Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

De onderdelen van een hunebed

Klik voor een grotere afbeelding
Tekening : Evert van Ginkel, uit: Ginkel, E. van, S. Jager en W. van der Sanden, Hunebedden, monumenten van een steentijdcultuur, (Uniepers, Abcoude, 1999)
Een hunebed bestaat uit een kamer, waarvan de wanden en het plafond bestaan uit grote zwerfkeien. De rechtopstaande stenen heten draagstenen. Daarop liggen de dekstenen. Kleinere stopstenen vulden de openingen tussen de draagstenen. Ook de vloer bestond uit keien. De draagstenen waren niet van buitenaf te zien omdat ze verdwenen achter de heuvel, die tot aan het dak werd opgeworpen. De rand van de heuvel was verstevigd met kransstenen. Om in de kamer te komen, was een ingang gemaakt.
Nog altijd is niet precies duidelijk hoe de mensen destijds de grote keien opspoorden, uitgroeven en verplaatsten. Rollen over boomstammen, gecombineerd met het nodige trek- en duwwerk, is een logische gedachte. Bij deze klus moet een flink aantal mensen hebben geholpen.

Hunebed "De papenloze kerk"  in Schoonoord

foto © : M. Ras
Dit hunebed is in 1938 en 1958 onderzocht door de grote hunebed-onderzoeker Van Giffen. In de periode 1958-'59 werd het gehavende hunebed met stenen van een ander beschadigd hunebed (D33 bij Valthe) gereconstrueerd en weer voor de helft met een heuvel bedekt.
De naam dateert uit de 16de eeuw toen de protestanten als ketters vervolgd werden door de katholieken. De protestanten kwamen daarom in het geheim bijeen in de open lucht. Het hunebed van Schoonoord was een plaats die daar geschikt voor was. Het was een kerk waar geen katholiek (paap, d.w.z. pausgezind) aanwezig was.

 

 



Hoofdartikel:
•  Hunebedden voor eeuwige rust
 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
24 mei 2004