Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Het werk is nooit gedaan

In Haarlem en omgeving werkten vrouwen rond 1890 als fabrieksarbeider, blekersmeid, naaister, verkoopster of dienstmeisje. De lonen waren laag en de werkdagen lang, zeker als je ook nog voor je gezin moest zorgen.

Werkneemsters van de Droste chocoladefabriek in Haarlem
Klik voor een grotere afbeelding
Werkneemsters van de Droste chocoladefabriek in Haarlem, 1900-1910, Rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem 

In 1889 nam het parlement een arbeidswet aan, waarin de arbeidstijden in fabrieken voor vrouwen en jongeren onder de zestien jaar werden vastgesteld. Vanaf dat moment mochten vrouwen niet meer dan elf uur per dag werken.

Controle
In 1890 gingen controleurs op pad om te zien of de nieuwe arbeidswet goed werd uitgevoerd. In heel Nederland stelden zij vragen aan werkgevers en werknemers over werktijden, arbeidsomstandigheden, onderwijs en lonen. Zij publiceerden hun interviews in dikke rapporten, de zogenaamde Enquête van de Staatscommissie van 1890. Deze enquête is onder meer aanwezig in de bibliotheek van het Rijksarchief in Noord-Holland. Hij biedt een schat aan informatie over de werk- en leefomstandigheden van vele mannen, vrouwen en kinderen in Nederland rond 1890.

Fabrieksarbeidster
Een van de vrouwen die de controleurs ondervroegen was Johanna Catharina Hoogveld; weduwe en moeder van zes kinderen, waarvan er twee nog thuis woonden. Ze heeft het interview niet ondertekend, aangezien zij niet kon lezen of schrijven.
In 1842 was ze als negenjarig meisje gaan werken bij de katoenfabriek in Haarlem. Daar maakte ze werkdagen van twaalf uur die om 6 uur begonnen en duurden tot kwart over zeven. Hiermee verdiende ze 15 cent per dag.
Bij de invoering van de Nieuwe Arbeidswet werkte ze nog steeds in dezelfde fabriek, ze was toen 57 jaar oud. Toen haar man nog leefde, verdiende hij slechts 55 cent per dag, wat te weinig was om van te leven. Daarom bleef Johanna ook na haar huwelijk aan het werk. Voor 7 tot 8 gulden per week maakte ze nu dagen van zeven uur 's ochtends tot zeven uur 's avonds, met een uur en een kwartier lunchpauze.

Lange dagen
Toen haar kinderen klein waren stond Johanna al om vier uur op om alvast voor het warme eten te zorgen. Ze zette de pan in haar bed om na te garen en warm te blijven. Daarna werden de kinderen gewassen en aangekleed en naar haar moeder gebracht. Om zes uur moest Johanna op de fabriek beginnen. Om kwart over twaalf ging ze naar huis voor het middageten. Na een uurtje ging zij weer terug naar de fabriek. Als ze 's avonds uit de fabriek kwam moest zij de rest van het huishouden doen. Pas tegen één uur 's nachts kon ze zelf gaan slapen.

Annabella Meddens-van Borselen

 



Zie ook..
 
Instelling:
Rijksarchief van Noord-Holland
 
Publicatiedatum:
24 maart 2004