinken, mensen die aan iedere voet maar vier tenen hebben, vrouwen die kinderen met grijs haar baren, dat zwart wordt als ze ouder worden, en nog veel meer.
De verhalen die Maerlant ons opdist, komen ons nogal eens ongelooflijk voor. Toch gold dit in de dertiende eeuw als serieuze wetenschap. Het Middelnederlandse werk sluit aan bij een wetenschappelijke traditie die al eeuwen oud was. Ze vond haar oorsprong in de ideeën van de Griekse filosoof Aristoteles en in de geschriften van kerkvaders en andere gezaghebbende auteurs uit de Oudheid en de Middeleeuwen. De wonderbaarlijke volkeren uit het fragment, worden in veel middeleeuwse boeken beschreven. Ze leefden in het verre onbekende Oosten, aan de rand van het aardse paradijs waar Adam en Eva gewoond hebben. De ontdekkingsreiziger Marco Polo spreekt ervan, net als Jan van Mandeville in zijn gefantaseerde reisverhaal. En ook een zekere 'pape Jan' die een wonderbaarlijk rijk beschrijft, heeft het over deze volkeren. Tot in onze tijd hebben de wondervolkeren, waarover onder andere Jacob van Maerlant schrijft, hun aantrekkingskracht behouden. In Baudolino, geschreven door Umberto Eco, gaat het herhaaldelijk over pape Jan en zijn rijk, en de hoofdpersoon in dit boek ontmoet die wonderbaarlijke wereldbewoners tijdens zijn reizen in levenden lijve. © www.literatuurgeschiedenis.nl Verder lezen
|
|