|
Adventshuisje, Utrecht, (ca. 1950), Museum Catharijneconvent, Utrecht
|
Adventskalender
Om voor kinderen de adventstijd in kleine brokjes op te delen is in de tweede helft van de 19de eeuw in Duitsland de adventskalender ontstaan. Vanaf 1 december mag er iedere avond één luikje van de kalender opengemaakt worden. Daarbij wordt dan een toepasselijk verhaal verteld. Op de avond van 24 december wordt het laatste luikje opengemaakt. Traditioneel zit hierachter een plaatje van Maria, Jozef en het Kind en wordt het verhaal van de geboorte verteld.
Adventskrans
Een ander adventsgebruik is de adventskrans. Zo rond 1930 wordt op de eerste zondag van advent in kerken en in huizen de adventskrans opgehangen. Het is een krans van dennengroen met vier kaarsen erop. De krans staat 'rond' van de symboliek. Zo verwijzen de groene dennentakken naar de kerstboom en dus naar Kerstmis. De cirkel geeft Gods eeuwige liefde weer. De krans wordt opgehangen met vier linten. Meestal zijn de linten paars want dat is de liturgische kleur van de advent. De vier kaarsen op de krans staan voor de vier adventszondagen en zijn meestal wit, de krans van takken verwijst naar een huldiging of kroning: in de adventstijd wordt immers de komst van de koning verwacht.
Anite Haverkamp
Internet
Zie voor een moderne adventskalender: www.zininkerst.nl