Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Herrijzend Nederland

Na de Tweede Wereldoorlog lag Nederland in puin. Binnensteden als Rotterdam, Rhenen, Arnhem, Nijmegen en Groningen waren grotendeels verwoest. Alleen al 100.000 woningen werden vernietigd. Met grote inzet werd het land weer opgebouwd. De Amerikaanse Marshallhulp werd daarbij dankbaar aanvaard om de industrie, infrastructuur, economie en voedselproductie te herstellen.

Ventilatietorens van de Velsertunnel, architect D. Roosenburg, 1952-1957, foto: RDMZ
De wederopbouwperiode was een tijd van productie en samenwerking, en van optimisme en vrijheid. Dat is aan de bebouwing en de toegepaste kunst af te lezen, zoals de Lijnbaan in Rotterdam en het ANWB-kantoor in Den Haag. De toenemende mobiliteit en vrije tijd leidden tot unieke projecten als de Velsertunnel, de Euromast en de Efteling. Daarnaast werden nieuwe bouwsystemen en gestandaardiseerde woningtypen toegepast, zoals de galerijflat, duplexwoning en keuzeplanwoning, om de hoge woningnood te bestrijden. Open, groene woonwijken zoals het Soesterkwartier in Amersfoort, Angelslo in Emmen en het Kanaleneiland te Utrecht vervulden een voorbeeldfunctie.
Het maatschappelijke leven was tot ver in de jaren zestig verkaveld naar geloof en politieke opvatting. Elke zuil wenste een eigen school, bejaardentehuis of kerk, ontworpen door een architect uit eigen kring. Modernisten en traditionalisten stonden soms scherp tegenover elkaar, maar zij stelden zich allen ten dienste van de gemeenschap om het bevrijde Nederland weer te laten herrijzen.

Groothandelskantoor Rotterdam, architecten W. van Tijen en H.A. Maaskant, 1949-1951, foto: RDMZ

Slopen kan maar één keer
Een halve eeuw later is de architectuur en stedenbouw van de wederopbouw kwetsbaar geworden. Vooral de soberheid van toen zorgt nu voor een lage waardering van betreffende woonwijken. Gebrek aan onderhoud en maatschappelijke problemen dragen bij aan een negatief imago. De stedelijke vernieuwing lokt en sloop loert. Ook verdwijnen in de binnensteden meer en meer naoorlogse gebouwen. Het is dan ook de hoogste tijd het erfgoed van de wederopbouw op zn cultuurhistorische waarde te schatten. En lelijk is daarbij geen argument. Integendeel, de architectuur is vaak verfijnder en veelkleuriger dan meestal wordt gedacht.

Montagebouw aardappelschuur Noordoostpolder, directie
IJsselmeerpolders1949-1950, foto: RDMZ
 

Reizende tentoonstelling
Bij wijze van kennismaking heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) een tentoonstelling samengesteld met oorspronkelijke en actuele beelden van de wederopbouwarchitectuur. Basis is de gezamenlijke publicatie Toonbeelden van de Wederopbouw (2002) van de RDMZ en het Nederlands Architectuurinstituut (NAi). De komende twee jaar reist de tentoonstelling langs twintig steden als Groningen, Utrecht, Maastricht, Nagele en Rotterdam, die tentoonstelling met lokale toonbeelden zullen aanvullen. Zo wordt de bezoeker rondgeleid door het veelzijdige cultuurlandschap van de wederopbouw in Nederland.

Ben de Vries

Internet
In de cultuurladder vind je meer informatie over de tentoonstelling Lelijk is geen argument, Toonbeelden van de wederopbouw in Nederland 1940-1965.
De RDMZ in Zeist is het centrale kennisinstituut binnen de monumentenzorg in Nederland. Na het tijdperk van de jonge monumenten (1850-1940) komt de periode van de wederopbouw voor bescherming in aanmerking. Voor het bundelen en verspreiden van kennis over het meest recente erfgoed is van 2001 tot 2004 het Projectteam Wederopbouw binnen de RDMZ actief. Kijk hier voor meer informatie over de RDMZ

 

 

 

 



 
Instelling:
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
 
Publicatiedatum:
18 september 2003